Week 9: Erfelijkheid en ontstaan van aangeboren afwijkingen Flashcards

(71 cards)

1
Q

Op welke 3 manieren kan je afwijkingen indelen

A

Erfelijk-niet erfelijk
Syndromaal-geïsoleerd
Major anomalie-minor anomalie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Noem 7 kenmerken van fetal alcohol syndrome

A

Korte oogsppleten
Lang/vlakke bovenlip
Aangeboren hartafwijkingen
Groeiachterstand
Nier-, hersen-, skeletafwijkingen
Abnormale cognitieve functie
Gedragsproblemen tot op volwassen leeftijd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Noem de 7 principes van Wilson? (Factoren voor teratogene effecten)

A

Structuur en werkingsmechanisme van de stof
Dosis en duur blootstelling
Maternale modificatie van de dosis
Mogelijkheid foetus te bereiden
Embryonale periode
Capaciteit van verschillende organen om stof te metaboliseren
Genetisch bepaalde gevoeligheid van het organisme

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is een deformatie?

A

Afwijkende vorm door mechanische krachten, bij verdwijnen kracht (deels) spontane correctie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is disruptie?

A

Afwijkende vorm door ernstige schade, spontane correctie niet mogelijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is malformatie?

A

Vanaf begin fout in aanleg (kan erfelijk/niet erfelijk of combinatie)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is. dysplasie?

A

Abnormale histiogenese en morfologische gevolgen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Noem 6 redenen waarom registratie van aangeboren afwijkingen belangrijk is

A

Vaststelling frequentie
Evalueren effect interventies
Evalueren effect in de populatie
Snelle herkenning teratogene exposities
Etiologisch onderzoek
Planning medische zorg

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Bij welke 3 gevallen doe je syndroomdiagnostiek?

A

Voorkomen van 1 of meer aangeboren afwijkingen
Groeiachterstand aanwezig bij geboorte of 1e levensjaren optredend
Achterstand in verstandelijke ontwikkeling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is anticipatie?

A

Verschijnselen syndroom nemen toe met generaties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is variabele expressie?

A

Verschijnselen verschillen per generatie/kind

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is penetrantie?

A

% individuen dat aandoening tot expressie brengt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is heterogeniteit?

A

Verschillende genen brengen hetzelfde ziektebeeld tot expressie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is allelisch?

A

1 gen kan meerdere ziektebeelden tot expressie brengen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Noem een voorbeeld van een associatie

A

VACTERL-H
Vertebral defects
Anale atresie/stenose
Cardiale defecten
Tracheo-oesofagale fistels
Radiale defecten/renale anomalieën
non radial Limb defects
Hydrocephalus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is een sequentie?

A

Afwijking ontstaat door een andere afwijking

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Uit welke 3 onderdelen bestaat de Robin sequentie?

A

Microretrognatie (kaak kleiner en naar achter) -> geen plek tong -> schisis U-vorm
Glossoptosis (naar buitenhangende tong)
Ademhalingsproblemen (OSAS)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Welke vorm heeft een primaire schisis?

A

V-vormig

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Wat is de behandeling voor een scaphocephalie?

A

Veerdistractie
Open remodellatie (alleen bij oudere kinderen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Welke schedelafwijking is te vinden bij het syndroom van Alpert?

A

Bilaterale coronaire synostose

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Welke 5 afwijkingen kunnen optreden bij de orbita en neus

A

Cycloop: ogen niet uit elkaar
Hypo/hypertelorisme: te weinig/te veel ruimte tussen ogen
Facial cleft
Psosis: verminderde werking palpebrae: oof blijft dichter en kinderen kijken met hun hoofd in hun nek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Wat is de behandleing voor een hypo/hypertelorisme?

A

4-shaped osteotomy
Boc osteotomy
Facial bipartition

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Wat is de behandeling voor ptosis?

A

Spier weer aanhechten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Wat zijn de classificaties van tessier en van der meulen?

A

Classificaties voor facial cleft

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Wat is treacher collins?
Bilaterale tessier 6, 7 en 8
26
Noem 3 aangeboren afwijkingen van de mond
Kort tongriempje Schisis Macrostomie
27
Noem 3 aangeboren afwijkingen die kunnen voorkomen bij het oor
Bijoren Flaporen/afstaande oren Microtie
28
Op welke 3 manieren kunnen afstaande oren ontstaan?
Verminderde helixplooi Te diepe concha Afstaande oorlel
29
Hoe diagnostiseer je craniofaciale microsomie (CFM)?
2 major, 1 major+1 minor, 3 minor Major: - Mandibula hypoplasie - Microtie - Orbita/ossale hypoplasie - N. facialis uitval Minor: - Weke delen deficientie - Bijoor - Macrostomie - Schisis - Epibulbair dermoid - Hemivertebae
30
Wat is de behandeling bij Pierre Robins?
Mandibula extractie
31
Noem 3 aangeboren afwijkingen van de nek
Torticollis: te strakke sternocleidomastoideus Mediane/laterale halscyste: kiewbogen niet goed gesloten Webbed neck
32
Noem 5 aangeboren afwijkingen van de romp
Pectus excavatum (trechterborst Pectus carinatum (kippenborst) Poland syndroom (sternale kop pec. major hypoplasie Afwijkingen mamma Spina bifida
33
Wat is de behandeling van een pectus excavatum?
Metalen bar erin en die omdraaien
34
Welke 2 vormen van schisis zijn er?
Cheilognathopalatoschisis Geïsoleerde mediane palatoschisis
35
Waar zit het probleem bij een cheilognatopalatoschisis?
Fusie frontonasale en maxillaire prominentia (week 6-9)
36
Waar zit het probleem in de geïsoleerde mediane palatoschisis?
Fusie probleem in palatumgewelven (week 13-14)
37
Wanneer wordt de lipsluiting gedaan bij een schisis?
3 maanden
38
Noem 6 belangrijke structuren bij een lipsluiting
M. orbicularis oris White roll Cupids bow Commissuur Philtral columns Vermillion (lippenrood)
39
Wat is een vomarlap?
Gedeeltelijke sluiting palatum durum tijdens lipsluiting
40
Wanneer wordt de palatumsluiting gedaan bij een schisis?
9-12 maanden
41
Noem 2 belangrijke structuren bij een palatumsluiting
m. levator veli palatini a. palatina major
42
Wat is het verschil tussen centrale en perifere cyanose?
Centraal: arterieel verlaagd O2, cyanose in slijmvliezen, tong en nagelved Perifeer: arterieel O2 normaal, verhoogde extractie in weefsels, blauwe, koude acra
43
Hoe kan je de aangeboren hartafwijkingen indelen?
Uitstroomobstructie Afwijkingen links-rechtsshunt Cyanotische afwijkingen
44
Hoe wordt een vergrote afstand tussen pupillen genoemd?
Hypertelorisme
45
Hoe wordt het genoemd als de buitenooghoek hoger ligt dan de binnenhoek?
Upslant
46
Hoe worden witte pigment vlekjes in de iris genoemd?
Brush field spots
47
Hoe wordt een plooi in het ooglid genoemd?
Epicanthusplooi
48
Wat is de medische term voor een doorlopende wenkbrauw?
Synophrys
49
Hoe wordt het genoemd als er 2 handlijnen fuseren tot 1 lijn?
4-vingerlijn
50
Hoe wordt de irreële perceptie van eigen uiterlijk genoemd?
Body dismorfic disorder
51
Waardoor wordt het Noonan syndroom veroorzaakt?
PTPNII gen
52
Wat is de ICD?
Inner corner distance
53
Wat is de OCD?
Outer corner distance
54
Wat is de IPD?
Inner pupil distance
55
Wat is clinodactylie?
Links rechts afbuiging vinger(s)
56
Wat is campodactylie?
Boven onder/voor achter afbuiging vinger(s)
57
Wat is een brachydactylie?
Korte vingers
58
Hoe wordt het syndroom van Sphriznen (22q11 deletie) overgeerfd?
AD
59
Wat is de vorm van het grote fontanel?
Ruitvormig
60
Welke 4 kenmerken heeft een saphocephalie?
Langwerpige schedel Smalte in breedte Bolling voorhoofd Puntvormig achterhoofd Synostose van sagitalis
61
Welke 2 kenmerken heeft een trigonocephalie?
Puntvormig voorhoofd Afvlakking craniale oogkasrand Synostose van sutura metopica
62
Welke 4 kenmerken heeft een brachycephalie?
Korte schedel Verminderde lengte Vergrootte breedte Soms met hypertelorisme Synostose van dubbelzijdige sutura coronalis of lambdoidea
63
Welke 2 kenmerken heeft een plagiocephalie?
Unilaterale oogkas afvlakking Andere groeit compensatoir Enkelzijdige synostose van sutura coronaris of lambdoidea
64
Wanneer ontstaat een synostose?
Vanaf de geboorte aanwezig
65
Uit welke embryonale structuur ontstaat de processus mandibularis?
1e kieuwboog
66
Waar ontstaat het os occipitale uit?
Eerste 4 somieten
67
Waar onstaat de buitenste gehoorgang uit?
1e kieuwgroeve
68
Waar ontstaat de middenoorholte en de tuba auditiva uit?
1e kieuwzak
69
UIt welke genotypes kan turner ontstaan?
45,X 46,Xi (Xq)
70
Welk syndroom lijkt op turner? Wat zijn de verschillen?
Noonan Erft AD in het PTPN11-gen over Turner: sociaal emotionele contactproblemen Noonan: 25% milde/matige MR
71