ZO week 2 Flashcards
(48 cards)
Wat is inkomenssolidariteit?
naast nominale premie geldt voor de verzekerde een inkomensafhankelijke bijdrage
Wat is risicosolidariteit?
de premiehoogte hangt niet af van de gezondheidsrisico van de verzekerde. Zieke en gezonde mensen betalen dezelfde premie; op deze manier betalen mensen met lage risico’s (gezonden) een deel van de kosten van de burgers met hoge risico’s (zieken).
Wanneer wordt de prevalentie van roken lager?
Als rokers stoppen met roken
Als (jonge) niet-rokers niet beginnen met roken
Uit welke stappen bestaat de ontwikkeling van een interventie volgens het model voor planmatige interventie?
- de epidemiologische analyse (analysefase),
- de analyse van de (gedrags)determinanten (analysefase),
- interventiekeuze- en ontwikkeling (ontwikkelingsfase),
- interventie implementatie (toepassen in de praktijk), en
- evaluatie van de interventie (evaluatiefase).
Welke fases kunnen worden onderscheiden in het beginnen met roken?
In de eerste fase zitten jongeren die nog nooit hebben gerookt. In deze fase vormen ze hun opvattingen over het nut van roken. In de tweede of “probeer” fase, rookt de jongere zijn eerste sigaretten. Hun ervaring met de lichamelijke effecten van roken (positief of negatief) en sociale druk van de omgeving bepalen of de jongere naar een volgende fase gaat. De volgende fase is de “experimenteer” fase waarin de jongere herhaald maar nog onregelmatig rookt. Het roken is dan vaak een antwoord op invloeden van buitenaf, zoals roken op een feestje of roken als je een sigaret krijgt aangeboden van een vriend/vriendin. De vierde fase, is de fase van regelmatig gebruik, de jongere rookt regelmatig, meestal minstens wekelijks. De laatste fase is die van nicotine afhankelijkheid en verslaving. Deze fase wordt gekarakteriseerd door de lichamelijke behoefte aan nicotine. Jongeren in dit laatste stadium roken dagelijks en ervaren ontwenningsverschijnselen als ze niet roken.
Beschrijf het model voor determinanten van gezond gedrag
Om te veranderen naar gezond gedrag moet een jongere besluiten om niet te beginnen met roken (intentie). De intentie of motivatie om niet te roken wordt weer bepaald door de attitude ten aanzien van roken, sociale invloeden, persoonlijke norm en ervaren controle. Onderaan het model zie je dat de psychologische determinanten van gedrag op hun beurt weer worden beïnvloed door verschillende externe factoren.
Wat betekent in het model voor determinanten van gezond gedrag ‘attitude’?
een afweging van de verwachte voor- en nadelen van het gedrag
Wat betekent in het model voor determinanten van gezond gedrag ‘sociale invloeden?
- subjectieve norm
- voorbeeldgedrag
- sociale steun
Wat betekent in het model voor determinanten van gezond gedrag ‘persoonlijke norm’?
in hoeverre past het gedrag binnen eigen opvattingen van ‘goed’ en ‘fout’
Wat betekent in het model voor determinanten van gezond gedrag ‘ervaren controle’?
beoordeling van en vertrouwen in uitvoerbaarheid van het gezonde gedrag
Noem drie sociaal-demografische factoren die geassocieerd zijn met meer roken onder jongeren?
Jonge leeftijd bij beginnen met roken, bepaalde etnische groepen, onvolledig gezin, lage SES van de ouders, relatief hoog inkomen van de jongere zelf.
Welke factoren om te beginnen met roken spelen vooral bij meisjes een rol?
“focused advertising and concerns about weight control”
“positive attitudes to smoking and initiation of smoking to be significant only for females”.
Drie deelaspecten van sociale invloed zijn: subjectieve norm, voorbeeld gedrag en sociale steun.
Geef voor elk van deze aspecten een voorbeeld van een factor die is geassocieerd met meer roken onder jongeren
Subjectieve norm: behoren tot een groep waar risk-taking behaviour de norm is
Voorbeeld gedrag: parental smoking, sibling smoking, peer smoking
Sociale steun: parental attitudes ten opzichte van roken
Wat is ‘peer influence’?
de invloed van mensen van je eigen leeftijd
Welke psychologische variabelen hebben mogelijk een invloed op rookgedrag bij jongeren?
Stress en depressiviteit zijn belangrijke factoren bij het beginnen met roken.
Lage mate van ‘self-esteem’ (bijvoorbeeld grote afhankelijkheid van peers) is geassocieerd met roken.
Attitudes ten opzichte van roken zijn weinig voorspellend over rookgedrag.
Personal health concerns zijn beschermend.
Op welke determinanten zou een interventie moeten aangrijpen om succesvol te kunnen zijn?
Een belangrijke voorwaarde bij de keuze voor bepaalde determinanten is dat deze veranderbaar moeten zijn.
De psychosociale determinant: sociale invloed is een belangrijke determinant zijn om een interventie op aan te laten grijpen.
Volgens welke drie fasen verloopt de ontwikkeling van een gezondheidszorgsysteem?
Eerste: het waarborgen van universele en gelijke toegang tot zorgvoorzieningen
Tweede: kostenbeheersing via prijsregulering, budgettering en rantsoenering
Derde: versterking van prikkels voor doelmatigheid en de introductie van marktwerking.
Welke maatregelen heeft de Nederlandse overheid sinds het einde van de jaren zestig van de vorige eeuw achtereenvolgens genomen om de kosten van de gezondheidszorg te beheersen?
Centrale aanbodregulering (Wet Ziekenhuisvoorzieningen, WZV, daarna Wet Voorzieningen Gezondheidszorg) en prijsregulering (Wet Tarieven gezondheidszorg) en vast macrobudget (Budgettair Kader Zorg)
Wat zijn de gunstige en/of ongunstige effecten geweest van de maatregelen die de Nederlandse overheid sinds het einde van de jaren zestig van de vorige eeuw heeft genomen om de kosten van de gezondheidszorg te beheersen?
Gunstige effecten: redelijk succesvol v.w.b. kostenbeheersing.
Ongunstig: toch overschrijding uitgavenplafonds; wachtlijsten; geen prikkels voor doelmatigheid en klantvriendelijkheid.
Wat is het ‘boter-bij-de-vis’ principe?
‘extra betaling voor extra verrichting’
Wat waren de gunstige en ongunstige effecten van het ‘boter-bij-de-vis’ principe?
Gunstige effecten: ‘verdwijnen wachtlijsten’
Ongunstige effecten: ‘kostenexplosie’
Welke vier instrumenten zijn er om de kosten van de gezondheidszorg te beheersen?
- verlaging loonkosten;
- reductie van het collectief gefinancierde verstrekkingenpakket;
- eigen betalingen; en
- hervorming van het zorgstelsel o.b.v. gereguleerde concurrentie, tussen verzekeraars en tussen zorgaanbieders .
Wat is ‘gereguleerde concurrentie’ tussen zorgverzekeraars of tussen zorgaanbieders, en waarom wordt deze maatregel nodig geacht?
Bij het systeem van gereguleerde concurrentie gaat het om het creëren van een effectief tegenwicht aan de vraagzijde. Daarbij krijgen zorgverzekeraars een centrale rol als prijs- en kwaliteitsbewuste collectieve zorginkopers namens hun verzekerden. Zorgverzekeraars zijn vanwege hun omvang, financiële draagkracht en gegevensbestanden de meest natuurlijke onderhandelingspartners voor de zorgaanbieders als het gaat over de prijs, inhoud en organisatie van de zorg.
Andere 3 maatregelen niet effectief of niet haalbaar.
Wat zijn de randvoorwaarden voor een effectieve marktwerking in de zorg?
- adequate risicoverevening
- gestandaardiseerde productclassificatie
- marktconforme bekostigingssysteem
- prestatie/kwaliteitsindicatoren
- consumenteninformatie
- deregulering capaciteit en prijzen
- mededingingstoezicht