Principes van signaaltransductie 2 Flashcards

1
Q

Wat is Myeloproliferatieve neoplasieën (MPN)?

A

een klonale hematopoietische stamcelziekte van het beenmerg, gekarakteriseerd door proliferatie in het beenmerg van een of meer myeloide cellijnen. De proliferatie is geassocieerd met min of meer normale uitrijping.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zijn de drie vormen van Myeloproliferatieve neoplasieën (MPN)?

A
Essentiële trombocytose (ET)
Polycythaemia vera (PV) 
Primaire myelofibrose (PMF)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat zijn de overeenkomsten tussen de verschillende Myeloproliferatieve neoplasieën?

A
  • Beenmerg hypercellulariteit (celrijk beenmerg)
  • Megakaryocyten hyperplasie en dysplasie (aanmaak bloedplaatjes (megakaryocyten) afwijkend)
  • In vitro groeifactor-onafhankelijke koloniegroei (je hoeft geen groeifactor, zoals EPO, toe te voegen)
  • Spontane transformatie acute leukemie of beenmergfibrose (de ziekte kan in een andere ziekte overgaan. Dit is vooral berucht bij PMF).
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is de levensverwachting van Myeloproliferatieve neoplasieën?

A

De levensverwachting is gemiddeld 10-15 jaar, al blijken hier in de praktijk veel uitzonderingen op te zijn (gemiddeld leven patiënten langer).

De levensverwachting bij ET is normaal indien er behandeld wordt.
De levensverwachting bij PV is verkort, maar is vaak nog tientallen jaren na diagnose. D
e levensverwachting van MF is sterk verlaagd. De levensverwachting na diagnose is gemiddeld 7 jaar (onafhankelijk van prognotische score).

Een stamceltransplantatie wordt alleen overwogen als de prognose al heel slecht is.

De aandoeningen kunnen in elkaar overgaan en er is een verhoogd risico voor het optreden van AML (JAK2-remmers verlagen dit risico niet).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat zijn de somatische problemen bij Myeloproliferatieve neoplasieën?

A
  • Trombose (veneus/arterieel): mensen met PV hebben een verhoogd risico op (arterieel) trombose.
  • Bloedingen: als het trombocytenaantal sterk toeneemt (> 1500 x 109 L), gaan de bloedplaatjes de Von Willebrand factor opnemen. Hierdoor ontstaan juist bloedingen–> verworven ziekte van Von Willebrand.
    Therapie: terugdringen van aantal bloedplaatjes.
  • Ziekte progressie: beenmergfibrose, extra medullaire hematopoëse (onder andere in lever en milt), leukemische transformatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat zijn de symptomen die de kwaliteit van leven beïnvloeden bij Myeloproliferatieve neoplasieën?

A
  • Moeheid (81%)
  • Pruritus (jeuk) (52%)
  • Nachtzweten (cytokineproductie door milt) (49%)
  • Botpijn
  • Koorts
  • Gewichtsverlies (slecht kunnen eten door vergrote milt)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat zijn de complicaties van MPN?

A
  • Arteriële of veneuze trombose waardoor zwarte vingers ontstaan (voorkomen door aspirine te geven, necrose kan komen door arteriële trombose).
  • Bloedingen, bijvoorbeeld in de retin. Dit geeft ernstige visusklachten, en kan zelfs tot blindheid leiden.
  • Rood gelaat
  • Jeukklachten (mensen durven daarom niet eens te douchen, door warm water contact is er veel jeuk)
  • Sterk vergrote milt en/ of lever
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat zijn de verschillende soorten mutaties die kunnen optreden bij MPN?

A
  • JAK2-mutatie
  • CALR-mutatie
  • MPL-mutatie

Deze mutaties zorgen voor een overmatige activatie van het JAK2-pathway.

Het voorkomen van de verschillende mutaties verschillen bij de vormen van MPN. Bekendheid over het type mutatie is van klinisch belang voor de diagnostiek, prognose en therapie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Op welke manieren kan MPN behandeld worden?

A
  • Plaatjesaggregatieremming (acetylsalicylzuur)
  • Eventueel plaatjes reductie m.b.v. hydroxyureum, interferon of anagrelide
  • Bij myelofibrose en slechte levensverwachting kan men allogene stamceltransplantatie overwegen (10-20% komt door transplantatie te overlijden)
  • Bij PV: aderlaten, om het hematocriet te beheersen. Bij polycythaemia vera is het hematocriet hoog, waardoor de viscositeit van het bloed ook hoog is. Dit zorgt voor een vergroot risico op trombo-embolische complicaties. Bij aderlaten wordt 500 ml bloed afgetapt en moet men voldoende water drinken (norm<0,45%).
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat verteld de RESPONSE-studie over JAK2-remmers?

A

De resultaten van de studie waren positief. JAK2-remmers hebben een positief effect op de prognose. Hierbij heeft het ook een gunstig effect op de symptomen van de patiënt en hoeft een aderlating minder vaak uitgevoerd te worden bij gebruik van een JAK2-remmer.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly