108/ 109 Flashcards
(112 cards)
1
Q
Gestalten
A
Vormgeven
2
Q
Gestehen
A
Bekennen
3
Q
Gewachsen sein
A
Opgewassen zijn tegen
4
Q
Gewerkschaft, die
A
De vakbond
5
Q
Gewiss
A
Zeker
6
Q
Gier, die
A
De hebzucht
7
Q
Gipfel, der
A
De top
8
Q
Gleichgewicht, das
A
Het evenwicht
9
Q
Gründen
A
Oprichten
10
Q
Grundlage, die
A
De basis
11
Q
Grundsatzlich
A
In principe
12
Q
Gucken
A
Kijken
13
Q
Günstig
A
Goedkoop
14
Q
Gurt, der
A
De gordel
15
Q
Handy, das
A
Het mobieltje
16
Q
Harmlos
A
Onschuldig
17
Q
Häufig
A
Vaak
18
Q
Heer, das
A
Het leger
19
Q
Heilung,die
A
De genezing
20
Q
Heimat, die
A
Geboortestreek
21
Q
Heiraten
A
Trouwen
22
Q
Heiter
A
Opgewekt
23
Q
Herausfinden
A
Ontdekken
24
Q
Hearusforderung, die
A
De uitdaging
25
Herausragend
Uitstekend
26
Herkommlich
Traditioneel
27
Herstellen
Produceren
28
Herunterladen
Downloaden
29
Hervorrufen
Teweegbrengen
30
Herz, das
Het hart
31
Heutzutage
Tegenwoordig
32
Hineinversetzen, sich in
Zich verplaatsen in
33
Hingeben, sich
Zich overgeven aan
34
Hinnehmen
Accepteren
35
Hinterher
Achteraf
36
Hochloaden
Uploaden
37
Hoffnung, die
De hoop
38
Höflich
Beleefd
39
Imbiss, der
De snackbar
40
Impfen
Inenten
41
Inhaber, der
De eigenaar
42
Innerhalb
Binnen
43
Insel, die
Het eiland
44
Insgesamt
In totaal
45
Irgendetwas
Iets
46
Irgendwann
Ooit
47
Irgendwie
Op de een of andere manier
48
Irren, sich
Zich vergissen
49
Jahrhundert, das
De eeuw
50
Jahrzehnt, das
Het decennium
51
Je
Ooit
52
Je nachdem
Naargelang
53
Kämpfen
Vechten
54
Kapieren
Snappen
55
Kaum
Nauwelijks
56
Kennzeichnen
Kenmerken
57
Klappen
Lukken
58
Klar
Duidelijk
59
Klausur, die
Het examen
60
Klettern
Klimmen
61
Klingeln
Bellen
62
Klo, das
De wc
63
Knapp
Krap
64
Komisch
Vreemd; grappig
65
Kommilitone, der
De studiegenoot
66
Konto, das
De bankrekening
67
Körperlich
Lichamelijk
68
Krank
Ziek
69
Krankenkasse, die
De zorgverzekeraar
70
Kreis, der
De kring
71
Krieg, der
De oorlog
72
Küche, die
De keuken
73
Kuchen, der
Het gebak
74
Kündigen
Ontslaan
75
Künftig
In de toekomst
76
Kürzlich
Kort geleden
77
Kunde, der
De klant
78
Lächeln
Glimlachen
79
Lage, die
De situatie
80
Lager, das
Het magazijn
81
Landwirtschaft
De landbouw
82
Langfristig
Op de lange termijn
83
Lärm, der
Het lawaai
84
Laune, die
Het humeur
85
Lediglich
Alleen maar
86
Leicht
Gemakkelijk
87
Leidenschaft
De passie
88
Leider
Helaas
89
Leisten, sich
Zich veroorloven
90
Leistung, die
De prestatie
91
Lenken
Sturen
92
Lkw
De vrachtwagen
93
Loch, das
Het gat
94
Locker
Ontspannen
95
Löschen
Wissen
96
Lösung, die
De oplossing
97
Mahnung, die
De waarschuwing
98
Mal, das
De keer
99
Malen
Schilderen
100
Manchmal
Soms
101
Märchen, das
Het sprookje
102
MaBnahme, die
De maatregel
103
Medikament, das
Het medicijn
104
Meer, das
De zee
105
Menge, die
De hoeveelheid
106
Messe, die
De beurs
107
Mieten
Huren
108
Mitglied, das
Het lid
109
Mischen
Mengen
110
Mittelalter, das
De middeleeuwen
111
Mittlerweile
Ondertussen
112
Mobben
Pesten
