Hoofdstuk 11: Teams

Question 1

romantiek van teams

Answer 1

wil zeggen dat teams over het algemeen aantrekkelijk en effectief lijken om prestaties te verbeteren in business-settings, ondanks dat er weinig tot geen definitief bewijs is dat aantoont dat teams goed werken

Question 2

work teams

Answer 2

groepen die gespecialiseerde producten en services produceren door acties (mijnwerkers, muziekbands)

Question 3

Management teams

Answer 3

identificeren problemen en lossen ze op, maken beslissingen en stellen doelen op

Question 4

Project teams

Answer 4

bestaan voor volbrengen van specifieke taken, en zijn daarom tijd-gelimiteerd (bijv task forces, commissies)

Question 5

boundary spanners

Answer 5

afgevaardigen in cross-functionele teams brengen relaties tot stand met mensen, groepen of organisaties buiten de eigen groep

Question 6

multiteam systemen

Answer 6

netwerken van inter-gerelateerde teams die verenigd zijn door gedeelde doelen

Question 7

de performance van een team hangen af van de KSA’s: (knowledge, skills en abilities) , er zijn twee typen:

Answer 7

(knowledge, skills en abilities)

1. taakrelevante bekwaamheden
2. interpersoonlijke vaardigheden

Question 8

faultlines

Answer 8

als er teveel diversiteit is in groepen, dan ontstaan er verdelingen in de heterogene groep: ze worden opgesplitt in kleinere, homogene groepen

Question 9

shared mental model

Answer 9

bestaat uit de kennis, verwachtingen, conceptualisaties en andere cognitieve representaties aangaan de groep en de leden, taken, procedures en resources, doe de groepsleden met elkaar delen

Question 10

Transactive memory systems

Answer 10

zijn de verschillende teamleden die allemaal een ander stukje informatie onthouden, bij zich dragen en dit kunnen ophalen wanneer nodig

Question 11

teamwork process model (Marks) kan worden opgedeeld in drie fundamentele componenten:

Answer 11

1. actieprocessen: soort voorbereiding, monitoring
2. transitieprocessen: mission analysis, specificieren van doelen en het formuleren van eeen strategie
3. interpersoonlijke processen: conflict management, het opbouwen van motivatie en vertrouwen en het managen van affect

Question 12

Real terms model (Hackman)

Answer 12

theoretische analyse van teams die de belanfeijkste factoren analyseert die echte teamsn van andere groepen onderscheidt. Hackman zegt dat echte teams gedeelde doelen hebben die richting geven aan het werk van de groepsleden en de motivatie verhogen. Die doelen moeten wel helder, uitdagend en consequent zijn, maar niet te specifiek of te moeilijk

Question 13

collectieve cohesie

Answer 13

identificeren met je team

Question 14

structurele cohesie

Answer 14

wordt groter als het aantal leden stabiel blijft en er weinig wisseling is

Question 15

interpersoonlijk vertrouwen

Answer 15

de zekerheid dat andere mensen doen wat ze moeten doen, ook ls er geen sociale druk op staat

Question 16

organisatorisch vertrouwensmodel

Answer 16

stelt dat het vertrouwen van mensen in anderen gebaseerd is op percepties van vaardigheden, welwillendheid en integriteit

Question 17

quality circles (QCs)

Answer 17

zijn kleine, zelfregulerende groepen werknemers die manieren moeten vinden om de kwaliteit van de geleverde producten te verbeteren