10de Flashcards
(29 cards)
Spenderen
Uitgeven (meestal geld)
Stereotiep
Vast en onveranderlijk, volgens een bepaald patroon
Stereotype
Een vaststaand beeld, vaak een vereenvoudiging
Stigmatiseren
Een negatief label op iemand plakken
Stimulus
Prikkel die een reactie uitlokt (meervoud: stimuli)
Subtiel
Fijnzinnig, nauwelijks merkbaar
Suggestief
Een bepaalde gedachte oproepend
Suïcidaal
Met betrekking tot of neigend naar zelfdoding
Summier
Beknopt, kort
Surrogaat
Vervangingsmiddel, meestal minderwaardig
Tabula rasa
Blanco begin, zonder voorafgaande kennis of invloeden
Tanen
Minder worden, verbleken
Taxeren
De waarde schatten of beoordelen
Temperen
Matigen
Traceren
Opsporen
Transparant
Doorzichtig; ook: duidelijk en open
Ultimatum
Laatste eis, vaak met dreiging
Unaniem
Iedereen is het ermee eens
Universeel
Algemeen geldend, overal toepasbaar
Urgent
Dringend, spoedeisend
Utopie
Onbereikbaar ideaal
Valabel
Geldig, aannemelijk
Valideren
Bevestigen, geldig verklaren
Veilen
Verkopen bij opbod