breid je woordenschat uit | 3 Flashcards
(28 cards)
Onderwijzen
Leren, instructie geven
Officieus
Niet officieel, maar erkend
Parafraseren
Herformuleren in eigen woorden
Perceptie
Waarneming, interpretatie
Plausibel
Geloofwaardig, aannemelijk
Poneren
Voorstellen, naar voren brengen
Preciseren
Duidelijk maken, exact aangeven
Progressief
Vooruitstrevend, gericht op verandering
Pejoratief
minachtend
Rector
Hoofd van een universiteit of school
Rebelleren
In opstand komen, verzet bieden
Remediëren
Verbeteren, verhelpen
Repercussie
Gevolg, impact
Recapituleren
Samenvatten, opnieuw behandelen
Respons
Reactie, antwoord
Rigide
Strikt, onbuigzaam
Sylabus
Studieprogramma, inhoudsopgave van een cursus
Screenen
Onderzoeken, inspecteren
Specifiëren
Specifiek maken, precies aangeven
Triviaal
Onbelangrijk, eenvoudig
Transformeren
Veranderen, omvormen
Tendentieus
Gericht op een bepaald standpunt, eenzijdig
Tolereren
Verduren, toestaan
Tumultueus
Chaotisch, woelig