ZO.1 Longembolie Flashcards

1
Q

Wanneer is er sprake van een longembolie

A

Er is sprake van een longembolie als er een gehele of gedeeltelijke afsluiting van de arteria pulmonalis of takken daarvan aanwezig is door een stolsel.
Het stolsel is meestal afkomstif van een trombose in de grote been- of bekkenvenen. Soms is het stolsel afkomstig van een trombose in andere venen of uit de rechterharthelft (atriumfibrileren)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Uitzondering op onstaansplek trombus

A

Een enkele keer kan de trombus primmair in de arteria pulmonalis ontstaan ten gevolge van een lokaal proces, zoals een vasculitis (ontsteking van de bloedvaten) of een bronchuscarcinoom.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Pulmonale hypertensie

A

Te hoge druk in longslafaderen kan primair (idiopathisch) of secundair ontstaan door bv chronische longembolieen, door collageen-vasculaire ziekten of door het gebruik van eetlustremmers.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Juist of onjuist:

Klinische verdenking op longembolie komt veel vaker voor dan de aandoening zelf.

A

Juist want longembolie geeft vaak aspecifieke klachten.

We weten echter niet hoevaak een longembolie voorkomt zonder gediagnosticeerd te worden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Juist of onjuist:

De presentatie van de symptomen van een longembolie zijn afhankelijk van de grootte en het aantal van de stolsels

A

Juist

De presentatie van de symptomen is afhankelijk van de grootte en het aantal stolsel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Juist of onjuist: het lichamelijk onderzoek bij longembolie is kenmerkend voor de aandoening

A

Onjuist Het lichamelijk onderzoek is niet kenmerkend voor longembolie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Juist of onjuist:

Een thoraxfoto is een belangrijke steun voor de diagnose longembolie

A

Onjuist Een thoraxfoto is veel minder nuttig voor het stellen van de diagnose.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Juist of onjuist:

Een normaal perfusie scintigram sluit longembolie uit

A

Juist Een normale perfusie scintigram sluit een longembolie uit.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Juist of onjuist:

Een spiraal CT-scan heeft een hoge gevoeligheid met betrekking tot detectie van longembolie

A

Juist: Een spiraal CT heeft in tegenstelling tot een thoraxfoto een hoge gevoeligheid met betrekkeing tot de detectie van een longembolie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Juist of onjuist:
Bij sterke klinische verdenking op de aanwezigheid van longembolie moet de patient worden ontstold in afwachting van de voltooiing van de diagnostiek

A

Juist zo kan namelijk worden voorkomen dat er nieuwe trombi vanuit het stolsel losschiet. Zodra de diagnostiek is voltooid en er geen aanwijzing meer bestaat voor een longembolie, kan de antistolling makkelijk worden gestopt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Casus:

Zijn er bij deze pt risicofactoren voor het ontstaan van een longembolie?

A

Obesitas, immobiliteit en een peratie zijn de risicofactoren die bij deze pt aanwezig zijn voor het ontstaan van een longembolie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q
Casus: 
PT pols 102/min 
Ademfrequentie 25 
Zuurstofsaturatie gemeten 88%
Temp. 38,2 graden celsius 
Passen deze gegevens bij een longembolie?
A

Deze bevindingen bappen bij een longembolie. Een longembolie zorg voor een afnmae van het effectif doorstroomde longvaatbed.
Wanneer meer dan de helft is uitgeschakeld, neemt de weerstand in dit vaatbed en de afterload van de rechterharthelft toe.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly