WEEK 4 HC.2 Epidemiologie darmmaligniteiten Flashcards

1
Q

Hoe ontstaat darmkanker?

A

Iedere vorm van darmkanker ontstaat uit een adenomateuze poliep. In ons leven kan een mutatie in het APC gen ontstaan waardoor zich in het epitheel een poliep gaat vormen. Als er dan nog meer mutatie optreden (zoals K-RAS), kan de poliep overgaan in een kwaadaardig carcinoom. Als de poliep wordt weggehaald, kan er geen darmkanker uit ontstaan.

In het grootste deel van de gevallen (75%) treedt spontaan een mutatie op in het APC-gen en een van de andere genen. Een klein deel wordt bepaald door familiaire belasting 18%. In 5% is er echt een genetische aanleg, 1% IBD, 1% FAP.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is er aan de hand bij FAP patiënten? Preventie?

A

Het APC-gen muteert normaal ergens in het leven. Bij FAP-patiënten (familial adenometous polyposis) is dit gen al vanaf de geboorte gemuteerd. Er is een aanleg voor poliepen en in bijna 100% van de gevallen hebben patiënten rond de leeftijd van 40 jaar darmkanker. Preventie: colon verwijdering.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Risicofactoren darmkanker?

A
Risicofactoren darmkanker:
•	Roken en alcohol 
•	Gewicht 
•	Beweging
•	Voeding: dagelijks voldoende vezels, rood vlees (niet > 500 g vlees per week, waarvan max 300 g rood vlees), niet te veel bewerkt vlees
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Aan welke kant van de darm komt kanker het meest voor?

A

70% van alle darmkankers aan linkerkant, 30% rechterkant.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat zijn de 3 meest voorkomende symptomen van colorectaal carcinoom?

A

3 meest voorkomende symptomen colorectaal carcinoom:
• Veranderd defecatie patroon
- Andere frequentie, andere consistentie (bijv. overloop diarree)
• Bloedverlies
- Niet zichtbaar
- Macroscopisch (melena of rood bloedverlies)
• Buikpijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is de gouden standaard?

A

Gouden standaard: colonoscopie met biopten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is het doel van stadiëring? Welke stadia?

A

Stadiëring (TNM); belang voor behandeling en prognose
T: locale diepte penetratie in/ door darmwamd: in mucosa/ submucosa/ spierlaag/ in omliggende structuur
N: locale kliermeta’s
M: metastasen op afstand

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is het doel van screening?

A

Prognose afhankelijk van stadium primaire tumor; 5 jr overleving: >90% stage I, <10% stage IV -> belangrijk in vroeg stadium ontdekken
Screening -> mortaliteit CRC verminderen/ verlagen CRC incidentie:
- Vroege stadia van CRC betere overleving
- Met screening meer kans op CRC in een vroeg stadium
- Voorkomen van darmkanker, detectie van goedaardige voorloper: adenoom

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Welke screeningsmethoden zijn er?

A

Screeningsmethoden:
• Fecal immunochemische test (FIT): detecteert globine in Hb.
• 3 round- FIT 50 test -> niet sensitief, maar meeste bereidheid en dus meeste true positives
• Sigmoidoscopie: alleen linkerdeel bekijken (grootste prevalentie)
• CT-colonografie
• Colonscopie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Hoe verloopt het bevolkingsonderzoek?

A

Bevolkingsonderzoek: FIT test, bij bloed: colonscopie (om de 2 jaar)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly