(12) The Cognitive Science of Visual-Spatial Displays:Implications for Design Mary Hegarty (2011) Flashcards

1
Q

Wat is de hypothese van Mary Hegarty’s artikel (2011)?

A

Hegarty bespreekt de rol en het belang van cognitieve wetenschappen in het ontwerpen van visueel-ruimtelijke displays.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zijn de bevindingen van Hegarty’s onderzoek (2011)?

A

Ze benadrukt het succes van de cognitieve wetenschappen bij het werken met eenvoudige visuele displays, maar ziet uitdagingen bij complexere taken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hoe heeft Mary Hegarty (2011) het onderzoek uitgevoerd?

A

Ze beoordeelde en analyseerde bestaande methoden en principes van displayontwerp vanuit een cognitief wetenschappelijk perspectief.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is kritiek op Hegarty’s onderzoek (2011)?

A

Hegarty’s focus ligt meer op datagrafieken dan op andere visualisaties, wat mogelijk een beperking van haar bevindingen vormt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Welke soorten datavisualisaties worden door Hegarty (2011) genoemd?

A

Er zijn drie soorten: iconische, relationele en hybride visualisaties.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat zijn volgens Hegarty (2011) de effecten van visualisatie op cognitie? Waar dient het voor:

A

Visualisaties dienen als
1. externe opslag
2. organiseren informatie
3. maken complexe informatie zichtbaar
4. vereenvoudigen interactie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Welk voorbeeld geeft Hegarty (2011) van visualisatiedesign?

A

Ze noemt het voorbeeld van een ontwerper die een weerkaart of een grafiek moet kiezen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Welke ontwerpprincipes noemt Hegarty (2011)?

Rode Dolfijnen Creëren Altijd Vreugdevolle Dagen, Plezierig en Aanlokkelijk

A

Hegarty noemt onder andere de

  • Relevance Principle van Graphics
  • Data-Ink Ratio
  • Principle of Capacity Limitations
  • Het Principle of Appropriate Knowledge
  • Het Principle of Visual Momentum
  • Het Principle of Discriminability
  • Het Principle of Perceptual Organization
  • Het Apprehension Principle
  • Het Principle of Compatibility
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Flashcard 9: Het Principle of Visual Momentum

A

Betekenis: Zorg voor coherente en logische transities tussen verschillende displays. Gebruik duidelijke animaties en interacties om de informatievoortgang te illustreren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Flashcard 8: Het Principle of Appropriate Knowledge

A

Betekenis: Zorg ervoor dat de ontvanger over voldoende achtergrondkennis beschikt om de gepresenteerde informatie te begrijpen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Flashcard 7: Het Principle of Compatibility

A

Betekenis: De vorm en presentatie van informatie moet overeenkomen met de betekenis ervan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Flashcard 6: Het Principle of Perceptual Organization

A

Betekenis: Organiseer informatie in groepen op basis van de principes van Gestalt (gelijkheid, nabijheid, sluiting, continuïteit, en gemeenschappelijke regio).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Het Principle of Discriminability

A

Betekenis: Zorg voor voldoende visueel onderscheid tussen verschillende stukken informatie die verschillende betekenissen hebben.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Het Apprehension Principle

A

Betekenis: Zorg ervoor dat de informatie nauwkeurig wordt verwerkt en begrepen door de ontvanger.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Data-Ink Ratio

A

Besteed de meeste inkt aan het overbrengen van relevante informatie. Minimale inkt voor decoratieve of irrelevante aspecten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Het Principle of Capacity Limitations

A

Ontvangers hebben een beperkt werkgeheugen. Presenteer de informatie zodanig dat het hun cognitieve belasting niet overweldigt.

17
Q

Het Relevance Principle van Graphics

A

Informatie in grafieken moet relevant zijn voor de boodschap of het doel. Er moet niet meer of minder informatie zijn dan nodig is.

18
Q

Het Relevance Principle van Graphics

A

Informatie in grafieken moet relevant zijn voor de boodschap of het doel. Er moet niet meer of minder informatie zijn dan nodig is.