2A1 week 7 HC 3, 4 & 5 Keuzen in de zorg Flashcards

1
Q

Wat zijn de historische oorzaken voor keuzen in de zorg?

A
  1. Demografische ontwikkelingen
  2. Groei medische macht
  3. Groeiend aanzien voor medische professie
  4. Opkomst publieke gezondheidszorg
  5. Gezondheidszorg als recht
  6. Secularisering van de samenleving
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zijn de historische oplossingen geweest voor keuzen in de zorg?

A
  • 1950: wie betaalt, bepaalt
  • 1960: selectie op basis van sociale waarde
  • 1970: rantsoenering met wachtlijsten
  • 1990: prioritisering
  • 2000: sturing overheid
    -2010: eigen verantwoordelijkheid
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Waaruit bestaat de trechter van Dunning?

A

1: Noodzakelijke zorg
2: Werkzaamheid
3: Doelmatigheid
4: eigen rekening en verantwoording

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoeveel is 1 QALY waard?

A

80000 euro

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Welke typen economische evaluaties zijn er?

A
  • Kosten minimalisatie studie (effect is hetzelfde)
  • Kosten baten studie (monetaire eenheden)
  • Kosten effectiviteitsanalyse (primaire gezondheidseffecten)
  • Kosten utiliteits analyse (QALY)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Waaruit bestaat een economische evaluatie?

A
  • Studieontwerp
  • Meten en waarderen kosten
  • Meten en waarderen gezondheidseffecten
  • Discontering
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Welke soorten kosten zijn er?

A
  • Direct medische kosten
  • Direct niet medische kosten: kosten patiënt
  • Indirecte medische kosten
  • Indirecte niet medische kosten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hoe bereken je de QALY?

A

Duur x ernst

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is discontering?

A

Toekomstige kosten en effecten omrekenen naar huidige waarde
-> leidt tot hogere kosten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Welke typen besluiten zijn er?

A

Effective: een goede keuze
Preference sensitive: geen optimale keuze

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Uit welke stappen bestaat de gezamenlijke besluitvorming?

A
  • Stap 1: informeren dat patiënt een behandelbeslissing moet maken
  • Stap 2: Voor en nadelen beschikbare behandelingen
  • Stap 3: Ondersteunen bij maken van de keuze
  • Stap 4: Vaststellen in hoeverre patiënt betrokken wilt worden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly