bouwsteen 4 Flashcards

1
Q

Hoe werkt combinatie van woord en beeld in de hersenen

A

In ons werkgeheugen bevinden zich twee cognitieve werkruimten waarbij we in de ene werkruimte visuele informatie coderen en verwerken. In de andere werkruimte gebeurt hetzelfde met verbale informatie. Als deze twee ruimtes samen werken wordt de capaciteit van het werkgeheugen optimaal benut zonder het extra te belasten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

dubbele codering

A

we combineren een duo van zintuigen. De werkruimtes zijn met elkaar verbonden. Je onthoudt met andere woorden beter als informatie zowel visueel als verbaal wordt verwerkt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

verschillende manieren waarom dubbele codering help om nieuwe informatie stevig vast te zetten

A
  • verminderen de belasting van het werkgeheugen waardoor er meer ruimte is om te denken
  • bevordert de aandacht
  • helpt bij het ophalen van herinneringen
  • draagt bij om mentale schema’s in het langtermijngeheugen op te bouwen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

multimedia

A
  • voorstellen van informatie op zowel verbale als visuele wijze
  • samenstelling van verschillende technologische apparaten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

3 veronderstellingen/assumpties bij multimediaprincipes

A
  • het werkgeheugen verwerkt auditieve en visuele informatie via aparte werkruimten
  • De hoeveelheid leerstof die men in elke werkruimte kan verwerken is beperkt.
  • Leren is een actief proces
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

5 principes multimedia

A
  1. Het coherentieprincipe: mensen leren beter wanneer je relevante informatie achterwege laat
  2. het modaliteitsprincipe: mensen leren dieper van afbeeldingen en gesproken woord dan van afbeeldingen en geschreven woord.
  3. het nabijheidsprincipe: mensen leren makkelijker wanneer de bijbehorende woorden en afbeeldingen vlak bij elkaar staan.
  4. het signaleringsprincipe: mensen leren beter als je duidelijk aangeeft waar de aandacht van de lerende heen moet
    - het overbodigheidsprincipe: mensen leren beter wanneer je matig omspringt met het gebruik van informatiebronnen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

vormen van het nabijheidsprincipe

A
  • ruimtelijke nabijheid
  • tijdelijke nabijheid
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

split-attention affect

A

wanneer leerlingen moeten schakelen tussen twee verschillende informatiebronnen is een inefficiënt gebruik van hun tijd en inspanning en kan overweldigend zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

tijdelijke nabijheid

A

Het nabijheisprincipe geld ook voor de tijd tussen de verbale uitleg en het aanbieden van visueel materiaal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

5 punten om ervoor te zorgen dat het werkgeheugen niet overbelast geraken door het gebruik van multimedia (ICT)

A
  1. richten de aandacht van de leerling
  2. Verkleinen de complexiteit van het materiaal
  3. bieden ondersteuning
  4. vermijden irrelevante informatie
  5. doen een beroep op zowel het visuele als het auditieve systeem
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly