week 2 Flashcards
opgroeien in het hedendaagse gezin
hoeveel benaderingen kent onderzoek naar de geschiedenis van het gezin?
drie
welke drie benaderingen?
- demografische benaderingen
- affectieve benadering
- historische maatschappijwetenschappen
waar houdt de demografische benadering zich mee bezig?
met het verzamelen en interpreteren van kwantitatieve, demografische gegevens en probeert hiermee een beeld te vormen van de leef- en opvoedingsomstandigheden van ouders en kinderen.
De demografische benadering in de pedagogiek richt zich op het bestuderen en begrijpen van bevolkingskenmerken, zoals leeftijd, geslacht, etniciteit en sociale achtergrond, om inzicht te krijgen in de behoeften en kenmerken van groepen kinderen.
wat houdt de affectieve benadering in?
De affectieve benadering in de pedagogiek richt zich op het begrijpen en ondersteunen van de emotionele en sociale ontwikkeling van kinderen. Dit betekent dat het zich concentreert op het stimuleren van positieve emoties, empathie, zelfbeheersing en sociale vaardigheden bij kinderen, naast hun academische groei. Het doel is om kinderen te helpen zich emotioneel gezond te ontwikkelen en effectief met anderen om te gaan.
Het gaat niet alleen om wat kinderen weten, maar ook om hoe ze zich voelen en hoe ze met anderen omgaan.
wat houdt de historische maatschappijwetenschappen in?
De historische maatschappijwetenschappen in de pedagogiek verwijzen naar het bestuderen van hoe onderwijs en opvoeding in de loop van de geschiedenis zijn geëvolueerd en beïnvloed zijn door maatschappelijke veranderingen. Het richt zich op het begrijpen van hoe culturele, politieke en sociale factoren het onderwijs hebben gevormd en hoe onderwijspraktijken in verschillende tijdsperioden en samenlevingen zijn veranderd.
Kortom, het is de studie van hoe onderwijs en opvoeding zich in de loop van de tijd hebben ontwikkeld en aangepast aan de context van de samenleving.
wie wordt als een van de eerste belangrijke denkers over opvoeding gezien?
Griekse filosoof Plato
wat zijn de drie meest invloedrijke pedagogische stromingen?
- humanisme
- verlichting
- romantiek
tijdperk humanisme
1400-1650
wat houdt het humanisme in?
Het humanisme in de pedagogiek legt de nadruk op het ontwikkelen van het individu door middel van onderwijs, met aandacht voor persoonlijke groei, zelfexpressie en zelfontplooiing. Het draait om het helpen van leerlingen om autonome, kritische denkers en betrokken burgers te worden.
wat betekent autonoom?
Autonoom betekent dat je in staat bent om zelfstandige beslissingen te nemen en onafhankelijk te handelen, zonder al te veel externe invloed of controle.
wat betekent exponent als het over mensen gaat?
In de context van mensen verwijst een “exponent” naar iemand die een idee, een filosofie, een beweging, een stroming of een concept vertegenwoordigt of belichaamt. Deze persoon staat symbool voor en bevordert de principes en waarden die inherent zijn aan dat idee of die stroming. Een exponent kan ook als een voorbeeld of een leidend figuur worden beschouwd.
wie kan worden gezien als exponent van de humanistische pedagogiek?
Desiderius Erasmus
waar moest aandacht voor zijn in de opvoeding volgens erasmus
beleefdheid, bescheidenheid, ingetogenheid en nette manieren
hoe leren kinderen vooral volgens erasmus
door imitatie, daarom was een goede opvoedomgeving van belang
tijdperk verlichting
1650-1800
hoe kan de verlichting worden beschreven met betrekking tot pedagogiek in die tijd?
Tijdens de Verlichting lag de nadruk op rationeel denken, individuele vrijheid en seculier onderwijs in plaats van religieuze dogma’s. Dit leidde tot een onderwijsbenadering die gericht was op het ontwikkelen van het menselijk verstand en het cultiveren van individuele talenten.
wat betekent rationeel denken
Rationeel denken betekent logisch nadenken en beslissingen nemen op basis van feiten en redelijke overwegingen, in plaats van emoties of impulsieve reacties.
waar geloofden humanisten in?
dat God de veroorzaker is van alles, maar sinds de schepping hij op geen enkele wijze zou ingrijpen (deisme)
wie kan worden beschouwd als de exponent van de verlichting?
John Locke