week 5 Flashcards

1
Q

wat zijn de 4 functies van het onderwijs?

A
  1. kwalificatie
  2. socialisatie
  3. selectie en allocatie
  4. subjectivicatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wat houdt kwalificatie in?

A
  • kennis, houding en vaardigheden
  • je kwalificeert je voor een vervolgopleiding of voor een bepaald beroep. Je hebt hiervoor kennis, vaardigheden en attitudes nodig. Cito toets is een kwalificerend moment
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

wat houdt socialisatie in?

A
  • Vorming tot burger én persoon (identiteitsvorming) –> door representatie van culturen, tradities en praktijken en het jezelf daarbinnen kunnen plaatsen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

wat houdt selectie en allocatie in?

A
  • de selectiefunctie wordt vaak allocatie genoemd
  • allocatiefunctie gaat over het toewijzen van posities in het onderwijs in de maatschappij en het gedachtengoed van de meritocratie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

wat houdt subjectivicatie in?

A

het gaat over omgaan met volwassen vrijheid, in en met de wereld

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

is subjectivicatie hetzelfde als identiteitsvorming?

A

nee

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

de vraagstukken binnen de onderwijswetenschappen zijn in te delen in 3 niveaus. welke drie?

A
  1. microniveau: eigenschappen van de lerende en de leertaak (motivatie, welbevinden, onderwijsontwerp, tablets in de klas)
  2. mesoniveau: de organisatie of de leeromgeving (professionalisering van leerkrachten, schoolleiderschap)
  3. macroniveau: de relatie tussen onderwijs en de samenleving (maatschappelijke trends, onderwijsbeleid)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

wat is het formeel curriculum?

A

de vakken die worden aangeboden in de klassen zoals rekenen en taal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

wat zijn de educatieve graadmeters voor subjectivicatie

A

Interruptie (verstoring): een ontmoeting met de wereld als interruptie van het dagelijkse programma

> Suspensie: vertragen, tijd geven om, zodat leerlingen henzelf in relatie tot de wereld kunnen ontmoeten en ermee kunnen worstelen –> trial and error

> Steun/onderhoud: er is zorg en steun nodig, zodat leerlingen in de spanning van het ‘midden’ (tussen wereld- en zelfdestructie) te kunnen blijven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

bij welke theorie hoort dit: Ze geloven dat onderwijs ongelijkheid in stand houdt en dat leerervaringen, leraarverwachtingen en schoolmiddelen ongelijke kansen creëren.

A

conflicttheorie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

is marx weber van de conlict of functionele theorie?

A

conflict

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

volgens welke theorie houdt onderwijs ongelijkheid in stand?

A

conflict

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q
A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly