Extra Flashcards

1
Q

Wat kan het gevolg zijn van een langer bestaande afsluiting van het colon?

A

Mechanische Ileus = belemmering van de darmperistaltiek
LO: hoog klinkende peristaltiek (als ook ileum)
Colon ileus: hypertympanie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is de DD van een mechanische ileus?

A
  1. Coloncarcinoom: slijm bij rectaal toucher (= RT)
  2. ziekte van Hirschsprung: jonge leeftijd, afwezige anale reflex
  3. Ovariumtumoren: snel pijnlijke buik, ascites, toegenomen omvang, ileus van dunne darm
  4. Ischemische colitis: chronisch, langdurig diaree, andere klachten tgv atherosclerose
  5. Invaginatie: rectaal bloedverlies, recidiverend
  6. Hernia: ook klachten op locatie van hernia, dunne darm ileus
  7. Coprostase: klachten van uitdroging, harde ontlasting (obstipatie door harde ontlasting)
  8. Ogilvie syndroom: tgv psycofarmaca
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat zijn klachten bij tumoren in het coecum, sigmoid en rectum?

A

Coecum: chronische buikpijn en anemie

Sigmoid: veranderd defecatie patroon, dunne ontlasting

rectum: helder bloedverlies en loze aandrang

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is de waarde van de TNM?

A

Vastgesteld op verwijderde tumor na de operatie
- bepaalt de prognose

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Noem drie redenen van regelmatige FU?

A
  1. Het is mogelijk om een nog curatief te behandelen recidief of metastase te diagnosticeren
  2. Het resultaat van de behandeling kan gecontroleerd worden
  3. Begeleiding van de patient
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat zijn vier nadelen van FU?

A
  1. Er kan sprake zijn van vroege detectie van een onbehandelbare ziekte
  2. er moet veel diagnostiek plaatsvinden
  3. het is kostbaar
  4. De patient moet frequent het ziekenhuis bezoeken
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat kan gedaan worden tijdens FU?

A
  • CEA (carcino embryonaal antigeen) meten
  • Echo lever: omdat eerste plek waar coloncarcinomen vaak metastaseren
  • colonoscopie: colonnaad is een risico plek voor een recidief en voor evt 2e primaire tumor in colon
  • cardiale en pulmonale conditie: of patient een behandeling aan zou kunnen –> anders is zoeken überhaupt niet zinvol
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is de waarde van de CEA?

A
  • Als pre-operatief NIET verhoogd: weinig waarde
  • Als pre-operatief WEL verhoogd: goede maat voor curatieve resectie omdat het moet normaliseren na resectie
  • Tijdens FU een goede waarde voor een recidief
  • Als pre-operatief HEEL hoog: verhoogde kans op metastasen
  • ALs primaire tumor CEA niet tot expressie brengt zullen de metastasen dit ook niet doen –> dan geen waarde tijdens FU
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wanneer is de FU meer of minder zinvol?

A

Als laag stadium primaire tumor –> kleinere kans op metastasen –> kleinere kans dat FU iets oplevert

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is het doel van een RCT?

A

De best bekende/standaard behandeling wordt vergeleken met een experimentele behandeling waarbij het lot bepaald in welke groep de patient terecht komt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Welke belangrijke structuren grenzen aan het rectum?

A
  • prostaat
  • os coccygis
  • achterwand van de blaas
  • vesikels
  • sacrum
  • achterwand van vagina
  • ureteren
  • m. piriformis
  • fornix posterior
  • uterus
  • m. levator ani
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat moet vastgesteld worden tijdens een rectaal toucher?

A
  • afstand tussen anus en onderkant RC
  • aan welke zijden de tumor zit
  • grootte tumor
  • passeerbaarheid
  • mobiliteit/fixatie
  • waar/aan welke zijde gefixeerd
  • aan welk buurorgaan gefixeerd
  • aanwezigheid van fistels
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Welke informatie is bij RC belangrijk voor de behandeling?

A
  • lokalisatie van tumor
  • AM
  • lokale doorgroei
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat zijn de behandelopties van RC?

A
  • chirurgie
  • RT
  • chemo
  • brachytherapie
  • hyperthermie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Welke 7 factoren bepalen de behandeling bij RC?

A
  1. mobiel of gefixeerd
  2. lokale resectie wel of niet mogelijk
  3. Wel/geen pathologische klieren
  4. wel/geen AM
  5. wel/geen RT op bekken in VG
  6. leeftijd
  7. conditie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is de behandeling van een T2 RC?

A
  • neo-adjvuante RT (5 x 5 Gy = kort schema)
  • resectie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Wat is de behandeling bij een resectabele T4 RC?

A
  • neo-adjuvante RT (25 x 2 Gy = lang schema)
  • resectie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Wat is de behandeling van een T2 tumor met AM?

A
  • CRT zonder klachten
  • OF chemo en chirurgie bij klachten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Wat voor informatie zal de patholoog kunnen geven?

A
  • Radicale resectie wel of niet = gezondweefsel tussen tumor en resectievlak
  • ingroei in buurorganen
  • hoeveel LK metastasen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Wat houdt R0 precies in?

A

Ruim radicaal met sowieso overal een marge van > 2 mm tussen tumor en resectievlak

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Hoeveel mensen krijgen een BCC in Nederland?

A

1 op de 6
1/3 hiervan krijgt er nog een

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Wat scheidt de cutis en de subcutis?

A

Basaalmembraan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Wat zijn de functies van de huid?

A

Beschermen tegen factoren van buitenaf
- infecties
- mechanische trauma’s
- chemische prikkels
- UV
Beschermen tegen factoren van binnenuit:
- voorkomen van verlies van elektrolyten en water
- temperatuur regulatie

Vitamine D productie

24
Q

Hoe noemen we een versnelde uitrijping van de keratinocyten?

A

Psoriasis

25
Q

Waarop kan het ontstaan van een BCC berusten?

A

Intrinsieke oorzaken
- genetische aanleg
- immuunsuppressie

Extrinsieke oorzaken
- blootstelling aan zonlicht
- rontgenstraling
- chemische factoren
- chronische huidbeschadiging

26
Q

Wat is de reden van de toename van incidentie van BCC?

A
  • meer blootstelling aan de zon
  • toenemende vergrijzing
  • toename van ziektes en behandelen die gepaard gaan met immuunsuppressie
27
Q

Wat voor syndromen kunnen bijdragen aan de kans op het krijgen van huidkanker?

A

Genodermatosen
OMIM-database

28
Q

Noem een nodulaire vorm van BCC?

A

Solid cystic basaal cell carcinoma

29
Q

Hoe lang duurt normaal gesproken de uitrijping van de huid?

A

Van basale keratinocyt tot hoornlaag duurt 2 tot 3 weken

30
Q

Wat kan er optreden bij een gestoorde uitrijping van de huid? Wat is het gevolg hiervan?

A

Actinische keratose doordat de keratinocyten beschadigd zijn de zonlicht
- sommige plekken afwezig
- sommige plekken hyperkeratose (= te dik)

31
Q

Wat is het risico van actinische keratosen?

A

Kunnen overgaan in een PCC en daarom een premaligniteit

32
Q

Bij wie komt BCC het meest voor en waarom?

A

Bij lichtere huidtypes omdat deze minder bescherming hebben tegen zonlicht

33
Q

Bij welke drie syndromen komen BCC voor?

A
  1. Bazex syndrome
  2. Basal cell nevus syndrome (BCNS)
  3. Xeroderma pigmentosum
34
Q

Wat is een bekend syndroom die gepaard gaat met BCC?

A

Basaal cel nevus syndroom = gorlin Goltz syndroom
Waarbij op jonge leeftijd meerdere BCC

35
Q

Waardoor komt het BCNS?

A
  • door erfelijke of spontane (40%) mutaties in het PTCH1 gen (patched, een tumor suppressor gen) op chr 9q22
  • en/of het SUFU gen (SUFU: suppressor of fused, betrokken bij Sonic hedgehog (SHH)/Patched (PTCH) signaling pathway)

PTCH1 is een transmembraan eiwit die een key regulator is In de embryogene ontwikkeling en de tumorgenese die de cel differentiatie controleert
PTCH1 remt het transmembraaneiwit smoothend (SMO) door hieraan te binden
Als sonic hedgehog ligand bindt aan de PTCH1 receptor leidt dit loslating van SMO waardoor de inhibitie hiervan wordt geremd
Hierdoor activeert het SMO wat zorgt voor remming van SUFU waardoor dit niet meer bindt aan GLI en hierdoor activatie van GLI (glioma-associated oncogene)
Activatie van GLI zorgt voor:
- huid pigmentatie
- DNA schade repair
- WNT activatie

Door verlies of mutatie in PTCH1: bindt SMO niet meer waardoor actief en waardoor activatie van GLI
Mutatie in SMO waardoor constant actief
Mutatie in SUFU waardoor niet meer bindt aan GLI

36
Q

Door toename van proliferatie van een van de andere huidcellen kan er een verschijnsel optreden bij BCC. Welke cellen zijn dit en welk verschijnsel is dit?

A

Toename proliferatie van melanocyten
Hierdoor kan gepigmenteerd BCC

37
Q

Hoe herken je oppervlakkig, nodulair en sprieterig?

A

Oppervlakkig: lijkt op een schaafwond
Nodulair: soort bolletje die exofytisch
sprieterig: vaak niet zo opvallend omdat wat dieper groeit

38
Q

Hoe groeit de ‘Solid-Cystic Basal Cell Carcinoma’?

A

Nodulair

39
Q

Wat zijn drie DD van nodulair BCC?

A
  1. merkeicel carcinoom
  2. BCG lupus
  3. molluscum contagiosum
40
Q

Wat is de groei van het BCC? Hoe herken je BCC op histologie?

A

Van buiten naar binnen

Cellen lijken op basale cellen
basofiele kleur (blauw)
perifere palissadering

41
Q

Moet er behandeld worden bij een BCC en waarom wel/niet?

A

Ze groeien erg langzaam en metastaseren zelden
Maar omdat toch schade in omliggend weefsel kan optreden door groei, is het wel van belang om het te behandelen (in zeldzame gevallen leidt het tot ernstige destructief)

42
Q

Welke therapie kunnen gebruikt worden bij BCC?

A
  • Mohs chirurgie: visuele marge van 2 mm waarbij volledige beoordeling van alle snijranden
    Alleen bij hoog risico
    Geeft wel de laagste recidief kans
  • conventionele excisie: marge van min 3 mm
    kan voor alle subtypes
    wel histologisch onderzoek hierna
  • cryotherapie: vloeibare stikstof geeft kristallisatie van watermoleculen –> celdood
    Voor oppervlakkige BCC
    relatief hoog risidieven aantal
    Wordt eigenlijk niet meer gebruikt
  • RT
    Voor lastige te opereren BCC
    In speciale centra
  • FDT: aanbrengen foto-sensitieve stof waarna bestraald met licht dit geeft ROS waardoor schade en celdood
  • Lokaal: efudix of aldara creme
    Voor: oppervlakkige BCC
43
Q

Wat is over het algemeen de gouden standaard bij de behandeling van BCC?

A

Conventionele excisie

44
Q

Wat zijn de meest gebruikte behandelingen van oppervlakkig BCC?

A
  • FDT
  • Lokaal met efudix of aldara creme
45
Q

Wat zijn risicofactoren voor een recidief BCC?

A
  • jonge leeftijd
  • sprieterige groeiwijze
  • grotere tumoren
  • eerdere recidieven
46
Q

Wat is het lastige aan de behandeling van BCC?

A

Er treden vaak recidieven op

47
Q

Welke behandelingen voor BCC worden minder vaak toegepast?

A
  • FDT: duur
  • chirurgie: vrij duur
  • RT: zeer duur, enkel in specialistisch centrum en erg belastend
  • Cryotherapie: verouderd
48
Q

Welke behandelingen zorgen voor een mooi cosmetisch resultaat? Welke niet?

A

WEL
- FDT
- lokale creme
- chirurgie –> minder fraai op rug
- mohs

NIET:
RT

49
Q

Een 37-jarige patiënte met een sprieterig groeiend basaalcelcarcinoom in de mediale ooghoek met een omvang van 11mm. Wat is hier de aangewezen behandeling?

A
  • chirurgie
  • Mohs chirurgie
50
Q

Een 63-jarige patiënt met een nodulair basaalcelcarcinoom op de linker wang met een omvang van 10mm. Wat is hier de aangewezen behandeling?

A

chirurgie

51
Q

Een 44-jarige patiënte met een viertal oppervlakkige basaalcelcarcinomen op de romp, met omvangen van 10 tot 44mm.
Wat is hier de aangewezen behandeling?

A
  • FDT
  • Lokale creme therapie
52
Q

Een 77-jarige patiënt met nodulair basaalcelcarcinoom op de helix van het linker oor met een omvang van 6mm. Wat is hier de aangewezen behandeling?

A
  • chirurgie
  • Mohs chirurgie
53
Q

Wat doen we bij een excisie van een BCC?

A

Elips vormige excisie de richtiing van de huidlijnen
Hoeken niet meer dan 30 graden!!

54
Q

Wanneer heeft Mohs chirurgie de voorkeursbehandeling bij een BCC?

A
  • indien de kans op een irradicale excisie groot is
  • in het gelaat op een anatomisch delicate locatie (bijv. neus of rond de ogen)
  • als hij onduidelijk begrensd is
  • sprieterig groeiend is
  • groot is
  • als het een recidief betreft
55
Q

Een 80-jarige man heeft een ulcererende tumor van 2,5 bij 2 cm doorsnede links temporaal (zie foto). U neemt een biopt waaruit blijkt dat het gaat om een slecht gedifferentieerd plaveiselcelcarcinoom met perineurale groei met een invasiediepte van 3,2 mm. Wat zijn de aangewezen vervolgstappen?

A
  • palpatie LK
  • echo hals
  • CT-thorax (of X-thorax)
  • Bespreken in hoofd-hals tumoren MDO
56
Q

Wat is een alternatieve behandelmogelijkheid bij een patiënt die dusdanige co-morbiditeiten heeft, dat een behandeling onder narcose niet gewenst is?

A
  • chirurgie of mohs kunnen onder lokale verdoving
  • verwijdering van LK moet onder narcose dus hier kan ook RT gedaan worden
  • Evt kan ook RT van primaire tumor gedaan worden