A&O w6 (+ art Demerouti) Flashcards

1
Q

happiness

A

stable generic state of positive affect (in het algemeen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

flow

A

tijdelijk moment dat je vreugde voelt absorberen op een specifiek moment in de tijd
- het gevoel dat je iets moeilijks onder de knie hebt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

met welke 2 dingen kan happiness worden gemeten?

A

Life evaluation en emotional well-being

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

life evaluation

A

iemands gedachtes over het leven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

emotional well-being

A

emotionele kwaliteit van de dagelijkse ervaringen van een individu
- de frequentie en intensiteit van emoties die iemands leven plezant of niet plezant maken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wanneer vindt flow plaats?

A

wanneer skill en challenge in balans zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wat zijn de 6 elementen van flow?

A
  • weten wat
  • weten hoe
  • weten hoe goed (feedback)
  • weten waar je heen moet (doelen stellen)
  • skill en challenge in balans (high percieved challenge, high percieved skill)
  • geen afleidingen; complete focus
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

wat is flow volgens Demerouti, et al. (20..)?

A

holistische sensatie die mensen voelen wanneer ze handelen met totale betrokkenheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

waar heeft flow impact op?

A

flow heeft impact op de vigor (kracht) of fatigue die mensen voelen op werk, maar ook met figor of fatigue thuis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

wat is de modererende factor in flow?

A

recovery; herstelling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

benoem de relaties van flow

A

flow op werk is positief gerelateerd aan vigor (daadkracht) en negatief gerelateerd aan uitputting na werk, vooral als werknemers niet voldoende herstellen tijdens werkpauzes

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

wat is positief gerelateerd aan vigor op werk en thuis?

A

absorptie (flow) en intrinsieke motivatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

waar is enjoyment gerelateerd aan?

A

positief gerelateerd aan vigor en exhaustion, zowel op werk als thuis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly