Woorden Flashcards

1
Q

Marshallplan

A

Europees Herstelprogramma, een programma van de VS dat financiële hulp bood aan West-Europa na WO2 (1948).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Containment

A

een geopolitieke strategie van de VS tijdens de Koude Oorlog om de verspreiding van het communisme na WO2 te voorkomen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Truman Doctrine

A

de VS zou militaire steun bieden aan elk Europees land dat bedreigd werd door het communisme (1947).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Red Scare

A

het Amerikaanse binnenlandse politieke klimaat gedomineerd door angst voor communistische infiltratie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

McCarthyisme

A

de heksenjacht op communisten geïnitieerd door senator Joseph McCarthy, die leidde tot politieke repressie en vervolging van linkse individuen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Satellietstaten

A

Polen, Tsjecho-Slowakije, Hongarije, Roemenië, Bulgarije en Oost-Duitsland; landen die op één lijn lagen met, maar ook onder de invloed en druk stonden van de Sovjet-Unie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Warschaupact

A

een collectief defensieverdrag opgericht door de Sovjet-Unie en zeven andere Sovjet-satellietstaten: Albanië, Bulgarije, Tsjecho-Slowakije, Oost-Duitsland, Hongarije, Polen en Roemenië. Het was bedoeld als tegenwicht voor de NAVO.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Brezjnev-doctrine

A

elke bedreiging voor de socialistische heerschappij in een staat van het Sovjetblok (Centraal- en Oost-Europa) was een bedreiging voor alle staten, wat de interventie van andere socialistische staten rechtvaardigde.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Conferentie van Helsinki

A

erkenning van de legitimiteit van bestaande grenzen in Oost-Europa (1975).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Detente

A

de versoepeling van de vijandige/ gespannen relaties tussen de VS en de Sovjet-Unie (1969-1979), gekenmerkt door verbeterde relaties, een toename van de handel en de ondertekening van kernwapenverdragen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Dekolonisatie

A

een proces waarbij een staat zich terugtrekt uit een voormalige kolonie en onafhankelijk wordt. De macht wordt overgedragen aan de elite van het land (soms met geweld). Dit gebeurde vooral van 1945 tot 1980. Landen werden militair en politiek onafhankelijk, maar niet echt economisch.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Neokolonialisme

A

het gebruik van economische, culturele, politieke of andere druk om voormalige koloniën te controleren of te beïnvloeden. Omdat de ontwikkeling van de voormalige koloniën afhankelijk is geweest van de voormalige koloniale machten, blijven de meeste van hen (gedeeltelijk) afhankelijk, vooral economisch. Neokolonialisme kan ook voorkomen tussen landen die niet direct verbonden waren door een koloniaal verleden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Ongebondenheid (non-alignment)

A

de keuze van een staat om zich niet formeel aan te sluiten bij of af te zetten tegen een groot machtsblok, zoals tijdens de Koude Oorlog.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Pan-Afrikanisme

A

een beweging in Afrika met als gemeenschappelijk doel de eenheid van Afrikanen en de eliminatie van blanke suprematie en kolonialisme van het continent, geleid door de Ghanese leider Nkrumah, begonnen in de jaren 1960.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Apartheid

A

het Zuid-Afrikaanse geïnstitutionaliseerde systeem van rassenscheiding van 1948 tot het begin van de jaren 1990, waarin de natie politiek, economisch en sociaal werd gedomineerd door de blanke bevolking.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Zionisme

A

een beweging voor de (toenmalige) heroprichting en ontwikkeling en bescherming van een Joodse natie: Israël.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Glasnost & Perestrojka

A

onderdeel van Gorbatsjovs “nieuwe denken” doctrine. Hij wilde de groeiende economische ellende in de Sovjet-Unie bestrijden met de oprichting van een socialistische markteconomie, waarvan glasnost (openheid, vrijheid van informatie) en perestrojka (economische en politieke herstructurering) de belangrijkste kenmerken waren. Zijn idee: wanneer mensen meer vrijheid zouden hebben om te denken en deel te nemen aan het besluitvormingsproces, zou het systeem hiervan profiteren en zouden de productiecijfers omhoog gaan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Euroscepticisme

A

een politiek standpunt dat tegen de waarden en de macht van de Europese Unie is; men vindt dat de regering te veel autoriteit aan Brussel heeft afgestaan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Populisme

A

politieke benadering die een beroep doet op gewone mensen die zich genegeerd voelen door de gevestigde elite.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Akkoord van Parijs

A

een klimaatakkoord dat in 2015 in Parijs werd gesloten door 196 partijen. Het is een juridisch bindend internationaal verdrag over klimaatverandering.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Honderdbloemenbeweging

A

een golf van kritiek in 1957 op de Chinese Communistische Partij nadat de regering haar controle op meningsuiting en artistieke expressie had versoepeld. Deze afwijkende beweging werd al snel de kop ingedrukt door de regering.

22
Q

Grote Sprong Voorwaarts

A

economische en sociale campagne geleid door de Chinese Communistische Partij, die probeerde de agrarische economie van het land te veranderen in een geïndustrialiseerde economie door de vorming van volkscommunes. Binnen deze plattelandsgemeenten werden miljoenen kleine plattelandsfabriekjes gebouwd. Het doel: het opheffen van het onderscheid tussen stad en dorp en een klasseloos paradijs. Doordat de landbouw werd verwaarloosd en door natuurrampen stierven meer dan 15 miljoen Chinezen van de honger tussen 1959-1961.

23
Q

Culturele Revolutie

A

een sociopolitieke beweging die Mao Zedong in 1966 lanceerde om de Chinese communistische staat te zuiveren van de overblijfselen van kapitalistische en traditionele elementen uit de Chinese samenleving. Het was een poging van Mao om zijn macht te herstellen door een beroep te doen op jonge communisten.

24
Q

Vier moderniseringen

;wat hervormen

A

Deng’s ambitieuze economische programma om de industrie, nationale defensie, landbouw en wetenschap en technologie te verbeteren. De ontwikkelingsdoelen moesten worden bereikt door marktgerichte hervormingen.

25
Q

” Axis of Evil” (As van het Kwaad)

A

een uitdrukking die George Bush gebruikte na de aanslagen van 11 september en waarmee hij verwees naar Iran, Irak en Noord-Korea. Het werd gebruikt om buitenlandse landen te beschrijven die naar verluidt terrorisme hadden gesponsord en op zoek waren naar massavernietigingswapens.

26
Q

Preëmptieve oorlog

A

een oorlog die wordt begonnen voordat er een aanval is geweest; een oorlog die preventief de vrede breekt voordat een dreigende aanval plaatsvindt. Een voorbeeld: de invasie van de VS in Irak, om te voorkomen dat Saddam Hoessein massavernietigingswapens zou inzetten.

27
Q

Arabische Lente

A

een reeks antiregeringsprotesten, gewapende opstanden en opstanden die zich begin 2010 over een groot deel van de Arabische wereld verspreidde.

28
Q

(Sovjet) Communisme

A

een economisch systeem waarin een autoritaire staat de productiemiddelen in handen had en de markt reguleerde door prijzen, lonen, arbeidsomstandigheden en productiedoelen vast te stellen. Deze centrale planning moest zorgen voor economische gelijkheid, een fatsoenlijke levensstandaard voor elke burger en een rationeler gebruik van materiële en menselijke middelen.

29
Q

Marktkapitalisme

A

een economisch systeem waarin particulieren en bedrijven de productiemiddelen bezitten, gedreven door privé-investeringen en concurrentie. Individuele vrijheid en mogelijkheden voor menselijk initiatief zouden leiden tot economische groei en de staat zou zich er zo min mogelijk mee moeten bemoeien.

30
Q

Keynesiaanse economie

A

het idee dat marktwerking niet genoeg is om uit een crisis te komen, dat de overheid zich actief moet bemoeien met de economie door de overheidsuitgaven te verhogen om meer banen te creëren, zodat mensen meer te besteden hebben en de vraag groeit.

31
Q

Bretton Woods

A

het economische systeem waarbij de Amerikaanse dollar een vaste prijs in goud kreeg en andere valuta’s aan de dollar werden gekoppeld, wat resulteerde in een systeem van praktisch vaste wisselkoersen voor veel valuta’s (1944-1970). Het systeem was een herinvoering van de goudstandaard.

32
Q

Economisch protectionisme

A

de praktijk om de binnenlandse industrieën van een land af te schermen van buitenlandse concurrentie door invoer te belasten.

33
Q

Groep van 77

A

coalitie van 134 ontwikkelingslanden om hun belangen in de VN te verdedigen, hogere prijzen voor hun grondstoffen te eisen en een breder herstelplan om decennia van imperialistische, neokoloniale uitbuiting goed te maken. Ze deden dit om minder afhankelijk te worden van het Noorden.

34
Q

Migratie

A

de verplaatsing van een persoon of personen uit een land/verblijfplaats om zich in een ander land/verblijfplaats te vestigen. Mensen worden om verschillende redenen tot migratie gedreven: armoede, religie, seksualiteit, oorlog, etniciteit, klimaat, politiek. Je kunt onderscheid maken tussen vrijwillige en onvrijwillige migratie.

  • Vrijwillig: iemand kiest ervoor om uit vrije wil te verhuizen, bijvoorbeeld voor educatieve of economische kansen.
  • Onvrijwillig/gedwongen: iemand wordt gedwongen te migreren onder de dreiging van geweld, vervolging, conflicten of mensenrechtenschendingen. Het kan ook gebeuren door gebeurtenissen die de openbare orde ernstig verstoord hebben (zoals een burgeroorlog).
35
Q

Hoge Commissaris voor de Vluchtelingen van de Verenigde Naties (United Nations High Commissioner for Refugees)

A

de VN-vluchtelingenorganisatie die ervoor probeert te zorgen dat iedereen het recht heeft om asiel aan te vragen en een veilig toevluchtsoord te vinden, na te zijn gevlucht voor geweld, oorlog in eigen land of vervolging (1951).

36
Q

Gastarbeiders

A

buitenlandse of migrerende werknemers die werk zoeken als onderdeel van een formeel gastarbeidersprogramma. Ze worden beschouwd als tijdelijke migranten omdat het niet vaststaat of ze in het nieuwe land zullen blijven. Tussen de jaren 1940-1970 trokken West-Europa, de oliekoninkrijken in het Midden-Oosten en de Aziatische tijgerlanden veel gastarbeiders aan. Ze werden vaak slecht behandeld en komen nog steeds illegaal landen binnen.

37
Q

Braindrain

A

de emigratie van hoogopgeleide/gekwalificeerde mensen uit een bepaald land. Dit bemoeilijkt de economische groei en ontwikkeling in het land waaruit ze emigreren.

38
Q

Hypothetisch-deductieve methode

A

de wetenschappelijke methode waarbij hypotheses worden ontwikkeld, getest en verfijnd, gecombineerd met een systeem van peer-reviewed communicatie van resultaten. Het leidde tot veel nieuwe wetenschappelijke bevindingen en een snelle wereldwijde verspreiding van nieuwe technieken.

39
Q

Millenniumdoelen van de Verenigde Naties (United Nations Millenium Development Goals)

A

acht doelen om wereldwijde armoede te bestrijden, in 2000 ondertekend door 189 regeringsleiders, die in 2015 moesten zijn bereikt. In 2016 werden ze vervangen door de Duurzame Ontwikkelingsdoelen.

40
Q

Groene Revolutie

A

in het midden van de jaren 1960 begonnen boeren nieuwe technologieën te gebruiken (pesticiden, gecontroleerde irrigatie, enz.), wat leidde tot een verhoogde voedselproductie. Het begon in ontwikkelde landen en verspreidde zich wereldwijd tot de jaren 1980. Het hielp ondervoeding te bestrijden, maar achteraf gezien droeg het ook in grote mate bij aan de uitstoot van broeikasgassen.

41
Q

Ruimterace (Space race)

A

de wedstrijd tussen de VS en de Sovjet-Unie om superieure ruimtevaartcapaciteiten. Het hoogtepunt was de race om als eerste op de maan te komen.

42
Q

Antropoceen

A

de periode waarin menselijke activiteiten het milieu zodanig hebben beïnvloed dat er sprake is van een duidelijke geologische verandering (= klimaatverandering). Een mogelijk beginpunt van het Antropoceen is de Grote Versnelling (The Great Acceleration) na 1945.

43
Q

Huntington’s Clash of Civilizations

A

theorie van Samuel Huntington dat religie, in het bijzonder het christendom en de islam, de belangrijkste kracht zou worden in internationale betrekkingen in de 21e eeuw.

44
Q

Oecumenische beweging (Ecumenical movement)

A

de poging om alle christelijke denominaties te verenigen onder de oorspronkelijke tekst van de Bijbel. De Wereldraad van Kerken (WCC; een interkerkelijke organisatie) zet zich hiervoor in.

45
Q

Vaticanum II (Vatican II)

A

een oecumenisch concilie (1961-1954) om de katholieke kerk te actualiseren, om beter contact te maken met mensen in een steeds meer geseculariseerde wereld en om de praktijken en leer van de kerk op een meer begrijpelijke manier te presenteren.

46
Q

Bevrijdingstheologie (Liberation theology)

A

een christelijke theologische benadering die de nadruk legt op de bevrijding van de onderdrukten, invloedrijk in Latijns-Amerika. De katholieke intellectuele aanhangers werden beïnvloed door het marxistische denken en geloofden dat het geloof verbonden was met sociale en politieke hervormingen.

47
Q

Islamisten

A

een militante minderheid van fundamentalistische moslims die de bron van de problemen van de islam met alles wat westers is, zonder banden met een bepaalde moslimstaat.
Sharia: wet gebaseerd op de Koran.

48
Q

Muslim brotherhood (Moslimbroederschap)

A

de invloedrijkste moderne islamistische organisatie, opgericht in 1928. Het begon met het promoten van de islam in Egypte, maar betrad later de politieke arena en probeerde een einde te maken aan de Britse koloniale controle over Egypte. Het doel was om een staat te stichten geregeerd door de sharia onder een kalifaat. In de jaren 2010 won de beweging meerdere verkiezingen, maar werd later verboden in Egypte en tot terroristische organisatie verklaard.

49
Q

Universele Verklaring van de Rechten van de Mens (Universal Declaration of Human Rights)

A

de verklaring van de Verenigde Naties uit 1948 dat mensenrechten universeel zijn en door alle mensen moeten worden genoten, ongeacht wie ze zijn of waar ze wonen. Het omvat burgerlijke en politieke rechten (vrijheid van meningsuiting, privacy, enz.).

50
Q

Sharia

A

Wet gebaseerd op de Koran.