Plato

Question 1

Stroming

Answer 1

natuurrechtsaanhanger, recht moet rechtvaardig zijn en redelijk en dit moet worden uitgevoerd door de koning-filosofen

Question 2

zijnsleer

Answer 2

dualistisch wereld: hij is een rationalist. Er is een duidelijke orde achter de werkelijkheid: er is een ideeën- en fenomenenwereld. Wij nemen fenomenenwereld waar, want je moet de ideeën achter de fenomenen leren kennen. de ideeënwereld zit achter de fenomenenwereld en in het algemeen alleen filosofen kunnen daar kennis over verkrijgen. Constante verandering in de wereld dat je waarneemt. De ideeënwereld veranderd niet: dit is de waarheid = ideale wereld.

Question 3

kennisleer

Answer 3

je hebt vanuit je ideeën een beeld van kennis. kennis kan je opdoen uit de ideeënwereld, want het is een herinnering. Maar echte kennis van het goede en het hoogste uit de ideeënwereld, dit kan niet iedereen verkrijgen. Door je ratio te gebruiken en te ontwikkelen kan je meer kennis krijgen van de ideeën. Dit kunnen alleen filosofen. Wat je waarneemt uit de fenomenenwereld is veranderlijk en hier kan je geen kennis over verkrijgen. Hier kun je alleen mening over hebben.

Question 4

ethiek

Answer 4

4 kardinale deugden: zelfbeheersing, moed, wijsheid en rechtvaardigheid
Drie niveaus: driften, wilskracht en de rede. als je die drie niveaus goed weet te onderhouden, dan ben je een goed mens.

Question 5

Moraal

Answer 5

perfectionisten brede ethiek: geen plek voor de individuele vrijheid, regels opleggen die diep ingrijpen op je leven die op weg is naar de redelijkheid.

Question 6

mensbeeld

Answer 6

Redelijkheid geeft je leven vorm en hiermee kan je jezelf ontwikkelen om meer te weten over de ideeën. daarna heb je wilskracht en daar komt moed vandaan: je passie voor dingen en hiermee ga je iets bereiken in je leven. als laatste komt de beheersing over je begeerten.

Question 7

staatsleer

Answer 7

aritocratische standenstaat die wordt geleid door een selectief groepje. Filosofen met een redelijkheid die kennis kunnen verkrijgen moeten de staat leiden. Je hebt drie standen: filosofen, massa en de staat. De soldaten hebben moed, de filosofen wijsheid en de massa zelfbeheersing. Eenheid en in die gemeenschap moeten de deugden goed tot uiting komen. Zolang iedereen binnen de staat zijn eigen taken blijft uitvoeren, dan is de staat rechtvaardig.