16.3 Antibioticumbeleid: Preventie van resistentie Flashcards
(19 cards)
Waarom werkt vancomycine alleen op grampositieve bacteriën?
Gramnegatieve bacteriën hebben intrinsieke resistentie door het ontbreken van een peptidoglycaan laag
Hoe ontstaan bacteriële resistentie?
Chromosomale DNA mutaties -> Resistentie -> Natuurlijke selectie door behandeling
Waarmee kan de gevoeligheid van bacteriën worden bepaald?
Minimaal inhiberende concentratie (Buisje) en minimale bactericide concentratie (Kweek)
Welke windows zijn te vinden in de PK/PD curve (3)?
- Onder MIC -> Geen effect
- Tussen MIC en MPC -> Mutant selection window
- Boven mutant prevention concentration -> Geen resistentie mutaties
Op welke manieren kan verworven resistentie ontstaan (2)?
- Transformatie -> Vrij DNA wordt ingebouwd in chromosoom
- Conjugatie -> Plasmidaal DNA (Extra chromosomaal)
Welke resistentiemechanismen zijn er (4)?
- Binnengaan blokkeren
- Wegpompen
- Kapot maken
- Aangrijpingspunt veranderen
Wat is MRSA (2)?
Meticilline Resistente S. Aureus:
- PBP2 -> PBP2a
- Resistentie tegen alle Bèta-lactam antibiotica
Waarom is de resistentie in Nederland en Scandinavië relatief laag (3)?
Restrictief antibiotica beleid:
- Alleen geven bij indicatie
- Tijdig beginnen, tijdig stoppen
- Richtlijnen SWAB en A-team in elk ziekenhuis
Hoe is MRSA ontstaan?
MecA gen transformatie uit andere staphylococcen
- Transmissie tussen personen
Hoe zit het Search and Destroy beleid eruit (3)?
- Screenen (Hele gezin)
- Isoleren
- Eradiceren (AB en chloorhexidine) met 1 jaar follow-up
Wat is een BMRO (3)?
Bijzonder Resistent Micro-Organisme:
- Resistent voor veel of belangrijk antibiotica
- Snel of gemakkelijke verspreiding
- WIP geformuleerd
Welk Bèta-lactamases zijn er en waarvoor zijn ze resistent (3)?
- Gewone bèta-lactamases -> Penicilline en amoxicilline (+1e en 2e generatie cefalosporinen)
- ESBL -> Penicillines en cefalosporinen
- Carbapenemases -> Alle Bèta-lactamase antibiotica
Wat zijn kenmerken van de uitgebreidere bèta-lactamases?
ESBL en Carbapenemase liggen op plasmiden en worden verspreid via pilus:
- Vaak meerdere resistentie genen
Waardoor is er een toename van resistentie (3)?
- Toename gebruik antibiotica
- Veranderende patiëntenpopulatie
- Reizen
Waarom zijn resistente bacteriën gevaarlijk (4)?
- Moeilijk te behandelen -> Inferieure behandeling, bijwerkingen, opnameduur
- Moeilijk te eradiceren
- Effect op empirische therapie
- Weinig nieuwe antibiotica op de markt
Hoe wordt profylaxe gebruikt?
Eenmalig 2 uur voor de operatie. Vaak cefazoline
Wat zijn kenmerken van goede profylaxe (3)?
- Geen standaard therapie
- Lange halfwaardetijd
- Selectief
Wat is antimicrobial stewardship (4)?
- Kweken voor start antibiotica
- Herevalueren bij uitkomst of na 48 uur
- Stoppen, versmallen of switch naar oraal
- Review of stopdatum afspreken
Wanneer is een bacterie resistent?
Als de MIC boven een bepaald breekpunt uitkomt