1C3 week 12 HC 1 Fysiologie van het bot Flashcards

(43 cards)

1
Q

Wat zijn de functies van het bot?

A
  • Mechanisch: structuur, beweging en bescherming
  • Synthetisch: vorming bloedcellen en cellen afweersysteem
  • Metabool: opslag mineralen en groeifactoren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is de samenstelling van het bot?

A
  • Botmatrix: 60% hydroxyapatiet, 30% ECM met collageen type 1
  • Bloedvaten (8%)
  • Cellen (2%)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Waarin kan een osteoblast veranderen?

A

Osteocyt (vast in eigen matrix) of lining cell (plat en inactief)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat zijn kenmerken van osteoblasten?

A
  • Ontstaan uit mesenchymale stamcel
  • 4-6% van botcellen
  • Maakt eiwitmatrix en reguleert mineralisatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat zijn kenmerken van osteocyten?

A
  • 90-95% botcellen
  • Sensor mechanische belasting via canaliculi (immobilisatie leidt tot dood osteocyten)
  • Reguleert botombouw
  • Reguleert fosfaat homeostase (productie FGF23)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat zijn kenmerken van osteoclasten?

A
  • Ontstaat uit hematopoeitische stamcel
  • Fuseert en wordt meerkernig
  • Lost calcium op en breekt botmatrix af (resportie)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hoe verloopt bot resorptie?

A
  1. Osteoclasten hechten aan botmatrix en creeeren een afgesloten compartiment
  2. Verzuring via protonen pomp
  3. Afbraak van eiwitmatrix door enzymen (cathepsine K)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Waarvoor is het afgesloten resorptie compartiment belangrijk?

A
  • Creëren lokaal hele sterke zuurgraad

- Geen verspreiding van zuur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Hoe wordt actieve osteoclast vorming gereguleerd?

A
  • Stimulatie: binding van RANKL aan RANK

- Remming: binding RANKL aan OPG (osteoprotegerine)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Waardoor worden de verschillende osteoclast regulatoren geproduceerd?

A
  • RANK: zit op pre osteoclasten

- Osteoblasten produceren RANKL en OPG

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Welke stamcellen worden er gevormd in het beenmerg en welke soorten cellen ontstaan hieruit?

A
  • HSC’s: bloedcellen, afweercellen en osteoclasten

- MSC’s: osteoblasten, fibroblasten, adipocyten, myocyten, chondrocyten en endotheel cellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Waardoor kan er bij veroudering osteoporose ontstaan?

A

Vervetting van het bot door meer adipocyt vorming ipv osteoblast vorming uit MSC’s

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Uit welke drie onderdelen bestaat het bot in de lengte?

A
  • Middendeel: diafyse
  • Nek: metafyse
  • Uiteinde: epifyse
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Uit welke lagen bestaat het bot van buiten naar binnen?

A

Periosteum, corticaal bot, trabeculair bot, endosteum

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat zijn kenmerken van trabeculair bot?

A

Sponsachtig netwerk van fijne botbalkjes (trabekels) met daarin canaliculi en lamellae

  • 20% vd botmassa
  • 20-30% ombouw per jaar
  • Aan uiteinde van botten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat zijn de functies van trabeculair bot?

A

Verdeling belastingsmassa (sterkte), elasticiteit en mineraal metabolisme

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Wat zijn kenmerken van corticaal bot?

A

Dichte buitenkant van compact bot

  • 80% botmassa
  • 2-3% ombouw per jaar
  • Haverse systemen met centrale bloedvaten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Wat zijn de functies van corticaal bot?

A

Vorm geven, biomechanische sterkte, aanhechting pezen en spieren en bescherming beenmerg met stamcellen

19
Q

Wat zijn kenmerken van het periosteum?

A

Botvlies aan de buitenkant van corticaal bot

  • Buitenste laag met bindweefsel en collageen
  • Binnenste laag met cellen (MSC’s)
  • Zenuwvezels, bloedvaten en lymfevaten
20
Q

Wat zijn functies van het periosteum?

A

Diktegroei en peesverbindingen

21
Q

Wat zijn kenmerken van het endosteum?

A

Botvlies aan binnenkant van het botweefsel

  • Enkellaags met collageen en MSC’s
  • Bekleed mergholte, haverse kanalen en trabeculair bot
  • Groei en ontwikkeling van het bot
22
Q

Wanneer start de osteogenese en welke typen zijn er?

A

6e/8e week: enchondraal en intramembraneus

23
Q

Hoe verloopt de enchondrale botvorming?

A

Vervanging kraakbeen (chondrocyten) door bot

  • Primaire ossificatie centrum in diafyse
  • Secundair ossificatie centrum in epifyse
  • Ingroei bloedvaten en calcificatie van matrix
24
Q

Hoe verloopt de intramembraneuze botvorming?

A

Directe botvorming door osteoblasten in schedel en sleutelbeen

  • Vorming ossificatie centrum met osteoblasten
  • Mineralisatie van osteoid
25
Wat is appostionele groei?
Diameter groei door afbraak binnenin en opbouw buiten, via het periosteum
26
Wat zijn kenmerken van botgroei?
- Gebeurt zolang groeischijven niet gesloten zijn | - Botafbraak en botvorming fysiek gescheiden
27
Wat zijn kenmerken van bot remoddeling?
- 5-10% per jaar | - Botafbraak en botvorming in het zelfde gebied, genaamd bone remoddeling unit
28
Hoe wordt bot remoddeling gereguleerd?
Via osteocyten - RANKL stimuleert osteoclasten tot botafbraak - Sclerotonine remt osteoblasten tot botaanmaak
29
Wat gebeurt er bij osteoporose?
Toegenomen activatie van BMU's, maar onvolledige vulling van resorptie lacunes - Verstoring microarchitectuur: perforatie trabekels, verlies structuur - Afgenomen mineraaldichtheid - Toegenomen fractuur risico
30
Hoe heet het als er meer botopbouw is dan afbraak?
Sclerosteosis / van Buchem syndroom | - Verlaagde sclerostine expressie
31
Wat is Wollf's law?
Het bot past zijn externe vorm en interne trabeculaire structuur aan in respons op krachten die erop worden uitgeoefend
32
Wat zijn voorbeelden van Wolff's law?
- Intensieve belasting leidt tot verhoogde botmassa - Mechanische belasting leidt tot verlaagde sclerotine expressie - Geen gebruik botten leidt tot verlies van botmassa
33
Wat gebeurt er bij veroudering met de botten?
Botvorming aan buitenzijde om verlies aan binnenzijde te compenseren - Grotere diameter, groter oppervlak voor resorptie: corticale porositeit
34
Uit welke zones bestaat enchondrale verbening?
Resting zone, proliferative zone, hypertrofische zone en calcificatie zone
35
Welke kleuringen kunnen gebruik worden om bot microscopisch te bekijken?
- Goldner: gemineraliseerd bot is groen, osteoid is rood - Thionine - Zure fosfatase: osteoclasten worden rood/roze
36
Waarom bevat corticaal bot bloedvaten?
Zuurstof nodig voor hematopoëse in het beenmerg, via diffusie naar trabeculair bot
37
Hoe kun je osteoporose microscopisch herkennen?
- Trabeculair: dunne trabeculae, veel vet, meer beenmerg | - Corticaal: gaten, beenmerg infiltratie, spongiosering, poreus
38
Wat zijn microscopische kenmerken van osteomalacie door vitamine D tekort?
- Meer ostoid (normaal 2%), meer trabekels bedekt met ostoid (normaal 20%) - Normaal aantal osteoblasten en osteoclasten, maar minder mineralisatie
39
Wat zijn microscopische kenmerken van osteomalacie door hyperparathyreoidie?
- Normaal aantal osteoblasten, meer osteoclasten | - Cutting coans
40
Hoe onderscheid je primaire en secundaire hyperparathyreoidie microscopisch?
Secundair: geen mineralisatie
41
Wat is de ziekte van Paget?
Verhoogde botombouw door activatie van osteoclasten door virale infectie
42
Wat zijn microscopische kenmerken van de ziekte van Paget?
- Meer osteoblasten en osteoclasten - Reuze osteoclasten - Fibrose in beenmerg - Kitlijnen in trabeculae
43
Hoe lang duurt afbraak en opbouw in BMU's ongeveer?
Afbraak: 2-3 weken, opbouw: 2-3 maanden