20 Znw Ld Bnb Flashcards

(20 cards)

1
Q

Wat is een zelfstandig naamwoord?

A

Een woord dat een naam geeft aan concrete of abstracte zaken, specifieke personen, dieren en dingen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Geef voorbeelden van concrete zelfstandige naamwoorden.

A
  • schilderij
  • kaas
  • klok
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Geef voorbeelden van abstracte zelfstandige naamwoorden.

A
  • schoonheid
  • honger
  • tijd
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat zijn eigenamen?

A

Zelfstandige naamwoorden die specifieke personen, dieren of dingen aanduiden, zoals Peter of TikTok.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat kun je voor een zelfstandig naamwoord zetten?

A

die of dat.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hoe maak je een meervoud van een zelfstandig naamwoord?

A

Door vaak een ‘-s’ of ‘-en’ toe te voegen, bijvoorbeeld computer - computers.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hoe maak je een verkleinwoord van een zelfstandig naamwoord?

A

Door ‘-tje’ toe te voegen, bijvoorbeeld computer - computertje.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hoe kan een werkwoord een zelfstandig naamwoord worden?

A

Door het gebruik in een zin waarin het een naam geeft aan een hobby of beroep, zoals ‘dat bakken’.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zijn naamvallen?

A

Vormen van zelfstandige naamwoorden die veranderen afhankelijk van hun rol in de zin.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat zijn de drie bepaalde lidwoorden in het Nederlands?

A
  • de
  • het
  • een
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is het verschil tussen een bepaald en een onbepaald lidwoord?

A

Bepaald lidwoord verwijst naar een specifiek zelfstandig naamwoord; onbepaald lidwoord verwijst naar een willekeurig zelfstandig naamwoord.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Bij welke zelfstandige naamwoorden hoort het bepaald lidwoord ‘de’?

A

Bij mannelijke en vrouwelijke zelfstandige naamwoorden in het enkelvoud en bij zelfstandige naamwoorden in het meervoud.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Bij welk zelfstandig naamwoord hoort het bepaald lidwoord ‘het’?

A

Bij onzijdige zelfstandige naamwoorden in het enkelvoud.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Welke lidwoorden heeft het Engels?

A
  • één bepaald lidwoord: the
  • twee onbepaalde lidwoorden: a, an
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is een bijvoeglijk naamwoord?

A

Een woord dat meer informatie geeft over een zelfstandig naamwoord.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Hoe kan een bijvoeglijk naamwoord zich aanpassen?

A

Het kan verbogen worden afhankelijk van het zelfstandig naamwoord.

17
Q

Waar staat een bijvoeglijk naamwoord vaak?

A

Direct voor of soms achter het zelfstandig naamwoord.

18
Q

Wat zijn trappen van vergelijking?

A

Vormen van bijvoeglijke naamwoorden die aangeven in welke mate iets geldt, zoals blauw - blauwer - blauwst.

19
Q

Geef een voorbeeld van meerdere bijvoeglijke naamwoorden achter elkaar.

A

de prachtige, blauwe, dansende olifant

20
Q

Hoe passen bijvoeglijke naamwoorden zich aan in talen met naamvallen?

A

Ze passen zich aan het zelfstandig naamwoord aan, zoals in het Latijn.