5 Onderwerpen en gezegde Flashcards
(12 cards)
Wat is de belangrijkste eigenschap van taal?
Je kunt er iets mee zeggen.
Geef een voorbeeld van een peuterzinnetje.
‘Papa slapen’.
Wat zegt de zin ‘Mama lief’ over de persoon mama?
Mama is lief.
Wat is het onderwerp in een zin?
Iemand of iets dat iets doet of is.
Wat noem je wat het onderwerp is of doet?
Het gezegde.
Wat is de basis van iedere zin?
De verbinding tussen onderwerp en gezegde.
Wat is een werkwoordelijk gezegde?
Een gezegde met een doen-betekenis, met een werkwoord als kernwoord.
Wat is een naamwoordelijk gezegde?
Een gezegde met een zijn-betekenis, met een naamwoord als kernwoord.
Wat is het kernwoord bij een doen-gezegde?
Een werkwoord.
Wat is het kernwoord bij een zijn-gezegde?
Een naamwoord.
Hoe wordt het onderwerp in andere talen genoemd?
Subject.
Wat is de nominativus?
De eerste naamval die aangeeft of een zelfstandig naamwoord of lidwoord het onderwerp is.