2019 2

Question 1

Een 81-jarige man bezoekt uw spreekuur samen met zijn vrouw. Zijn vrouw voert het woord en vertelt dat hij de laatste jaren steeds langzamer en
met kleinere pasjes is gaan lopen. Vooral bij deuropeningen of drempels lijkt hij soms volledig te blokkeren. Hij staat steeds krommer en verliest
snel zijn balans. In het afgelopen halfjaar is hij hierdoor een paar keer gevallen. Zijn stem is niet veranderd en hij kan nog goed altblokfluit spelen.
Hij is al jaren bekend met hypertensie en diabetes mellitus, en heeft tweemaal een TIA en eenmaal een herseninfarct doorgemaakt. Na het
herseninfarct is het spreken volledig hersteld, maar het lopen is niet meer op oude niveau gekomen. Bij onderzoek komt hij moeilijk overeind uit een
stoel en loopt hij met zeer kleine pasjes. Bij de drempel van de spreekkamer staat hij als aan de grond genageld en kan moeilijk weer op gang
komen. Eenmaal op de gang beweegt hij bij het lopen zijn armen opvallend goed mee. De oogvolgbewegingen zijn ongestoord. Er is geen tremor.
Wat is de meest waarschijnlijke diagnose?
A
progressieve supranucleaire paralyse (PSP)
B
vasculair parkinsonisme
C
ziekte van Parkinson
D
multipele systeem atrofie (MSA)

Answer 1

B
vasculair parkinsonisme

Question 2

Wat is progressieve supranucleaire paralyse (PSP)?

Answer 2

progressieve supranucleaire paralyse (PSP) is een ziekte die erg op parkinson lijkt, maar alleen maar in beide lichaamshelften dezelfde symptomen (Bij Parkison vaak andere symptomen per lichaamshelft)

Question 3

Hoe heet progressieve supranucleaire paralyse (PSP) ook wel?

Answer 3

Syndroom van Steele-Richardson-Olszewski

Question 4

Wanneer komt een vasculair parkisonisme voor?

Answer 4

Na een herseninfarct

Question 5

Welke uitspraak over elektro-encefalografie (EEG) is juist?
A
EEG patronen worden gevormd door actiepotentialen van corticale neuronen
B
EEG meet vooral de gesynchroniseerde activiteit van piramidale neuronen in de cortex
C
de frequentie van EEG signalen neemt i.h.a. toe bij verminderde activiteit van de formatio reticularis
D
alle fasen van de slaap worden gekenmerkt door EEG ritmes met een frequentie < 2Hz

Answer 5

B
EEG meet vooral de gesynchroniseerde activiteit van piramidale neuronen in de cortex

Question 6

Bij een patiënt wordt de knipperreflex getest door aanraking van de cornea van het rechteroog. Het rechteroog vertoont de reflex, maar het
linkeroog niet.
Wat is de juiste interpretatie van deze bevindingen?
A
normale knipperreflex, want deze is niet consensueel
B
laesie van de n. trigeminus links
C
laesie van de n. facialis links
D
laesie van de n. oculomotorius links

Answer 6

C
laesie van de n. facialis links

Question 7

Als bij neurologisch onderzoek fasciculaties worden gevonden, kan dat wijzen op een ernstige ziekte, maar in sommige spieren worden
fasciculaties ook gezien bij oudere, gezonde personen.
In welke spier kan bij ouderen het optreden van fasciculaties als normaal worden beschouwd?
A
M. Deltoideus
B
M. Gastrocnemius
C
M. Masseter
D
M. Trapezius

Answer 7

B
M. Gastrocnemius

Question 8

Een 80-jarige man is sinds een dag comateus nadat hij een hartstilstand kreeg en na enkele minuten werd gereanimeerd. Hij is geïntubeerd maar
heeft wel een ademprikkel. Bij neurologisch onderzoek zijn de pupilreflexen op licht en de corneareflexen aanwezig.
In welk deel van de hersenen is het meest waarschijnlijk de schade ontstaan die het coma veroorzaakt?
A
hippocampus
B
cortex cerebri
C
diepe witte stof
D
Hersenstam

Answer 8

B
cortex cerebri

Question 9

Een 60-jarige vrouw struikelt op straat en landt hard met haar hoofd tegen de stoeprand. Zij blijft bij bewustzijn en heeft erna geen
posttraumatische amnesie. Zij is altijd gezond geweest en gebruikt geen medicijnen. Bij onderzoek op de spoedeisende hulp heeft zij behalve een
dikke bult boven haar linkeroor geen afwijkingen.
Welk beleid is nu geïndiceerd?
A
geen verdere diagnostiek, kan naar huis
B
geen verdere diagnostiek, opname ter observatie
C
CT-hersenen, verder beleid afhankelijk van uitslag
D
CT-hersenen, opname ongeacht uitslag

Answer 9

C
CT-hersenen, verder beleid afhankelijk van uitslag

Question 10

Een 74-jarige vrouw krijgt plotseling last van een hevige draaiduizeligheid zonder motorische en sensibele uitval en zonder oorsuizen. Inmiddels
bestaat de klacht al bijna een dag.
Wat is de meest waarschijnlijke diagnose?
A
area postremasyndroom
B
brughoektumor
C
neuritis vestibularis
D
Tumarkin aanval

Answer 10

C
neuritis vestibularis

Question 11

Wat is een Tumarkin aanval?

Answer 11

Als iemand plotseling valt zonder duizelig/misselijk/bewustzijnsverlies

Question 12

Waardoor komt een tumarkin aanval?

Answer 12

Door een mechanische vervorming in de oroliethorganen waardoor activering van de evenwichtsreflexen

Question 13

Wat is area postremasyndroom?

Answer 13

Milde vorm van neuromyelitis optica

Question 14

Bij welke oorzaak van myelopathie zonder compressie blijft de gnostische sensibiliteit relatief gespaard?
A
ischemie stroomgebied a. spinalis anterior
B
ischemie stroomgebied a. spinalis posterior
C
vacuolaire myelopathie bij AIDS
D
vitamine B12 deficiëntie

Answer 14

A
ischemie stroomgebied a. spinalis anterior

Question 15

Een 68-jarige man gaat de laatste zes maanden steeds moeilijker lopen, waarbij de ernst van de klachten nauwelijks wisselt in de loop van de dag.
Bij onderzoek blijkt er sprake van zwakte van de bovenbeenspieren, maar ook is er een lichte parese van de schouderspieren. De sensibiliteit is
intact.
In welke categorie van aandoeningen is de oorzaak van de zwakte het meest waarschijnlijk te vinden?
A
myastheen syndroom
B
myopathie
C
Neuropathie

Answer 15

B
myopathie

Question 16

Een 50-jarige man presenteert zich met een progressieve spierzwakte sinds ongeveer zes maanden. Bij een elektromyografie wordt een
vertraagde zenuwgeleiding gevonden met op meerdere plaatsen in verschillende zenuwen ook geleidingsblokkades.
Op welke aandoening wijzen deze bevindingen?
A
adulte vorm van spinale spieratrofie (SMA type 4)
B
cervicale myelopathie
C
multifocale motorische neuropathie (MMN)
D
amyotrofische laterale sclerose (ALS)

Answer 16

C
multifocale motorische neuropathie (MMN)

Question 17

Op de spoedeisende hulp ziet de SEH-arts een comateuze patiënt. Er bestaat een sterke verdenking op een bacteriële meningitis.
Plaats de te verrichten handelingen in de juiste volgorde (de eerst te verrichten handeling boven, en zo verder).
(5)

Answer 17

1.bloedkweek
2.iv steroiden
3.iv antibiotica
4.CT hersenen
5.lumbaalpunctie (chemie en kweek)

Question 18

Een vrouw van 33 jaar komt bij de huisarts i.v.m. een pijnloos rood oog met een waterige afscheiding.
Wat is de meest waarschijnlijke diagnose?
A
virale conjunctivitis
B
acuut glaucoom
C
bacteriële conjunctivitis
D
Episcleritis

Answer 18

A
virale conjunctivitis

Question 19

U bent coassistent bij de huisarts. Op het spreekuur komt mevrouw P. 47 jaar. Ze vertelt al enige weken last te hebben van jeuk aan haar ogen en
prut tussen haar wimpers. Bij lichamelijk onderzoek ziet u aan beide ogen een wat geïrriteerd beeld van de oogleden met débris en schilfertjes
tussen de wimpers. Aan de oogbol zelf ziet u geen afwijkingen.
Wat is hier de meest waarschijnlijke diagnose?
A
chalazion
B
keratitis
C
blefaritis
D
Conjunctivitis

Answer 19

C
blefaritis

Question 20

Een 48-jarige man vertelt u dat hij steeds slechter zijn kaarten bij het klaverjassen kan lezen. En in de loop van de dag vaak een gespannen gevoel
aan zijn voorhoofd heeft.
Wat is de meest waarschijnlijke diagnose?
A
myopie
B
astigmatisme
C
presbyopie
D
Metamorfopsie

Answer 20

C
presbyopie

Question 21

Wat is presbyopie?

Answer 21

Ouderdomsverziendheid

Question 22

U ziet op uw spreekuur een 35-jarige vrouw met hoofdpijn en verminderde visus, beiderzijds. In de verwijzing staat vermeld dat zij de laatste tijd
fors in gewicht is toegenomen, geen kinderen heeft en emotioneel labiel is.
Wat is de meest waarschijnlijke uitkomst van gezichtsveldonderzoek volgens Donders?
A
geen afwijkingen
B
homonieme hemianopsie in het onderste kwadrant
C
homonieme hemianopsie in het bovenste kwadrant
D
bitemporale hemianopsie

Answer 22

D
bitemporale hemianopsie

Question 23

Een kind van 4 jaar, verder gezond behoudens verkoudheid, presenteert zich op de spoedeisende hulp met een forse zwelling en roodheid van de
rechter oogleden. Een dag eerder was de zwelling begonnen, nu kan het ooglid met geen mogelijkheid meer open en het oog kan dus niet
beoordeeld worden.
Welke stap is nu geïndiceerd?
A
direct plannen voor inspectie van het oog onder narcose
B
direct start steroïden
C
opname met intraveneus antibiotica en beeldvorming
D
bloedkweek en algemeen bloedonderzoek afnemen en uitslagen afwachten zodat gericht behandeld kan worden

Answer 23

C
opname met intraveneus antibiotica en beeldvorming

Question 24

Welke van de onderstaande afwijkingen past bij non-proliferatieve diabetische retinopathie?
A
diabetisch macula oedeem
B
rubeosis irides
C
microaneurysmata
D
Glasvochtbloeding

Answer 24

C
microaneurysmata

Question 25

Een acute eenzijdige visusdaling met papiloedeem is het meest verdacht voor:
A
neuritis retrobulbaris
B
opticopathie van Leber (LHON)
C
AION (anterieure ischemische opticoneuropathie)
D
bloeding bij hersentumor

Answer 25

C
AION (anterieure ischemische opticoneuropathie)

Question 26

Wat is opticopathie van Leber (LHON)? Waardoor?

Answer 26

Erfelijke X-gebonden ziekte waardoor mensen slechtziend zijn door geen goede werking cellen in oogzenuw

Question 27

Zowel op een polikliniek in een ziekenhuis als op het spreekuur van de huisarts komen veel patiënten met oogklachten en symptomen.
Geef de juiste volgorde aan (van meest tot minst vaak voorkomend) van de incidentie van de volgende oogheelkundige aandoeningen.
A
infectieuze conjunctivitis, ooglidrandafwijkingen, corpus alienum
B
infectieuze conjunctivitis, corpus alienum, ooglidrandafwijkingen
C
corpus alienum, ooglidrandafwijkingen, infectieuze conjunctivitis
D
corpus alienum, infectieuze conjunctivitis, ooglidrandafwijkingen

Answer 27

A
infectieuze conjunctivitis, ooglidrandafwijkingen, corpus alienum

Question 28

De heer Van de B, 34 jaar, komt voor de 2de keer met klachten passend bij een uveitis anterior bij de oogarts.
Welk aanvullend onderzoek is nu geïndiceerd?
A
Toxoplasmose serologie
B
HLA-B27 antigeen
C
reuma serologie
D
alle drie de testen

Answer 28

B
HLA-B27 antigeen

Question 29

Wat is een typische keratoconus?
A
een bolvormige uitbochting van het hoornvlies
B
en keegelvormige vormverandering van het hoornvlies
C
een cornea met perifere troebelingen/littekens
D
alle bovengenoemde alternatieven zijn mogelijk

Answer 29

B
en keegelvormige vormverandering van het hoornvlies

Question 30

Welke twee symptomen zijn het meest kenmerkend voor intracraniële tumoren?
A
paraparese benen
B
epileptische aanval
C
nystagmus
D
eenzijdige parese van arm en been

Answer 30

B
epileptische aanval
D
eenzijdige parese van arm en been

Question 31

Een patiënt, bekend met een prostaatcarcinoom, heeft progressieve rugpijn met sinds 3 dagen beiderzijds bandvormige uitstraling naar voren die
verergert bij het overeind komen (staan/zitten) en sinds 1 dag kan hij moeilijk lopen en niet goed plassen. Bij neurologisch onderzoek heeft hij een
paraparese van de benen met zeer hoge reflexen en en voetzoolreflex volgens Babinski beiderzijds.
Wat is de beste verklaring voor zijn klachten?
A
myelumcompressie door tumormetastase
B
door tumormetastase
C
door ingroei tumormetastase
D
caudasyndroom door tumormetastase

Answer 31

A
myelumcompressie door tumormetastase

Question 32

De meeste epileptische aanvallen houden binnen een paar minuten vanzelf op. Als een tonisch clonische aanval te lang duurt kan dit gevaarlijk
zijn. Daarom worden familieleden van patiënten met dit soort aanvallen geïnstrueerd om na 2 minuten in te grijpen.
Wat is de categorie medicatie die dan is aangewezen?
A
bètablokkers
B
benzodiazepines
C
natriumkanaalblokkers
D
Barbituraten

Answer 32

B
benzodiazepines

Question 33

Een 33-jarige man meldt zich ‘s ochtends op uw spreekuur. Sinds een half uur heeft hij hevige hoofdpijn ter plaatse van zijn linkerslaap. Hij heeft
de afgelopen dagen al vaker deze hoofdpijnaanvallen gehad. Bij neurologisch onderzoek ziet u een pijnlijke man die steeds zijn neus snuit met een
wat rood linker oog met hangend ooglid.
Wat is uw werkdiagnose?
A
migraine
B
sinusitis
C
clusterhoofdpijn
D
trigeminus neuralgie

Answer 33

C
Clusterhoofdpijn

Question 34

De partner van patiënt Visser raakt wat bezorgd tijdens het consult en begint de vragen van de huisarts aan de patiënt zelf te beantwoorden. De
patiënt vertelt daardoor steeds minder zelf en beland wat op de achtergrond in het gesprek.
De huisarts dient zich nu vooral te richten op het:
A
structureren van het gesprek
B
begrenzen van de partner
C
negeren van de partner

Answer 34

A
structureren van het gesprek