Ma - Multipele Sclerose

Question 1

Wat betekent disseminatie in tijd en plaats bij MS?

Answer 1

Gaat over de klachten, klachten moeten op andere plekken op ten minste 2 momenten in de tijd, ten minste 2 verschillende localisaties

Question 2

Wat is de pathologie van MS?

Answer 2

T cellen worden autoreactief, gaan het CZS binnen, vervolgen cascade van ontstekingsreacties met B-cellen, hierdoor ontstaat er de-myelinisatie en axonaal verlies.

Question 3

Wat zijn de soorten MS, en welke komt het meest voor?

Answer 3

Relapsing-remitting, secundair progressief, primair progressief. Relapsing-remitting komt het meeste voor

Question 4

Bij welke ziekte komen de volgende antistoffen voor: aquaporine-4 en anti-MOG antistoffen, bij een ontsteking van oogzenuw en myelum

Answer 4

Neuromyelitis optica (m. Devic)

Question 5

Wat voor soort laesies zie je op MRI bij MS? (4)

Answer 5

Periventriculaire laesies, infracentriële laesies, juxtacorticale laesies, aangekleurde laesie met gadolineum

Question 6

Bij MS zie je zeer vaak oligoclonale banden op liquoronderzoek: Waar of niet waar?

Answer 6

Waar

Question 7

Wat zijn de behandelingen bij MS? (3)

Answer 7

1.interferon beta 1a injecties, 2. natalizumab, 3. ocrelizumab

Question 8

Wat is het werkingsmechanisme van natalizumab? Wat is het?

Answer 8

Gehumaniseerde monoclonale antistof, selectieve adesie-molecuul remmer tegen alpha4-integrine op lymfocyten. Hierdoor kunnen de lymfocyten dus niet het CZS binnen

Question 9

Waar moet getest op worden bij natalizumab behandeling? Waarom?

Answer 9

JC virus, omdat natalizumab het immuunsysteem in de hersenen aantast.

Question 10

Wat zorgt voor Progressieve multifocale leukencefalopathie (PML)? Wat is het?

Answer 10

JC virus, het is een demyeliniserende aandoening bij MS met redelijke mortaliteit

Question 11

Bij een hoge seroprevalentie anti-JCV antibodies in het bloed is iemand (niet/wel) besmet

Answer 11

Wel