2B3 week 11 Flashcards
(61 cards)
vasculitis
ontsteking van bloedvaten
pathogenese vasculitis van de grote en middelgrote vaten
- ontsteking begint in adventitia
- DC wordt geactiveerd en blijft in de adventitia
- lymfocyten gaan via vasa vasorum naar de DC en worden geactiveerd en gaan cytokines produceren
- ontsteking trekt steeds meer naar de binnenkant, uiteindelijk is de hele vaatwand ontstoken
door wat kunnen vasculitiden van de kleine vaten veroorzaakt worden?
immuuncomplexen en ANCA’s
pathogenese vasculitis van de kleine vaten door immuuncomplexen
- bij een grote overmaat aan immuuncomplexen zullen deze neerslaan in de vaatwand (lever en milt hebben opruimcapaciteit bereikt)
- leukocyten worden geactiveerd om neergeslagen immuuncomplexen op te ruimen, waarbij vaatwand beschadigt
pathogenese vasculitis van de kleine vaten door ANCA’s
- als de neutrofiel geactiveerd wordt gaan bepaalde antigenen in het cytoplasma naar het celoppervlak
- ANCA’s binden aan die antigenen, waardoor de neutrofiele granulocyt adhesiefactoren tot expressie gaat brengen
- neutrofiele granulocyt hecht aan de vaatwand en beschadigt deze
symptomen vasculitis als gevolg van
vrijkomen inflammatoire cytokinen, ischemische schade aan bepaalde weefsels
kenmerken vasculitiden
- meestal subacuut beloop (weken-maanden)
- pijn
- tekenen van ontsteking prominent (koorts, rash, artritis)
- vaak multi-orgaan dysfunctie
gevolgen vaatwandontsteking
vernauwing, trombose, vaatwandvernauwing met evt. ruptuur
voorbeeld vasculitis grote vaten
aortitis
voorbeelden vasculitis middelgrote vaten
Polyarteritis nodosa (PAN), Kawasaki
Polyarteritis nodosa (PAN)
- aspecifiek begin
- vasculitis fase: huid, zenuwen, tr. digestivus, hart
- sterke associatie met hep B infectie
- behandeling: hep behandeling bij onderliggende hep infectie, prednison + cyclofosfamide
Kawasaki
- kinderziekte, incidentie 10/100.000, mogelijk associatie met COVID-19
- behandeling: gammaglobuline + aspirine, preventie coronairlijden
huidafwijkingen bij vasculitis van de kleine bloedvaten
- Henoch-Schönlein
- Hypersensitivity vasculitis
- Cryoglobulinemie
Henoch-Schönlein
- m.n. bij kinderen, vaak uitgelokt na (BLW)infectie, vaker in winder en najaar, gemiddelde leeftijd 5,9 jaar, 93% <9 jaar
- purpura, artritis, buikklachten, nierbetrokkenheid, koorts
- histologie: leucocytoclastische vasculitis, IgA-1 deposities
- behandeling: expectatief, NSAID’s?
- prognose: goed, soms opflakkeringen
hypersensitivity vasculitis
- beperkt tot de huid
- uitlokkende factor (bv. medicatie)
- onderscheid met Henoch-Schönlein: wel of geen IgA –> bij hypersensitivity vasculitis IgG
- prognose: goed, verdwijnt na 1-4 weken
cryoglobulinaemie
- cryoglobulines: antistoffen die neerslaan onder koude omstandigheden en oplossen bij opwarmen
- symptomen: huid, zenuwen, nieren
- behandeling: bij hep C positiviteit: alfa interferon + ribavarine, indien levensbedreigend: hoge doseringen steroïden + cyclofosfamide, indien beperkt tot huid en hep C negatief: geen behandeling
cyclisch patroon in geschiedenis van infectie- en immuunziekten
- ecologisch evenwicht binnen regio
- populatiegroei tot natuurlijke grens is bereikt
- militaire verovering, handel en/of migratie
- ‘Spillover’ van ene disease pool naar andere
- Uitbraak epidemieën, m.n. in host region
- domesticatie van infectieziekte (endemische fase, terug naar 1)
configuratie model
unieke combinatie van lokale omstandigheden die gezonde balans verstoort
- holistisch, inclusief, interactief, contextueel, multifactorieel
contaminatie model
besmetting mens op mens (transmissie)
- meer algemeen: 1 specifieke event of agent als oorzaak. Dus monocausaal, reductionistisch
Guillain-Barré syndroom (GBS)
acute post-infectieuze polyradiculoneuropathie
- 1-4 weken voor neurologische uitval infectie of vaccinatie
- myeline wordt aangevallen door macrofagen waardoor gaten in de myeline ontstaan, axon kan ook beschadigd raken