3 Algemene principes Flashcards

(9 cards)

1
Q

Wat is een populatie in een onderzoek?

A

Populatie: De volledige groep waar je informatie over wilt verzamelen.
Voorbeelden:
- (Alle) klanten van IKEA die in het afgelopen jaar minimaal één aankoop hebben gedaan.
- (Alle) schoolgaande jongeren van 12 tot 18 jaar.
- (Alle) werknemers van het Virga Jessa ziekenhuis, campus Hasselt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is een steekproef in een onderzoek?

A

Steekproef: Een geselecteerde groep uit de populatie die wordt onderzocht.
De steekproef moet representatief zijn, wat betekent dat belangrijke kenmerken van de populatie erin terugkomen.

Voorbeeld:
Als 70% van de IKEA-klanten jonger is dan 40 jaar, moet dit ook in de steekproef zo zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is representativiteit in een steekproef?

A

Representativiteit: De mate waarin de steekproef de populatie weerspiegelt.
Alleen relevante kenmerken hoeven opgenomen te worden.
Voorbeeld: Voor een onderzoek naar koopgedrag bij IKEA is het belangrijk om lichte en zware gebruikers te onderscheiden, maar niet of klanten met de auto komen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is een variabele in een onderzoek?

A

Variabele: Het kenmerk dat je meet of onderzoekt.
Voorbeelden:
- Het gespendeerde bedrag per winkelbezoek (in euro’s).
- Smartphonegebruik (in minuten per dag).
- Werktevredenheid (score op 10).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat betekent validiteit in een onderzoek?

A
  • Validiteit betekent dat een onderzoek echt meet wat gemeten moet worden.
  • Een onderzoek is valide als de vragen en methoden de juiste informatie opleveren.
  • Sociaal wenselijke antwoorden (zoals afval weggooien op straat) en vage vragen kunnen validiteit verlagen.
  • Om een breed concept (zoals werktevredenheid) goed te meten, moeten meerdere relevante aspecten worden bevraagd.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat betekent betrouwbaarheid in een onderzoek?

A

Betrouwbaarheid: De mate waarin een onderzoek bij herhaling dezelfde resultaten oplevert.
Voorwaarden: Het onderzoek moet reproduceerbaar zijn en volledig beschreven in het rapport.
Voorbeeld: Bij een identieke vierling die elk 3 kg weegt, moet een betrouwbare weegschaal telkens hetzelfde gewicht aangeven.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Waarom is ethiek belangrijk in een onderzoek?

A

Onderzoeken kunnen zo worden opgezet dat ze iets ‘bewijzen’ zonder echte meerwaarde.

  • Te weinig of irrelevante respondenten leiden tot misleidende resultaten.
  • Misleidende of onduidelijke vragen geven foutieve data.
  • Secundaire gegevens kunnen ongeschikt zijn voor het onderzoek.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat zijn de gevolgen van slechte ethiek in onderzoek?

GISO

Gabriel Invente Ses Œuvres

A
  1. Geen meerwaarde: Het onderzoek levert geen bruikbare inzichten voor het bedrijf.
  2. Irritatie bij respondenten: Dit kan leiden tot minder respons en negatieve ervaringen.
  3. Schade aan het imago: Het bedrijf kan reputatieschade oplopen.
  4. Onnodige kosten: Het onderzoek wordt inefficiënt en verspilt middelen.

→ Rapporteer altijd eerlijk wat je gedaan hebt, en waarom. Ook als iets niet ideaal is verlopen. Geef dit aan als limitatie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zijn de ethische richtlijnen bij onderzoek?

CSEVIAOC

Charles Sait Évaluer Vite une Idée Avec Objectivité et Clarté.”

A
  1. Correcte behandeling van deelnemers:
    - Geen gedwongen deelname, deelnemers mogen op elk moment stoppen.
  2. Speciale aandacht voor kwetsbare groepen: Bijvoorbeeld kinderen → Toestemming van ouders is vereist.
  3. Enkel bevragen wat nodig is: Gebruik de verzamelde gegevens alleen voor het onderzoeksdoel en niet voor andere commerciële doeleinden.
  4. Vertrouwelijkheid van gegevens: Bescherm persoonlijke gegevens. Stel een bewaartermijn in, bijvoorbeeld 6 maanden.
  5. Informed consent: Informeer deelnemers duidelijk over het onderzoek en wat er met de resultaten gebeurt.
  6. Anonimiteit: Rapporteer globale conclusies, geen persoonlijke gegevens tenzij expliciet afgesproken.
  7. Objectiviteit: Blijf onbevooroordeeld, zowel naar deelnemers als naar de opdrachtgever.
  8. Correcte methoden: Volg de juiste onderzoeksmethoden en vermeld eventuele beperkingen in het rapport.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly