3.1 Flashcards

1
Q

Welke dingen zeggen iets over je cultuur?

A
  • Wat je eet
  • Welke kleren je draagt
  • Welk geloof je aanhangt
  • Wat je normaal vindt
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Multiculturele samenleving

A

Een samenleving waar mensen uit

meerdere landen met een eigen cultuur wonen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Herkomst

A

het land waarin je bent geboren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Allochtoon

A

Als één van de ouders in het buitenland is geboren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Autochtoon

A

Als beide ouders in Nederland zijn geboren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Dan ben je een Nederlander

A

Als je een Nederlands paspoort of identiteitskaart hebt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Afkomst

A

Waar je voorouders vandaan komen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Migrant

A

Iemand die verhuist (binnen een land of

naar een ander land)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Emigrant

A

Iemand die uit een land verhuist

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Immigrant

A

Iemand die in een ander land komt wonen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Pushfactoren

A

Omstandigheden in een gebied waardoor mensen willen vertrekken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Pullfactoren

A

Omstandigheden in een gebied die mensen aantrekken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Noem drie pushfactoren

A
  • Werkloosheid
  • Natuurrampen
  • Oorlogen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Noem drie pullfactoren

A
  • Betere baan
  • Familie
  • Klimaat
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Een samenleving waar mensen uit

meerdere landen met een eigen cultuur wonen.

A

Multiculturele samenleving

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

het land waarin je bent geboren

A

Herkomst

17
Q

Als één van de ouders in het buitenland is geboren.

A

Allochtoon

18
Q

Als beide ouders in Nederland zijn geboren.

A

Autochtoon

19
Q

Als je een Nederlands paspoort of identiteitskaart hebt.

A

Dan ben je een Nederlander

20
Q

Waar je voorouders vandaan komen.

A

Afkomst

21
Q

Iemand die verhuist (binnen een land of

naar een ander land)

A

Migrant

22
Q

Iemand die uit een land verhuist

A

Emigrant

23
Q

Iemand die in een ander land komt wonen.

A

Immigrant

24
Q

Omstandigheden in een gebied waardoor mensen willen vertrekken.

A

Pushfactoren

25
Q

Omstandigheden in een gebied die mensen aantrekken.

A

Pullfactoren