4.4 Op vakantie Flashcards

1
Q

Actieve vakantie

A

Doevakantie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Begroting

A

Overzicht van inkomsten en uitgaven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Dubbelseizoen

A

Een gebied heeft een dubbelseizoen als vakantiegangers het gebied zowel in

de zomer als in de winter bezoeken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Massatoerisme

A

Veel toerisme die tegelijkertijd in hetzelfde vakantie gebied

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Passieve vakantie

A

Luie vakantie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Plooiingsgebergte

A

Gebergten die zijn ontstaan door plooiing van de aardkorst, door botsing van

aardplaten en als een zware aardplaat onder een lichtere duikt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Recreatie

A

Vrije tijd die je gebruikt voor je plezier

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Toerisme

A

Als je voor recreatie naar een ander gebied gaat dan waar je zelf woont

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Vakantiegebied

A

Gebied waar veel mensen op vakantie gaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly