5.2 Monniken en ridders Flashcards

1
Q

Tijd van monniken en ridders

A

Historisch tijdvak, dat duurde van 500 tot 1000

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Edelen/adel

A

Belangrijke mensen met macht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Graaf

A

Bestuurder van een gebied (tijd van monniken en ridders)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Graafschap

A

Gebied bestuurd door een graaf

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Geestelijken

A

Werkt voor een godsdienst

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Klooster

A

Gebouw waar monniken en nonnen leven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Monniken

A

Mannelijke geestelijke in een klooster

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Nonnen

A

Vrouwelijke geestelijke in een klooster

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Priesters

A

Godsdienstig leider in de kerk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Preek

A

Godsdienstige uitleg

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Horigen

A

Boer met weinig vrijheid;

hij ‘hoorde’ bij een stuk land en was gehoorzaam aan zijn heer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Heer

A

Edelman die de baas was over een gebied

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Ridders

A

Ruiter, soldaat te paard

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q
A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Reversed

Historisch tijdvak, dat duurde van 500 tot 1000

A

Tijd van monniken en ridders

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Reversed

Belangrijke mesnsen met macht

A

Edelen/adel

17
Q

Reversed

Bestuurder van een gebied (tijd van monniken en ridders)

A

Graaf

18
Q

Reversed

Gebied bestuurd door een graaf

A

Graafschap

19
Q

Reversed

Werkt voor een godsdienst

A

Geestelijken

20
Q

Reversed

Gebouw waar monniken en nonnen leven

A

Klooster

21
Q

Reversed

Mannelijke geestelijke in een klooster

A

Monniken

22
Q

Reversed

Vrouwelijke geestelijke in een klooster

A

Nonnen

23
Q

Reversed

Godsdienstig leider in de kerk

A

Priesters

24
Q

Reversed

Godsdienstige uitleg

A

Preek

25
Q

Reversed

Boer met weinig vrijheid;

hij ‘hoorde’ bij een stuk land en was gehoorzaam aan zijn heer

A

Horigen

26
Q

Reversed

Edelman die de baas was over een gebied

A

Heer

27
Q

Reversed

Ruiter, soldaat te paard

A

Ridders