3.6 Nationale overheid Flashcards
(7 cards)
Regering
Uitvoeren van wetten. Bestaat uit de Koning(in) en de ministers.
Constitutionele monarchie
De Koning(in) is een aan grondwettelijke regels gebonden staatshoofd.
Ministriële verantwoordelijkheid
Volgens de ministriële verantwoordelijkheid is niet de Koning(in), maar zijn de ministers verantwoordelijk voor het regeringsbeleid.
Kabinet
Ministers en staatssecretarissen (moeten oa. de werkdruk van ministers verlichten).
Ministerraad
Alleen de ministers.
Minister
Is:
- Het hoofd van de ambtelijke staf van zijn of haar departement.
- Politiek verantwoordelijk voor zijn of haar beleidsterrein.
- Politiek verantwoordelijk voor het gehele regeringsbeleid.
- Een politicus behorend bij een bepaalde partij.
Ze hebben een grote zelfstandigheid.
Parlement (NL: de Staten-Generaal)
Bestaat uit de Eerste en de Tweede Kamer. Om de 4 jaar worden er 75 leden voor de Eerste Kamer gekozen door de leden van de provinciale staten. De 150 leden van de Tweede Kamer worden om de 4 jaar gekozen door de bevolking. De Tweede Kamer kan wetsvoorstellen maken of wijzigingen aanbrengen in regeringsvoorstellen (= recht van iniatief en recht van amendement). De Eerste Kamer kan alleen wetsvoorstellen van de Tweede Kamer verwerpen of aanvaarden. Parlement controleert regering.