4. Structuur Flashcards
(7 cards)
Wat is een organisatiestructuur?
Beschrijft wie wat doet, wie rapporteert aan wie, en hoe afdelingen samenwerken
Formele vs. informele organisatie?
Formeel = hiërarchie en regels
Informeel = omgangsvormen en cultuur
Wat is kenmerkend voor een lijnorganisatie?
Duidelijke hiërarchie, één leidinggevende per medewerker
Wat is een typisch kenmerk van een stafdienst? Geef een voorbeeld.
Ondersteunend zonder directe leiding (bv. HR)
Spanwijdte vs. spandiepte?
Spanwijdte = aantal medewerkers onder 1 leidinggevende
Spandiepte = aantal lagen
Welke verschillende organisatie-indelingen zijn er:
Functioneel (taak)
Productgericht (product)
Geografisch (regio)
Marktgericht (doelgroep)
Wat is kenmerkend voor een matrixorganisatie? Geef een concreet voorbeeld.
Twee lijnen van leiding: per project en per afdeling
Voorbeeld: Een ingenieur werkt voor de technische afdeling én voor een projectteam → twee bazen