6. Leiderschap Flashcards

(6 cards)

1
Q

Wat is leidinggeven?

A

Aansturen van medewerkers om prestaties te bevorderen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welke 4 stijlen van leidinggeven zijn er?

A

Instrueren: Duidelijke instructies geven bij lage taakvolwassenheid
Coachen: Begeleiden en ontwikkelen van vaardigheden bij enige ervaring
Motiveren: Verhogen van motivatie bij ervaren medewerkers
Delegeren: Volledige verantwoordelijkheid geven bij hoge taakvolwassenheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Rijnlands vs. Angelsaksisch model?

A

Rijnlands = mensgericht (familiebedrijf)
Angelsaksisch = winst- en taakgericht (Multinational)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Blake & Mouton: mensgericht vs. taakgericht?

A

Mensgericht = welzijn medewerkers
Taakgericht = resultaten behalen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is situationeel leiderschap?

A

Afstemmen van stijl op taakvolwassenheid van medewerker

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is een participatieve leider?

A

Iemand die teamleden betrekt in beslissingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly