5+6 Flashcards
(59 cards)
toeval en willekeur
caso e casualità
beperking
vincolo, vincoli
ik doe mijn best
do il meglio
Preferirei saltare oggi
vandaag sla ik liever over
de beroemste poezie
la poesia più famosa
vierkantje
piazzetta
je bent gek
sei matto
risultare
blijken (to result)
aimè
arme ik
ontwijken
schivare, schivo, schivando
appena sfornate
vers gebakken
Sulla soglia
op de drempel
uilen op een tak
gufi su un ramo
di fianco a un ragazzo
naast een jongen
come un naufrago
als een schipbreukeling
sluit de luiken
chiude le imposte
kortademigheid
fiato corto
de pot sist
la pentola sfrigola
i manici sono roventi
de handvatten zijn heet/roodgloeiend
haalbaar
fattibile
twee nerds
due smanetta
zeef
setaccio
ciglio della strada
rand van de straat
wimper
ciglio