5 deviantie Flashcards

(42 cards)

1
Q

ethische / morele controleorde

A

neemt de vorm aan van de publieke opinie, persoonlijke idealen, religie, kunstvormen enz

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

politieke controleorde

A

zit vervat in het recht, het leger, de politie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

folkways

A

collectieve gewoonten, elementaire gezichtspunten of methodes die betrekking hebben op wat juist, effectief en/of goed is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

mores

A

= rationalisaties van gewoonten = een folkways in doctrines. Hier kunnen sancties op volgen indien niet nageleefd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

morele regels

A

hebben als fundamenteel kenmerk dat ze niet alleen verplicht zijn, maar ook gewenst worden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

subjectieve moraliteit

A

betekent dat elk individu het morele bewustzijn op haar/zijn eigen specifieke wijze uitdrukt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

objectieve moraliteit

A

bestaat uit de gemeenschappelijke en onpersoonlijke standaard die we gebruiken om menselijk handelen te evalueren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

analytisch gevolg

A

volgt uit de handeling zelf en is dus een inherent gevolg van de handeling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

synthetisch gevolg

A

wanneer de sanctie niet inherent verbonden is aan onze daad, maar wordt opgelegd omdat een handeling een regel overtreedt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

coöperatieve relaties

A

in tegenstelling tot relaties die op autoriteit gebaseerd zijn, liggen aan de basis van het bewustzijn van ideale en gewenste regels die men zonder dwang naleeft

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

moreel realisme

A

morele stelregels zijn niet abstract, maar gebonden aan concrete externe figuren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

collectief handelen

A

Hierbij is de samenleving een netwerk van interacties, waarbij de houdingen en gedragingen van interactiepartners op elkaar afgestemd zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

crusading refomers

A

vertegenwoordigen een klasse of maatschappelijke groep en baseren hun maatschappijvisie op een absolute ethiek die een alternatieve visie uitsluit.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

wetgevingsproces

A

Maatschappelijke ongelijkheid en de daarbij behorende politieke machtsongelijkheid zorgen ervoor dat het handelen van bepaalde groepen meer aan regels onderhevig is dan het handelen van anderen. Politieke macht is hierbinnen dus een belangrijke variabele.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

relatief karakter

A

gedrag dat in de ene sociale context als afwijkend wordt beschouwd, is dit niet noodzakelijk in een andere context

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

normaal karakter

A

een sociaal gegeven is normaal voor een bepaalde samenleving, binnen een gegeven fase in haar ontwikkeling, wanneer dat gegeven zich voordoet in een gemiddelde van samenlevingen die zich in een overeenkomstige evolutiefase bevinden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

anomie

A

Houdt in dat de samenleving er niet in slaagt individueel handelen vorm en richting te geven

18
Q

culturele doelstellingen

A

De behoeften en aspiraties die mensen verwerven of opbouwen via het culturele systeem waartoe ze behoren

19
Q

geïnstitutionaliseerde middelen

A

hierlangs kunnen culturele doelstellingen bereikt worden

20
Q

conformiteit

A

succes nastreven via legitieme middelen (bankdirecteur)

21
Q

innovatie

A

op niet legitieme manier jezelf dingen toeëigenen (bankovervaller)

22
Q

ritualisme

A

beschikt over middelen, maar niet over de ambitie meer middelen te verkrijgen (bureaucraat)

23
Q

terugtrekking

A

terugtrekken uit de samenleving en bv op straat gaan leven

24
Q

rebellie

A

volgens andere normen en waarden gaan leven

25
cultureel kapitaal
alle kennis, opleidingen en vaardigheden die een persoon bezit, bewust en onbewust -> specifieke leefstijl
26
sociale leertheorie
ontwikkeld door Julian Rotter, stelt dat het handelen van mensen bepaald wordt door de anticipatie op de effecten
27
interne controlelocus
oorzaak bepaald effect ligt in het individu
28
externe controlelocus
oorzaak bepaald effect ligt buiten zichzelf
29
machteloosheid
De verwachting of de kans dat een individu de uitkomst van zijn/haar eigen gedrag niet kan beïnvloeden
30
betekenisloosheid
De verwachting dat voldoening schenkende voorspellingen over de toekomstige gevolgen van handelen niet gemaakt kunnen worden
31
normloosheid
Door de afwezigheid van zulke normen en waarden wordt het maatschappelijk leven weinig voorspelbaar.
32
isolatie
het feit dat de individuen de waarden van een samenleving niet delen; wordt gekenmerkt door het feit dat er een lage beloningswaarde toegekend wordt aan doeleinden die door de samenleving in haar geheel als wenselijk beschouwd worden
33
zelfvervreemding
Is het resultaat van het ondergeschikt zijn van menselijke activiteiten aan criteria die buiten het individu liggen
34
situationele of mechanische verklaring
Een verklaring die inzicht geeft in de werking van de causale factoren op het moment van het gebeuren van het verschijnsel
35
historische verklaring
Een verklaring die probeert de antecedenten van het fenomeen aan te duiden
36
referentiekader
Het kader waardoor personen de situatie waarnemen en als een probleem beschouwen
37
aanhankelijkheid / attachment
De gevoeligheid voor de opinie van de anderen
38
toegewijdheid / commitment
De vrees die men heeft voor de gevolgen van delinquent handelen
39
betrokkenheid / involvement
De meeste mensen hebben door hun participatie in het sociale leven geen tijd om een deviante levensstijl te ontwikkelen
40
overtuiging / belief
De mate waarin men de collectieve waarden van een samenleving deelt
41
primaire deviantie
Is deviantie die aan de oorsprong ligt van een maatschappelijke reactie
42
secundaire deviantie
Individu beschouwt zichzelf door sanctionering etc nu zelf als deviant, dit is het beginpunt van zijn deviante loopbaan