:) Flashcards
(47 cards)
Leg uit: Windkessel effect
Het windkessel effect is een fysiologisch proces in grote elastische arteriën, wat de bloeddruk stabiliseert, de bloedstroom gelijkmatig houdt en het hart helpt bij het leveren van bloed aan de weefsels.
Tijdens de systole zet de aorta uit om de druk op te vangen, tijdens de diastole trekt de aorta samen om de druk gelijk te houden en zo continue bloedstroom in de circulatie te behouden.
Wat zijn de twee mechanisme tijdens inspanning, belangrijk voor contractieen leg uit?
- Frank-Starling mechanisme.
Dit intrinsieke regelmechanisme van het hart zorgt ervoor dat het hart harder samentrekt wanneer er meer uitrekking van hartcellen is. Tijdens inspanning gaat de veneuze bloedtoevoer omhoog, dus hogere vullingsdruk, dus sterkere contractie. - Sympathische stimulatie van beta-adrenerge receptoren
Wanneer het sympathische zenuwstelsel wordt geactiveerd worden neurotransmitters zoals (nor)adrenaline uitgescheiden. Deze binden aan beta-adrenerge receptoren op de cardiomyocyten en verhogen dan de hoeveelheid calcium. Meer calciuminflux, is meer contractiliteit.
Wat zijn de 4 limitaties voor zuurstoftransport naar cardiomyocyten?
- Coronaire perfusieproblemen
- Lage zuurstofspanning in capillairen
- Verminderde dichtheid capillairen
- Toegenomen diffusieafstand
Formule interne mechanisch vermogen
Berekening op basis van druk-volume-lussen en hartslag
MV (mmHg*ml/min) = uitstroomdruk (mmHg) x slagvolume (ml/slag) x hartslag (slagen/min)
Formule externe mechanisch vermogen
Berekening op basis van hartminuutvolume en arteriële bloeddruk
MV (mmHg*ml/min) = hartminuutvolume (ml/min) x arteriële druk (mmHg)
Leg de pressure-volume relation uit
Fase 1: Vullingsfase
Openen mitralisklep.
Bloed stroomt vanuit li atrium naar li ventrikel.
Fase 2: Isovolumetrische contractie
Sluiten mitralisklep.
Er verandert niets qua volume, omdat de druk in li ventrikel niet hoog genoeg is om de aortaklep te openen.
Fase 3: Ejectie fase
Openen aortaklep.
Bloed stroomt vanuit li ventrikel naar aorta.
Fase 4: Isovolumetrische relaxatie
Sluiten aortaklep. Li ventrikel ontspant.
Er verander niets qua volume, omdat beide kleppen gesloten zijn.
Formule ejectiefractie
EF = ((einddiastolisch volume – eindsystolisch volume) / einddiastolisch volume) x 100%
Formule slagvolume
SV = einddiastolisch volume – eindsystolisch volume
Wat doet een angriotensine receptorblokker?
Een angiotensinereceptorblokker blokkeert het effect van angiotensine II, waardoor vasodilatatie plaatsvindt. Hierdoor verminderd de arteriële afterload en is er een stijging in slagvolume.
Wat is de route van elektrische geleiding in het hart?
SA-knoop –> AV-knoop –> AV-bundel –> bundeltakken –> Purkinje fibers
Leg de herkenningspunten van een ECG uit
P-wave: spreiding van depolarisatie golf door de atria
PR-interval: geleiding door de AV-knoop
QRS: spreiding van de depolarisatie gold door de ventrikels
T-wave: repolarisatie van de ventrikels
Waardoor trekken eerst de atria samen, en daarna pas de ventrikels?
Er is vertraging van het elektrische signaal tussen de SA-knoop en AV-knoop. Hierdoor trekken eerst de atria samen, voordat de ventrikels samen kunnen trekken.
Waarom rekken de linker en de rechter ventrikel tegelijk samen?
Het linkerventrikel duurt langer om geheel te depolariseren vanwege meer spierweefsel. Echter is het verschil met rechts klein en trekken beide ventrikels tegelijk samen.
Wat zijn de 7 dingen die je afleest op een ECG?
- Ritme
- Frequentie
- Geleidingstijd
- Hart-as
- P-wave
- QRS-wave
- ST morfologie
Waardoor wordt het hartritme bepaald?
Het hartritme wordt bepaald door het rustmembraan potentiaal van de SA-knoop en de snelheid van depolarisatie.
Wat zijn de 3 ionen die belangrijk zijn voor depolarisatie, en waar zijn ze het hoogst en laagst?
Natrium (hoger buiten cel), calcium (hoger buiten cel) en kalium (hoger in cel).
Leg de volgorde van ion verplaatsing uit met de gebeurtenis in de grafiek
Eerst gaat natrium de cel in (prepotentiaal), dan calcium de cel in (potentiaal vanaf threshold), tot slot kalium de cel uit (tot rust).
Wat doet activatie van het sympatisch zenuwstelsel?
Activatie sympathisch zenuwstelsel met (nor)adrenaline zorgt voor hogere hartslag.
(Nor)adrenaline –> pacemakercellen en opent natriumkanalen en calciumkanalen, dus minder negatieve restmembraan potentiaal, dus snellere depolarisatie
Wat doet activatie van het parasympatisch zenuwstelsel?
Parasympatisch zenuwstelsel met acetylcholine zorgt voor lagere hartslag.
Acetylcholine –> pacemakercellen en opent kaliumkanalen, dus vertraging drempelpotentiaal, dus langzamere depolarisatie
Wat zijn de drie ionen die belangrijk zijn bij depolarisatie en hoe snel openen ze en hoe lang?
Natrium snel + kort.
Calcium gemiddeld snel + gemiddeld lang.
Kalium open langzaam maar langer.
Wat is de refractor periode?
Tijdens de refractory periode kunnen cardiomyocyten niet opnieuw gestimuleerd worden, wat essentieel is voor contractie/relaxatie van de cellen.
Wat is cardioplegic solution, waarvoor wordt het gebruikt en waarom werkt het?
Een donorhart wordt getransporteerd in cardioplegic solution, om contractie te voorkomen. Dat zou leiden tot necrose door O2 en glucose gebrek. De cardioplegic solution is laag in natrium, waardoor er geen natriuminvloed plaats vindt en er geen actiepotentiaal wordt bereikt.
Noem de 6 cellulaire markers op endotheelcellen en hun functie
- Von Willebrand, bloedstolling en aanhechting bloedplaatjes
- CD31, celadhesie en signalering tussen endotheelcellen
- HIF-1a, response op O2 tekort
- CE-cadherin, celadhesie en verbinding endotheelcellen
- VEGFR-1, celgroei en cel differentiatie
- VEGFR-2, angiogenese
Leg HIF-1a onder normoxische omstandigheden uit
Onder normale omstandigheden wordt HIF-1a afgebroken via het ubiquitinatiepad door hydroxylering. PHD’s voegen OH-groepen toe aan proline resten in het HIF-1a molecuul, dit is dus zuurstof afhankelijk. Op deze manier zijn ze gemarkeerd voor afbraak.
Het uitschakelen van PHD’s zal uiteindelijk leiden tot angiogenese