A2 H5 Flashcards
1
Q
baan, de
A
job
2
Q
interessant
A
interesting
3
Q
weten
A
to know
4
Q
dichtbij
A
close
5
Q
geldig
A
valid, acceptable
6
Q
theoretisch
A
theoretic(al)
7
Q
aanpakken
A
to organise
8
Q
geleden
A
ago
9
Q
duur, de
A
duration
10
Q
veranderen
A
to change
11
Q
de handvaardigheid
A
handicraft
12
Q
toekomst, de
A
future
13
Q
uitleggen
A
to explain
14
Q
de natuurkunde
A
physics
15
Q
mening, de
A
opinion
16
Q
fysiotherapie, de
A
physiotherapy
17
Q
oefenen
A
to train, to practice
18
Q
radio, de
A
radio
19
Q
studie, de
A
studies
20
Q
controleren
A
to check
21
Q
leraar, de
A
teacher
22
Q
de volwassene
A
adult
23
Q
basisschool
A
primary school
24
Q
leerling, de
A
student, pupil
25
**_onderwijs_****_,_** **_het_**
education
26
de vak
craft
27
de muziek
music
28
de grond
ground
29
wetenschappelijk
scientific
30
waarop
upon which
31
beschrijven
to describe
32
onvoldoende
insufficient
33
de architect
architect
34
samenwerken
to cooperate, to collaborate
35
tevreden
satisfied
36
**_niveau_****_,_** **_het_**
level
37
de arbeidsmarkt
job market
38
de kapper
barber, hairdresser
39
economie, de
economy
40
Engels
English
41
stap, de
step
42
de geschiedenis
history
43
krijgen
to receive
44
zeuren
to nag
45
snappen
to understand
46
hogeschool, de
college
47
afstuderen
to graduate
48
motivatie, de
motivation
49
patiënt, de
patient
50
opleiding, de
training, schooling
51
omgaan met
to handle, to manage
52
opnieuw
once again / all over again
53
tekenen
to draw
54
piloot, de
pilot
55
stom
stupid
56
de wiskunde
mathematics
57
de prestatie
achievement, performance
58
**_beroep_****_,_** **_het_**
profession
59
kok, de
cook, chef
60
juffrouw, de (school)
miss (school)
61
de biologie
biology
62
bezig zijn met
to be busy with, working on
63
de gymnastiek
gymnastic
64
bewegen
to move
65
prettig
comfortable, kind, likable
66
de scheikunde
chemistry
67
verpleegkundige, de
nurse
68
uitspreken
to pronounce
69
dichtbij
close
70
middelbaar (middelbare school)
secondary (secondary school)
71
voldoende
sufficient, adequate
72
schouder, de
shoulder
73
jongere, de
young person
74
actief
active
75
vervelend
boring
76
hard
hard
77
leren
to learn
78
rekenen
to calculate
79
biologie, de
biology
80
de onvoldoende
fail, unsatisfactory mark
81
**_het**_ _**weten_**
knowledge
82
kritisch
critical
83
scheidbare
separable
84
daarvoor
previously, formerly
85
de peuterspeelzaal
playgroup (preschool)
86
de begeleider
companion, supervisor
87
algemene
general
88
bijvoorbeeld
for example
89
de beroepskeuze
career choice
90
terwijl
while
91
vooropleiding, de
(preliminary) training
92
nodig
necessary
93
maatschappelijk werker, de
social worker
94
de aardrijkskunde
geography
95
meevallen (dat valt wel mee)
that's not so bad
96
verpleegkunde, de
nursing
97
theorie, de
theory
98
als
if, when, as
99
horen
to hear
100
geneeskunde, de
medicine
101
**_verleden_****_,_** **_het_**
past
102
opeens
suddenly
103
ervaring, de
experience
104
zelfstandig
independent
105
spier, de
muscle
106
de elektrotechnicus
electrical engineer
