AFPF 3.2 Flashcards

(16 cards)

1
Q

Voedingsstof - Definitie
NOG CONTROLEREN R&W

A

(An)organische stoffen waaruit organismes lichaamsweefsels opbouwen en verliezen aanvullen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Essentiële voedingsstof - Definitie

A

Voedingsstoffen die niet door het lichaam te bouwen zijn, ze moeten kant en klaar genuttigd worden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Welke voedingsgroepen maken onderdeel uit van een evenwichting voedingspatroon? (6)

A
  1. Koolhydraten
  2. Eiwitten
  3. Vetten
  4. Vitaminen
  5. Mineralen
  6. Vezels
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Bij welke BMI-waardes heeft een cliënt onder-/over-/ een normaal gewicht of obesitas?

A

<18,5 = ondergewicht
18,5-25 = normaal gewicht
25-30 = overgewicht
>30 = obesitas

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Welke groepen met mensen hebben specifieke voedingsvereisten?

A

Zwangeren
Menstruerende vrouwen
Mensen met een intolerantie
Baby’s en opgroeiende kinderen
Mensen met een maag-/darmafwijking

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat zijn de voornaamste mono-, di- en polysachariden?

A

Mono: Glucose, fructose
Di: Sacharose, lactose
Poly: Amylose, cellulose, glycogeen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat zijn de voedingsfuncties van verteerbare koolhydraten?

A

Verteerbare koolhydraten kan het lichaam opnemen, afbreken (tot monosachariden) en gebruiken als energiebron

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Waar halen mensen dierlijk eiwit uit?

A

Vlees, eieren, melk(producten), vis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Waar halen mensen plantaardig eiwit uit?

A

Peulvruchten, granen, soja (tofu/tempeh)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Eiwitten - Functies

A

Groei en herstel van lichaamsfunctie. Eiwitten maken enzymen, antilichamen en delen van hormonen.
Bij hoge nood fungeren eiwitten ook als energiebron

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat zijn de hoofdbronnen van vet uit voeding?

A

Boter, olie, vlees, vette vis, noten/piten/zaden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Welke functies heeft vet in het lichaam? (5)

A
  1. Opslag van energie
  2. Bouwsteen voor celmembranen
  3. Bouwsteen voor steroïdhormonen
  4. Transport van (in vet oplosbare) vitaminen
  5. Steunweefsel
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Vitamine A - Bronnen

A

Het meest in (geel)oranje groenten en fruit.
Ook: lever, vis, melkpoducten, boter, eidooier

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Vitamine A - Functies

A

Goed functioneren van de ogen, huid, haar, nagels en afweersysteem

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Vitamine D - Bronnen

A

Vette vis of wordt aangemaakt bij blootstelling aan zonlicht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Vitamine D - Functies

A

Opname van kalk en fosfaat -> sterke botten en gebit