CGO Flashcards

(72 cards)

1
Q

Wat is het verschil tussen zorg aan volwassenen en kinderen?

A
  1. Benaderingswijze
  2. Uitleg/informatie aanpassen
  3. Verzorgers moeten worden betrokken; kind kan geen zelfstandige keuzes maken + informatie over het kind komt van ouders (zij zijn in deze samenwerkingspartner)
  4. Andere medicatiedosering en -toedieningswijze
  5. Verschillende symptomen
  6. Vitale functies (normaalwaardes verschillen)

Rekening houden met: ontwikkelingsniveaus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zijn de principes van gezinsgerichte zorg (family centered care)?

+ 4 uitgangspunten

A

Naast lichamelijke zorg, staat ook sociale en psychische zorg centraal.
Er wordt gekeken naar de draagkracht en betrokkenheid binnen/van het systeem.

Vier uitgangspunten:
1. Waardigheid en respect
2. Participatie
3. Informatie delen
4. Samenwerking

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Voorbeelden ethische dilemma’s wat goede zorg voor kind en ouders in het ziekenhuis betreft?

A

Wanneer ouders akkoord gaan met behandeling maar het kind schopt een scène/laat duidelijk blijken dat die het er niet mee eens is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Ontwikkelingsfasen van de peuter

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Welke potentiële verpleegproblemen kunnen optreden ten gevolge van het RS-virus?

A

Kind stopt met eten/drinken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Welke interventies kunnen worden uitgevoerd bij verpleegproblemen ten gevolge van het RS-virus?

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat zijn de verschillende vormen van voedselbeperking?

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat zijn eetbuien?

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Welke maatregelen kunnen zorgvragers nemen om hun gewicht onder controle te houden?

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Hoe wordt CGT ingezet (G-schema’s)?

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Welke doelen en interventies ondersteunen het herstel op korte termijn (na crisis)?

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Welke doelen en interventies ondersteunen het herstel op lange termijn (rehabilitatie)?

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Welke rol heeft systeemtherapie in de behandeling van eetstoornissen?

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat zijn de DSM-V criteria voor anorexia nervosa?

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat zijn de DSM-V criteria van boulimia nervosa?

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat zijn de DSM-V criteria van het BMI?

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Hoe is de menstruatie gerelateerd aan anorexia nervosa?

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Wat is de prevalentie van anorexia nervosa?

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Wat is de mortaliteit van anorexia nervosa?

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Hoe ziet het beloop van eetstoornissen eruit?

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Wat is de prognose voor eetstoornissen?

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Wat houdt een verstoord lichaamsbeeld in?

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Wat zijn de (5) verklaringsmodellen voor eetstoornissen?

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Wat zijn de principes van Motivational Interviewing?

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Wat is het principe van de motivatiecirkel (Prochaska)?
26
Wat zijn de rechten van een cliënt met betrekking tot vpk-verslaglegging/dossier/inter- en intradisciplinaire overdrachten?
27
Wat zijn de plichten van een zorgverlener met betrekking tot vpk-verslaglegging/dossier/inter- en intradisciplinaire overdrachten?
28
Welke verpleegproblemenen kunnen optreden bij COPD? Welke interventies kunnen worden uitgevoerd?
29
Welke verpleegproblemen kunnen optreden bij astma? Welke interventies kunnen worden uitgevoerd?
30
Welke verpleegproblemen kunnen optreden bij pneumonie? Welke interventies kunnen worden uitgevoerd?
31
Welke verpleegproblemen kunnen optreden bij pneumonie? Welke interventies kunnen worden uitgevoerd?
32
Waarom wordt lichamelijk onderzoek uitgevoerd?
33
Waarom wordt laboratorium onderzoek (bloed + klinisch chemisch) uitgevoerd?
34
Waarom wordt bacteriologisch onderzoek uitgevoerd?
35
Waarom wordt beeldvormend onderzoek uitgevoerd?
36
Waarom wordt functieonderzoek uitgevoerd?
37
Wat zijn risicofactoren van kwetsbaarheid?
38
Waar bestaat een screenend geriatrisch assessment uit?
39
Welke screeningsinstrumenten horen bij welk geriatrisch syndroom?
40
Wat is saillantie?
41
Hoe werkt het neurobiologische systeem van beloning en saillantie met betrekking tot verslaving?
42
Wat is een verslaving?
43
Welke vormen van verslavingszorg bestaan er?
44
Onder welke drie categoriëen worden verslavende middelen verdeeld?
1. Stimulerende middelen 2. Verdovende middelen 3. Bewustzijn veranderende middelen
45
Wat zijn gedragsverslavingen?
46
Welke somatische complicaties kunnen optreden bij een verslaving?
47
Wat zijn agonisten?
48
Welke rol hebben agonisten in farmatherapeutische behandeling (van een verslaving)?
49
Wat houdt detoxificatie in?
50
Welke onthoudingsverschijnselen kunnen optreden bij detoxificatie?
51
Wat houdt de verslavingsdriehoek in?
52
Wat zijn de theoretische perspectieven op verslaving?
53
Hoe kan motiverende gespreksvoering worden ingezet bijverslavingsbehandelingen?
54
Hoe kan CGT worden ingezet bij verslavingsbehandeling?
55
Welke interventies zijn nuttig bij het voorkomen/opvangen van een terugval?
56
Wat zijn risicofactoren voor een ziekenhuisopname voor een oudere zorgvrager?
57
Welke gevolgen kan een ziekenhuisopname voor een oudere zorgvrager met zich meebrengen?
58
Welke verpleegkundige problemen kunnen optreden als gevolg van artrose?
59
Welke verpleegkundige problemen kunnen optreden als gevolg van leverproblematiek?
60
Welke interventies kunnen worden uitgevoerd bij verpleegproblemen als gevolg van artrose?
61
Welke interventies kunnen worden uitgevoerd bij verpleegproblemen als gevolg van leverproblematiek?
62
Wat houdt Wet verplichte ggz in?
63
Wat is de procedure van een crisismachtiging? En in welke gevallen wordt zo'n machtiging aangevraagd?
64
Wat is de procedure van een zorgmachtiging? En in welke gevallen wordt zo'n machtiging aangevraagd?
65
Wat houdt 'ernstig nadeel' in? (Machtigingen)
66
Wat houdt verplichte zorg in? (Machtigingen)
67
Wie kan vertegenwoordiger zijn van de patiënt? (Machtigingen)
68
Wat zijn de symptomen van de palliatieve fase?
69
Wat zijn de protocollen en richtlijnen uit de palliatieve zorg?
70
Wat zijn de voorzieningen in de palliatieve zorg?
71
Wat zijn de verschijnselen van de stervensfase?
72
Bijzonderheden in rouw- en begrafenisrituelen in verschillende culturen en geloofsovertuigingen