VTV Flashcards

(32 cards)

1
Q

Wat zijn indicaties voor het toedienen van zuurstof?

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zijn contra-indicaties voor het toedienen van zuurstof?

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Welke complicaties kunnen optreden bij zuurstoftoediening?

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat houdt de ABCDE-methodiek in? Waar staan de letters voor?

A

A - Airway
B - Breathing
C - Circulation
D - Disability
E - Exposure

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hoe luidt instructie over inhalatiemedicatie?

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat houdt de regel van vijf in?

A

Voor het delen van medicatie controleren:
1. Juiste patiënt
2. Juiste tijdstip
3. Juiste geneesmiddel
4. Juiste toedieningswijze
5. Juiste dosis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat houden de redeneerhulpen FAST/AMPLE in?

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat houdt de SBARR-methode in?

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Welke interventies kunnen worden uitgevoerd bij hypoglycemie?

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Welke interventies kunnen worden uitgevoerd bij hyperglycemie?

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Waar moet op worden gelet bij observaties aan een rode wond?

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Hoe moet een rode wond verzorgd worden?

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Hoe moet een draininsteek verzorgd worden?

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Waar moet op worden gelet bij verzorging van een draininsteek?

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Hoe moet een gele wond verzorgd worden?

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Hoe moet een zwarte wond verzorgd worden?

17
Q

Wat is de handelingsvolgorde bij het verwijderen van hechtingen?

18
Q

Wat zijn de verschillen tussen een veneuze en arteriële ulcus?

19
Q

Wat zijn de verschillende behandelmethode bij een ulcus?

20
Q

In welke gevallen wordt ACT zwachtelen geïndiceerd?

21
Q

Waar moet op worden gelet bij het bijhouden van een vochtbalans?

22
Q

Wat houdt SNAQ in?

23
Q

Wat houdt MUST in?

24
Q

Waar moet op worden gelet/geobserveerd bij het verzorgen van een gastrostomie katheter?

25
In welke gevallen wordt sondevoeding geïndiceerd?
26
Welke verschillende soorten sondevoeding bestaan er?
27
In welke gevallen wordt het plaatsen van een ileostoma (dunne darm) geïndiceerd?
28
In welke gevallen wordt het plaatsen van een colostoma (dikke darm) geïndiceerd?
29
Waar moet op worden gelet bij het verzorgen van een stoma?
30
Welke psychosociale problemen kunnen er spelen bij patiënten met een stoma?
31
In welke gevallen wordt het plaatsen van een suprapubisch katheter geïndiceerd?
32
Waar moet op worden gelet bij de verzorging van een suprapubisch katheter?