antropologie Flashcards

(57 cards)

1
Q

definitie samenlevingsopbouw

A

het aansluiten bij, opsporen en mobiliseren van hulpbronnen en krachten in gemeenschappen , waardoor bewoners zoveel mogelijk zaken met hun inzet en instemming realiseren.
altijd in groepen!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

samenlevingsopbouw geeft vorm aan het samenleven en de samenleving door…

A

een proces van vele kleine en grotere stappen waarin veel partijen met vereende krachten samenwerken om de kwaliteit van samenleven te verbeteren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

wat verstaan we onder een collectieve benadering?

A
  • het voorop stellen van de gemeenschap ipv de individu.
  • et vinden van collectieve oplossingen die bijdragen aan het versterken van individuen, groepen en gemeenschappen.
  • het belang van ontmoeten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

wat is publieke ruimte ( 3rd place)

A

voor iedereen toegankelijk!

  • cruciaal voor lokale democratie en vitaliteit van buurten.
  • ligt buiten privesfeer.
  • waar confrontatie met de ander plaatsvindt.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

wat zijn sociale aspecten ( publieke ruimte)

A

gericht op sociaal functioneren, sociale relaties en sociale kwaliteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wat zijn sociaal culturele aspecten ( publieke ruimte)

A

het actief vormgeven van het bestaan ( waarden en normen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wat is het verlies aan gemeenschap ( community lost)

A

het verlies van gemeenschap als zinvolle vorm van sociale en morele binding.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

hoe is samenlevingsopbouw ontstaan ?

A

-verlies aan gemeenschap
- opkomst settlement movement.
- via educatieve en recreatieve activiteiten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

wat is settlement movement

A

dorps en volkshuiswerk, daar waar sprake is van sociale nood.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Jane adams, founding mother

A
  • oprichtster hull-house, settlement movement.
    -pionier van outreachend sociaal werk.
  • verantwoordelijk voor democratisering van liefdadigheid.
  • collectieve aanpak.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

wat is de collectieve aanpak ( jane adams)

A

het activeren van groepen in de samenleving om gezamelijke verandering aan te brengen in de eigen leefsituatie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

uitganspunten jane adams

A
  • de mens is onlosmakelijk verbonden met zijn omgeving.
  • sociale vraagstukken kunnen niet worden opgelost door alleen naar het individu te kijken.
  • onderzoek naar grotere samenhang en concrete situatie is voorwaardelijk.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

aanpak is 3 ledig ( jane adams)

A
  1. social group work.
  2. social reform.
  3. social research.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

wat is social group work ( 3 ledige aanpak jane adams)

A

buurt en gemeenschapsopbouw en het recreatieve werk. settlement movement.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

wat is social reform ( 3 ledige aanpak jane adams)

A

inzetten op het verbeteren van structurele vraagstukken. focus op beleid, wetgeving etc. bijv leef en werkomstandigheden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

wat is social research ( 3 ledige aanpak jane adams)

A

voorwaardelijk om het eigen handelen te verbeteren/ versterken. resultaten van wetenschappelijk onderzoek bruikbaar maken voor dagelijkse praktijk.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

samenleving opbouw na WO2

A

onrust en zorg over status van gemeenschappen en het samenleven in lokale gemeenschappen. actievere positie overheid.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

wat is giving voice, linksy

A
  • ivm het verbeteren van leefomstandigheden van mensen.
  • je moet mensen hiervoor zelf de middelen geven, zodat ze hun eigen doel kunnen bereiken.
  • de weg naar sociale verandering voor minderbedeelden.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

wat is community education

A
  • bewustwording op gang brengen bij mensen over hun situatie en dat ze daar iets aan kunnen doen.
  • bewustwording over onrechtvaardigheid en de behoefte van mensen, inlevingsvermogen.
  • (in) formele kennis toegankelijk maken.
  • capacity building (bijv leren samen werken).
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

definitie empowerment

A

een proces van versterking waarbij individuen, organisaties en gemeenschappen greep krijgen op de eigen situatie en hun omgeving en dit bereiken via het verwerven van controle, het aanscherpen van kritisch bewustzijn en het stimuleren van participatie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

uitganspunten empowerment

A
  • door mensen zelf.
  • inzet van mensen samen.
  • inzet van professionals.
  • maatschappelijke facilitering.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

john mcknight, grondlegger abcd

A
  • wijkaanpak gebaseerd op krachten van bewoners.
  • positieve kwaliteiten en capaciteiten als startpunt.
  • aansluiten bij bestaande netwerken, deze versterken.
  • aanpak gemeenschapsvorming van binnenuit.
  • amerikaanse variant van empowerment ( yes we can)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

er zijn volgens MCknight 3 feiten waar we rekening mee moeten houden als we wijken met lage inkomens op de maatschappelijke ladder willen laten stijgen.

A
  1. de basis om tot verandering te komen is economie en gemeenschap.
  2. de publieke dienstverlening kan deze 2 niet vervangen.
  3. het sociale vangnet van publieke dienstverlening kan haar opdracht niet waarmaken als de basis niet op orde is.
24
Q

7 sleutels van gemeenschapsvorming van John Diers

A
  1. have fun.
  2. start where the people are.
  3. utilize peoples strengths
  4. think big, start small.
  5. share stories.
  6. strive for results.
  7. celebrate succes.
25
welke 3 manieren zijn er om aan gemeenschapsvorming te werken
1. communitaristische benadering. 2. pluralistische benadering. 3. radicale benadering.
26
wat is de communitaristische benadering
- richt zich op de gemeenschap zelf. - willen capaciteiten van gemeenschap versterken, zodat onderlinge hulp gerealiseerd wordt. - mobiliseren van krachten en talenten. - gericht op veranderingen binnen een gemeenschap zodat het systeem kan blijven hoe het is. - affirmatief, community development.
27
wat is de pluralistische benadering
- eerlijke verdeling tussen macht en middelen. - willen systeem beter laten werken door groepen die door het systeem benadeeld worden. - je maakt discriminatie inzichtelijk. - onderhandeling wordt opgestart en er wordt gezocht naar compromissen. - focus op versterken van gemeenschap ( ontwikkelen collectieve stem). - transformatief en affirmatief.
28
wat is de radicale benadering
-gefocust op structurele verandering in het systeem. - doel: emancipatorisch en daarvoor moeten structuren in de bestaande samenleving veranderen. -transformatief, alinksy
29
uitgangspunten contacthypothese
- ontmoetingen kunnen bijdragen aan sociale inclusie. - ontmoetingen kunnen van invloed zijn op de attitude van mensen. - ontmoetingen kunnen leiden tot het leren van nieuwe vaardigheden.
30
werken aan vertrouwdheid, hoe? draagt bij aan sense of coherence
- mensen uit een straat/ wijk kunnen elkaar plaatsen/ herkennen. - worden vertrouwde vreemden. zorgt voor ( zelf) vertrouwen.
31
wat is de invloed van sociaal kapitaal
- helpt mensen tav hun positie in de samenleving; sense of coherence. - helpt banden te versterken en zelfwerkzaamheid. - vergroot de diversiteit binnen het netwerk en brengt nieuwe kennis met zich mee en nieuwe hulpbronnen die nog onbekend waren ( versterkt zelfwerkzaamheid). - linking sociaal kapitaal: verbinden van partijen die mbt tot macht ongelijkwaardig zijn.
32
wat zijn uitersten ontwikkelingen van buurten/ steden
1. urban progress en nior. 2. polarisatie 3. residualisering 4. gentrificatie 5. superdiversiteit.
33
wat is urban progress en nior
- de mogelijkheden van de stad kunnen positief ( urban progress) als negatief ( urban noir) worden bestempeld. - de stad onderscheidt zich van rurale gebieden door anonimiteit, superdiversiteit, overlevingsmogelijkheiden voor mensen in precariteit, biedt meer mogelijkheden voor anders zijn.
34
35
wara staat urban progress voor
hoop, ontwikkeling, kansen en verbondenheid
36
waar staat urban noir voor
kilte, verankering van onrechtvaardigheid en ongelijkheid
37
urban progress/ noir en de theorie van Tonnes over gemeenschappen
- met de komst van de moderne maatschappij verdwijnt 'gemeinschaft' doordat het traditionele gevoel van saamhorigheid erodeert. - belangrijk: familie, vrienden, solidariteit. - gesellschaft staat voor individualisme, contractuele verhoudingen, afscheiding en vervreemding. -gesellschaft heeft de sociale samenhang vab gemeinschaft verstoord.
38
wat betekent polarisatie
het verdiepen van tegenstellingen tussen groepen in de samenleving die kunnen leiden tot spanningen tussen groepen en de scheiding/ segregatie tussen deze groepen vergroot. scheidingslijnen: afkomst, rijk, etc.
39
polarisatie hangt samen met:
- groeiende tegenstellingen in de maatschappij. - als gevolg van keerpunten in de levensloop van een buurt/wijk: stadsuitbreiding, komst van vluchtelingen en mensen met migratie achtergrond.
40
wat is residualisering
het betreft een significante toename van concentratie van ''serious disadvanteged households' in complexen van sociale huisvestiging en wanneer blijkt dat deze bewoners gedurende de tijd steeds minder bronnen van inkomsten en opleiding hebben.
41
residualisering uitganspunten
- wanneer de lage inkomens steeds meer geconcentreerd komen te wonen in de goedkoopste delen van de woningvoorraad. - kan komen door polarisatie. - wegtrekken van hogere inkomens uit de sociale huursector-> slechte status buurt.
42
positief gevolg van residualisering
bevorderen van thuis gevoel, wonen met gelijkgestemden
43
negatieven gevolgen van residualisering
- toename ongelijkheid. - ruimtelijke segregatie. - verloedering vd buurt. - nadelig voor leefbaarheid van een buurt/ wijk. - verzwakking solidariteit. - overbelasting informele zorg. - stigmatisering.
44
wat is gentrificatie
het sociaal, economisch en cultureel opwaarderen van een strucutreel verwaarloosde plek/ buurt/wijk. - renovatie van buurten met als inzet de komst van kapitaalkrachtige nieuwe buurtbewoners. - kan gevolg zijn van residualisering.
45
mogelijke gevolgen van gentrificatie
vervreemding en verdringing.
46
hoe gebeurt genfriciatie
buurten met een slechte naam, waar lang weinig in werd geinvesteerd worden door hun lage vastgoed prijzen aantrekkelijker. zo wordt de buurt herondekt en komt een proces op gang.
47
superdiversiteit is een samenspel van deze 3 transities/ veranderingen
1. kwantitatieve transitie. 2. kwalitatieve transitie. 3. proces van normalisering.
48
wat is kwantitatieve transitie
als gevolg van arbeidsmigratie, dekolonisering, vluchtelingen etc.
49
wat is kwalitatieve transitie
differentatie en toenemende diversiteit binnen diversiteit, meer nationaliteiten, talen etc. men blijft niet hangen in culturele stereotypen
50
wat is proces van normalisering
een moeizaam en langdurig proces van acceptatie van een nieuwe realiteit als gevolg van een geografisch effect
51
wat is vermaatschappelijking van de zorg
- zorg vindt niet plaats in een zorginsteling maar daarbuiten.
52
wat is divers sensitief werken
een gevoeligheid hebben om te weten wanneer verschillen relevant zijn, hoe je ermee omgaat of voorbij gaat. - opschorten moreel oordeel. - niet cultuur als uitganspunt maar persoon.
53
5 handelingsprincipes van divers sensitief werken
- open, respectvol nabij en uitnodigend. - dialogisch werken. - krachtgericht werken. - intercultureel kunnen communiceren. - kritisch zijn tov bestaande machtsverhoudingen in samenleving.
54
wat is kruispunt denken
een manier van denken over verschil die vertrekt vanuit de samenleving en verwevenheid van kenmerken die mensen en groepen doen verschillen van elkaar.
55
uitgangspunt van kruispunt denken
mensen zijn geen maatschappij vrij zwevende subjecten maar hebben een maatschappelijke positie toegewezen gekregen adhv factoren zoals gender, afkomst etc.
56
wat zijn sociale ordeningsprincipes
- assen van identiteitsvorming. - van invloed op iemands positie en kansen. - deze assen vormen machtsgebieden, waarlangs onze samenleving is geordend.
57
wat is ondermijning
gevolg van veel verschillende vormen van criminaliteit, waarbij grenzen tussen de bovenwereld ( normale wereld) en onderwereld vervagen. - het constante gebruik van georganiseerde criminaliteit op onze samenleving.