Apprendre 1 Flashcards
(50 cards)
1
Q
De garage
A
Le garage
2
Q
De ingang
A
L’entrée
3
Q
De deur
A
La porte
4
Q
De trap
A
L’escalier
5
Q
De lift
A
L’ascenseur
6
Q
De verdieping
A
L’étage
7
Q
Het meubelstuk
A
Le meuble
8
Q
De kamer, het vertrek
A
La pièce
9
Q
De slaapkamer
A
La chambre
10
Q
De keuken
A
La cuisine
11
Q
De badkamer
A
La salle de bains
12
Q
De woonkamer
A
La salle de séjour
13
Q
Le garage
A
De garage
14
Q
L’entrée
A
De ingang
15
Q
La porte
A
De deur
16
Q
L’escalier
A
De trap
17
Q
L’ascenseur
A
De lift
18
Q
L’étage
A
De verdieping
19
Q
Le meuble
A
Het meubelstuk
20
Q
La pièce
A
De kamer, het vertrek
21
Q
La chambre
A
De slaapkamer
22
Q
La cuisine
A
De keuken
23
Q
La salle de bains
A
De badkamer
24
Q
La Salle de séjour
A
De woonkamer
25
Het raam
La fenêtre
26
De kast
L’armoire
27
Het toilet
Les toilettes
28
De stoel
La chaise
29
De tafel
La table
30
Het bed
Le lit
31
Het gebouw
Le bâtiment
32
Het dak
Le toit
33
De boerderij
La ferme
34
De parkeerplaats
Le parking
35
Wonen, leven
Vivre
36
Naar boven gaan
Monter
37
Naar beneden gaan
Descendre
38
La fenêtre
Het raam
39
L’armoire
De kast
40
Les toilettes
Het toilet
41
La chaise
De stoel
42
La table
De tafel
43
Le lit
Het bed
44
Le bâtiment
Het gebouw
45
Le toit
Het dak
46
La ferme
De boerderij
47
Le parking
De parkeerplaats
48
Vivre
Wonen, leven
49
Monter
Naar boven gaan
50
Descendre
Naar beneden gaan
