Autisme Flashcards

(34 cards)

1
Q

Wat is autismespectrumstoornis (ASS)?

A

Een neurobiologische ontwikkelingsstoornis met chronisch verloop en vroege aanvang

Gekenmerkt door tekorten in sociale communicatie en repetitieve gedragspatronen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zijn de DSM-5 criteria voor ASS? Noem de A-criteria.

A

Persistente tekorten in:
* Sociale en emotionele wederkerigheid
* Non-verbale communicatie
* Relaties aangaan, onderhouden en begrijpen

Dit zijn de belangrijkste criteria voor de diagnose van ASS.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Welke symptomen vallen onder de B-criteria van de DSM-5 voor ASS?

A

Onder de B-criteria vallen:
* Stereotiep gedrag/spraak
* Rigiditeit/vasthouden aan routines
* Intense gefixeerde interesses
* Hypo/hyperactiviteit van sensorische input

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is de prevalentie van ASS in de bevolking?

A

Ca. 30–100 per 10.000

Dit is een sterke stijging ten opzichte van 4 per 10.000 in oudere studies.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat zijn belangrijke comorbiditeiten bij ASS?

A

ASS komt vaak voor met:
* ADHD
* Angststoornissen
* Stemmingsstoornissen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is de genetische invloed op ASS?

A

Erfelijkheid > 80–90%

Meer dan 100 genen zijn betrokken bij ASS.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Noem enkele biologische factoren die bijdragen aan ASS.

A

Bijvoorbeeld:
* Morfologische afwijkingen
* Neurologische afwijkingen
* Neurochemische factoren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is de Theory of Mind (ToM)?

A

Het cognitieve vermogen om mentale toestanden toe te schrijven aan anderen en aan zichzelf.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Welke rol speelt emotieperceptie in sociale interacties?

A

Het vermogen om emoties bij anderen te herkennen, cruciaal voor goede reacties.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat zijn enkele diagnostische methoden voor ASS?

A

ASS wordt vastgesteld op basis van:
* Ontwikkelingsanamnese
* Gestandaardiseerde interviews
* Gedragsobservatie
* Neuropsychologisch onderzoek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is het doel van behandeling voor ASS?

A

Optimaliseren van functioneren, verbeteren van gedrag en verminderen van comorbiditeit.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat zijn belangrijke kernconstructen binnen de cognitieve neuropsychiatrie voor ASS?

A

Theory of Mind (ToM) en emotieperceptie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Hoe wordt ToM gemeten? Vul de lege plek in: De _______ taak.

A

false belief

Bijvoorbeeld de Sally-Anne-test.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Welke cognitieve modellen zijn er voor ToM?

A

Bijvoorbeeld:
* Theory-theory
* Simulation theory
* Modulaire theorie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat zijn de gevolgen van een verstoorde ToM bij autisme?

A

Moeite met emotieherkenning, empathie en sociale contextinterpretatie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat zijn de neurologische gebieden betrokken bij emotieperceptie?

A

Amygdala, fusiforme gyrus, insula en anterieure cingulate cortex.

17
Q

Wat zijn de klinische implicaties van emotieperceptie bij ASS?

A

Verminderde gezichtsherkenning en afwijkende aandachtspatronen.

18
Q

Wat is de rol van omgeving in de etiologie van ASS?

A

Ondersteunende rol met risicofactoren zoals hoge ouderleeftijd en zwangerschapscomplicaties.

19
Q

Wat is het effect van ASS op sociaal functioneren?

A

Beperkingen in sociale interactie en communicatie.

20
Q

Wat zijn de hoofdlijnen van de behandeling van ASS?

A

Behandeling richt zich op:
* Optimaliseren van functioneren
* Verbeteren van gedrag
* Verminderen van comorbiditeit

21
Q

Wat zijn enkele alternatieve interventies voor ASS?

A

Bijvoorbeeld dieetinterventies en supplementen, maar bewijs is beperkt.

22
Q

Wat zijn de tekorten in herkenning van emoties bij ASS?

A
  • Verminderde accuraatheid in gezichtsherkenning
    → Moeite met herkennen van basis- en complexe emoties; verwerking is trager of onnauwkeurig.
  • Afwijkende aandachtspatronen
    → Minder focus op de ogen, meer op irrelevante gezichts- of omgevingsdelen → gemiste emotionele cues.
  • Problemen met integratie van gelaatskenmerken
    → Weak central coherence: detailgerichte verwerking belemmert herkenning van het geheel van een emotie.
  • Verminderde activatie van sociale hersengebieden
    → Vooral in de amygdala en fusiforme gyrus, wat de verwerking van emotionele gezichten verstoort.
  • Moeite met contextgevoelige interpretatie
    → Emoties worden los van verbale/situationele context geïnterpreteerd → leidt tot misverstanden.
23
Q

Wat is verstoord bij de betekenis toekenning van gezichtsuitdrukkingen?

A

Betekenistoekenning van gezichtsuitdrukking is verstoord.

24
Q

Wat voor moeite hebben mensen met schizofrenie met sociale signalen?

A

Moeite met ambiguïteit, sociale signalen worden verkeerd geïnterpreteerd.

25
Welke hersengebieden vertonen afname in activatie bij ASS?
Afname in activatie van amygdala, fusiforme gyrus.
26
Wat is de correlatie tussen emotieherkenning en sociale terugtrekking?
Er is een negatieve correlatie tussen emotieherkenning en sociale terugtrekking. Dat wil zeggen: hoe slechter iemand is in het herkennen van emoties, hoe groter de kans op sociale terugtrekking.
27
Hoe kunnen emotieperceptie en ToM verbeterd worden?
Emotieperceptie en ToM kunnen via cognitieve trainingsprogramma’s worden verbeterd.
28
Welke theoretische modellen bieden aanknopingspunten voor interventie?
Theoretische modellen zoals het simulatieperspectief of modulaire model.
29
Hoe kan de diagnostiek profiteren in de context van ToM en emotieverwerking?
Diagnostiek kan profiteren van het systematisch meten van ToM- en emotieverwerking.
30
Wat kan bijdragen aan sociaal herstel bij schizofrenie?
Verbetering van sociale cognitie kan bijdragen aan sociaal herstel.
31
Welke stoornissen vertonen ToM-deficiënties?
ToM-deficiënties komen zowel bij autisme als schizofrenie voor.
32
Wat zijn effectieve methoden om ToM-vaardigheden te meten?
False belief-taken en Strange Stories-testen zijn effectief.
33
Met wat hangt emotieherkenning samen bij ASS?
Emotieherkenning hangt samen met beperkingen in sociale communicatie en interactie
34
Welke neurobiologische afwijkingen zijn aantoonbaar bij ASS?
* Over- en onderconnectiviteit van hersennetwerken: hyperconnectiviteit lokaal, hypoconnectiviteit tussen netwerken * Afwijkingen in de ontwikkeling van de amygdala, wat kan bijdragen aan problemen in emotieverwerking * Verminderde activatie van de fusiform face area (FFA) bij het herkennen van gezichten * Abnormale ontwikkeling van de cerebellaire structuren