Schizofrenie Flashcards
(85 cards)
Wat is schizofrenie?
Een ernstige psychiatrische stoornis gekenmerkt door een combinatie van positieve, negatieve en cognitieve symptomen.
Schizofrenie heeft een prevalentie van ongeveer 0,3% wereldwijd.
Wat is het verschil tussen schizofrenie en schizofreniforme stoornis?
Schizofreniforme stoornis heeft een kortere duur van symptomen, tussen 1 en 6 maanden.
Beide stoornissen vertonen vergelijkbare symptomen.
Welke symptomen zijn vereist voor de diagnose schizofrenie volgens DSM-5?
Twee (of meer) van de volgende symptomen:
* Wanen
* Hallucinaties
* Gedesorganiseerde spraak
* Ernstig gedesorganiseerd of catatoon gedrag
* Negatieve symptomen
Deze symptomen moeten gedurende een significante tijd aanwezig zijn.
Wat zijn de belangrijkste subtypes van symptomen in schizofrenie?
De subtypes zijn:
* Positieve symptomen
* Negatieve symptomen
* Gedesorganiseerde symptomen
* Affectieve symptomen
Deze subtypes hebben implicaties voor de prognose.
Wat is de dopaminehypothese?
Een theorie die stelt dat overmatige dopamineactiviteit in het mesolimbisch systeem verantwoordelijk is voor positieve symptomen zoals wanen en hallucinaties.
Antipsychotica blokkeren dopaminereceptoren, wat deze hypothese ondersteunt.
Wat is de geschatte heritabiliteit van schizofrenie?
Ongeveer 80%.
Dit is gebaseerd op tweelingstudies en familieonderzoek.
Vul in: Schizofrenie wordt beschouwd als een ________ die ontstaat door een verstoorde hersenontwikkeling.
neurodevelopmentale stoornis.
Wat zijn belangrijke psychologische factoren die bijdragen aan schizofrenie?
Belangrijke psychologische factoren zijn:
* Verhoogde stressgevoeligheid
* Attributiestijl
* Dopaminegevoeligheid en stress
* Aberrant salience-theorie
Deze factoren kunnen psychotische decompensaties uitlokken.
Wat zijn enkele prenatale risicofactoren voor schizofrenie?
Prenatale risicofactoren zijn:
* Infecties tijdens zwangerschap
* Ondervoeding
* Obstetrische complicaties
Deze factoren kunnen de hersenontwikkeling beïnvloeden.
Wat zijn de diagnostische hulpmiddelen voor schizofrenie?
Diagnostische hulpmiddelen zijn:
* PANSS
* SANS
* SAPS
* CAARMS
Deze schalen helpen bij het in kaart brengen van symptomen en ziekteverloop.
Wat is de eerste keus behandeling voor schizofrenie?
Antipsychotica (typisch en atypisch).
Clozapine is effectief bij therapieresistente schizofrenie.
Wat is de rol van cognitieve gedragstherapie (CGT) bij de behandeling van schizofrenie?
CGT is gericht op het verminderen van stress en verbeteren van copingstrategieën en helpt patiënten om psychotische symptomen te beheren.
Het is ook effectief bij negatieve symptomen en comorbide depressie.
Wat zijn de vijf subtypen van waanstoornis?
De subtypen zijn:
* Erotomane
* Grootheids
* Jaloerse
* Achtervolgings
* Somatische
Deze subtypen verschillen in de inhoud van de wanen.
Wat zijn de diagnostische criteria voor waanstoornis volgens DSM-5?
Criteria zijn:
* Aanwezigheid van één of meer wanen gedurende één maand of langer
* Criterion A voor schizofrenie is nooit voldaan
* Functieverlies is niet duidelijk
* Geen gevolg van middelengebruik of somatische aandoening
De wanen zijn niet bizar en plausibel maar onjuist.
Wat zijn enkele biologische factoren die bijdragen aan waanstoornis?
Biologische factoren zijn:
* Genetische kwetsbaarheid
* Neurologische disfuncties
Structurele en functionele afwijkingen in de frontale cortex zijn geassocieerd met deze stoornis.
Wat is monomanie?
Een historische term die verwijst naar een waan op één specifiek gebied zonder verstoring in ander functioneren.
Dit concept helpt bij de afgrenzing van schizofrenie.
Wat zijn wanen?
Hardnekkige, foutieve overtuigingen die niet overeenkomen met de werkelijkheid en niet gecorrigeerd worden door bewijs van het tegendeel.
Bij welke psychiatrische stoornissen komen wanen voor?
- Schizofrenie
- Bipolaire stoornis
- Depressie
- Niet-psychiatrische aandoeningen
Wat is een waanstoornis?
Wanneer wanen het enige symptoom vormen.
Wat is de prevalentie van waanstoornissen in de bevolking?
Ongeveer 0,4% van de bevolking heeft een waanstoornis; 10-15% ervaart ooit waanideeën.
Wat is de rol van metacognitie bij wanen?
Beperkingen in realiteitsmonitoring, zelfreflectie, en attributiestijlen.
Wat houdt de prediction error-theorie in?
Er is een verstoorde koppeling tussen voorspellingen van het brein en inkomende zintuiglijke informatie.
Wat is het salience dysregulation model?
Dopaminerge overactiviteit leidt tot een onjuiste toekenning van betekenis aan stimuli.