Bloedplaatjes en bloedstollingsstoornissen

Question 1

Geef een ander woord voor bloedplaatjes

Answer 1

• Thrombocyten

Question 2

Hoe ziet een bloedplaatje eruit?

Answer 2

• heeft geen celkern en is dus geen echte cel maar een celfragment

Question 3

Bloedplaatjes spelen een rol in de?

Answer 3

in de bloedstolling

Question 4

Thrombos

Answer 4

stolsel

Question 5

Een megakaryocyt is afkomstig uit?

Answer 5

uit het beenmerg

Question 6

Hoe ziet een megakaryocyt eruit?

Answer 6

zijn grote cellen met grote kernen

Question 7

Hoe wordt een bloedplaatje gevormd?

Answer 7

De megakaryocyt geeft cytoplasma af in kleine pakketjes die omgeven zijn met een membraan (= bloedplaatje)

Question 8

Waar in het lichaam bevinden bloedplaatjes zich?

Answer 8

• 2/3 in circulatie

- 1/3 in de milt en andere goed doorbloede organen

Question 9

waarvoor worden de bloedplaatjes gebruikt die zich in de milt en andere (goed doorbloede) organen bevinden?

Answer 9

die dienen als reserve, en worden gemobiliseerd bij hevige bloeding

Question 10

Hoelang blijven bloedplaatjes leven?

Answer 10

blijven 9-12d circuleren en worden nadien gefagocyteerd

Question 11

hoeveel bloedplaatjes hebben we gemiddeld?

Answer 11

350.000 /µl (milliliter)

Question 12

Thrombocytopenie

Answer 12

• te weinig bloedplaatjes

- <80.000/ µl

Question 13

Thrombocytose

Answer 13

• te veel bloedplaatjes

- > 1.000.000/ µl

Question 14

Hemostase

Answer 14

• doet het bloeden stelpen

- basis voor weefselherstel

Question 15

Bloedstolling kan enkel normaal verlopen als?

Answer 15

als er in het plasma de nodige stollingsfactoren aanwezig zijn

Question 16

Geef 5 stollingsfactoren

Answer 16

• I: Fibrinogeen
• II: Protrombine
• III: Weefselfactor
• IV: Calcium
• Von Willebrand factor

Question 17

Wat gebeurt er dat het stollingsproces versnelt?

Answer 17

inactieve pro- enzymen worden omgezet naar actieve enzymen die de nodige deelreacties v/h stollingsproces katalyseert

Question 18

Cascade of kettingreactie

Answer 18

• EW 1 wordt omgezet naar EW 2, dit gaat de katalysator zijn voor de omzetting van EW 3 naar EW 4,…

Question 19

Bloedvaten bestaan uit

Answer 19

• endotheel ( 1-lagig plaveiselepitheel)
• glad spierweefsel
• bindweefsel

Question 20

Bloed is

Answer 20

• vloeibaar of vast
• belang van snelle overgang
• via bloedstollingssysteem

Question 21

2 functies van het bloedstollingssysteem

Answer 21

• bloed doen stollen

- bloed vloeibaar houden

Question 22

Wat als er geen balans is tussen de 2 functies van het stollingssysteem

Answer 22

dan is er sprake van een stollingsstoornis

Question 23

Er kunnen stollingsstoornissen ontstaat doordat er afwijken zijn in welke fases van de bloedstolling

Answer 23

• afwijkingen van de primaire hemostase

- afwijkingen in de vorming van het fibrinestolsel

Question 24

afwijkingen van de primaire hemostase kan men verdelen in?

Answer 24

• aangeboren afwijkingen

- verworven afwijkingen

Question 25

Aangeboren afwijkingen van de primaire hemostase, Bv.

Answer 25

- ziekte van von Willebrand

Question 26

Verworven afwijkingen van de primaire hemostase, Bv.

Answer 26

- Trombocytopenie * door aanmaakstoornis (leukemie, chemo) * door verhoogde afbraak (auto- immuun trombocytopenie) - Nierinsufficiëntie - ernstige levercirrose - Medicatie (aspirine, antibiotica, NSAID's)

Question 27

Trombocytopenie: belang voor mondzorg?

Answer 27

- huid en slijmvliesbloedingen | - voorzorgen bij extraheren van gebitselementen

Question 28

Welke voorzorgen moet je nemen bij extraheren als je Trombocytopenie hebt?

Answer 28

- aantal bloedplaatjes opvolgen - hechting - medicatie: geen aspirine, NSAID's - overleg met huisarts/ specialist

Question 29

Aangeboren Afwijkingen in de vorming van het fibrinestolsel

Answer 29

- Hemofilie A (tekort aan stollingsfactor VIII) | - Hemofilie B ( tekort aan stollingsfactor IX)

Question 30

Verworven afwijkingen in de vorming van het fibrinestolsel

Answer 30

- Leverinsufficiëntie - Vitamine K deficiëntie - Massaal bloedverlies - Antistollingsmedicatie (coumarine, heparine)

Question 31

Hemofilie: belang voor mondzorg?

Answer 31

- Hematomen kunnen ontstaan bij toediening anesthesie - ernstige bloedingen bij scaling, rootplaning - soms ziekenhuisopname noodzakelijk voor extracties/ kaakchirurgische ingrepen - hechting - Antifibrinolytische medicatie - Geen NSAID's, aspîrine