Les 2: Peter Flashcards

1
Q

Verworven afweer is specifiek of aspecifiek?

A

specifiek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

verworven afweer bestaat uit

A
  • het cellulaire afweersysteem

- het humorale afweersysteem

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat zijn antigenen

A

zijn stoffen (meestal EW) die een immuunreactie kunnen veroorzaken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

waar zitten oppervlakteantigenen?

A

op ons hele lichaam

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

je hebt 2 soorten antigenen

A
  • lichaamseigen antigenen

- lichaamsvreemde antigenen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Immunologisch geheugen

A
  • antigenen worden bij volgend contact herkend
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Adaptieve (specifieke) immuniteit

A

is niet bij de geboorte aanwezig, maar wordt uitsluitend verworven door blootstelling aan een specifiek antigeen, of wanneer antilichamen worden toegediend die uit een andere bron afkomstig zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Actieve immuniteit

A

ontwikkelt zich als reactie op blootstelling aan antigeen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Passieve immuniteit

A

ontstaat door overdracht van antistoffen van iemand anders

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Natuurlijk, verworven, actieve immuniteit

A

ontstaat na blootstelling aan antigenen in de omgeving

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Geïnduceerde, verworven, actieve immuniteit

A

ontstaat na toediening van antigenen om een ziekte te voorkomen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Natuurlijk passieve immuniteit

A

verkregen door overdracht van antistoffen van de moeder via de placenta of de moedermelk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Geïnduceerde passieve immuniteit

A

verkregen door toediening van antistoffen om infectie te bestrijden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Aangeboren (niet- specifieke) immuniteit

A

aanwezig bij de geboorte anatomische en andere verdedigingsmechanismen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly