{ "@context": "https://schema.org", "@type": "Organization", "name": "Brainscape", "url": "https://www.brainscape.com/", "logo": "https://www.brainscape.com/pks/images/cms/public-views/shared/Brainscape-logo-c4e172b280b4616f7fda.svg", "sameAs": [ "https://www.facebook.com/Brainscape", "https://x.com/brainscape", "https://www.linkedin.com/company/brainscape", "https://www.instagram.com/brainscape/", "https://www.tiktok.com/@brainscapeu", "https://www.pinterest.com/brainscape/", "https://www.youtube.com/@BrainscapeNY" ], "contactPoint": { "@type": "ContactPoint", "telephone": "(929) 334-4005", "contactType": "customer service", "availableLanguage": ["English"] }, "founder": { "@type": "Person", "name": "Andrew Cohen" }, "description": "Brainscape’s spaced repetition system is proven to DOUBLE learning results! Find, make, and study flashcards online or in our mobile app. Serious learners only.", "address": { "@type": "PostalAddress", "streetAddress": "159 W 25th St, Ste 517", "addressLocality": "New York", "addressRegion": "NY", "postalCode": "10001", "addressCountry": "USA" } }

BVJ VWO 4 H2 TW1 Flashcards

Voortplanting (160 cards)

1
Q

Wat is ongeslachtelijke voortplanting?

A

= voortplanting waarbij je maar 1 ouder nodig hebt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zijn de eigenschappen van ongeslachtelijke voortplanting?

A
  1. de nakomelingen zijn genetisch identiek aan elkaar
  2. Er is sprake van celdeling: waarbij 1 moedercel zich splitst in 2 dochtercellen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wie kunnen ongeslachtelijke voortplanting en geef voorbeelden van hoe

A

Bacterien, schimmels, planten en sommige diersoorten gebruiken ongeslachtelijke voortplanting als primaire vorm van reproductie.

Mens gebruikt ongeslachtelijke voortplanting, voor als je bijv. een wondje hebt en die moet genezen worden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is de betekenis van een chromatide?

A

= een van de twee identieke kopieën van een chromosoom die ontstaan tijdens de S-fase van de celcyclus.

Dus na de scheiding van de chromatiden, heb je geen chromatiden meer en beschouw je elk als een chromosoom.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is een ander manier dat schimmels, planten en bacterien zich voort kunnen planten?

A

Sporen = voortplantingscellen.

Sommige sporen kunnen jaren in een ruststadium overleven doordat ze een dikke celwand hebben.

UIt spore kan in veel gevallen een nieuwe individu ontstaan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Uitlopers van aardbeien, knollen bij een aardappel en bollen bij een tulp vormen allemaal dingen en die vormen dan weer diezelfde dingen. Hoe noem je dat?

A

Ongeslachtelijke voortplanting.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is klonen? En waarom zijn sommige tegen klonen?

A

= ongeslachtelijke voorplanting op een kunstmatige wijze.

  1. sommige vinden dat je niet kunt bemoeien met de natuur
  2. dat je dieren niet voor onderzoek kan gebruiken
  3. dieren kunnen jong overlijden/afwijkingen hebben
  4. planten kunnen snel ziek worden, want ze zijn identiek.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Waarom vangt ongeslachtelijke voortplanting veel risico met ziektes?

A

Omdat de nakomelingen allemaal identiek zijn, kunnen ze allemaal snel ziek worden en uitsterven.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zijn ethnische argumenten en biologische argumenten?

A

Ethische argumenten = argumenten op wat goed of slecht wordt beschouwd op een morele zin.

Biologische argumenten = redeneringen die gebouwd zijn op een natuurwetenschap, biologie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat houdt celdeling in? NIET wat er gebeurt.

A

1 moedercel -> 2 dochtercellen.

cellen met dezelfde erfelijke eigenschappen, genetisch identiek.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Waar ligt de erfelijke eigenschappen van een organisme vast?

A

In de DNA, in de chromosomen, in de celkern.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Bij celdeling, wat gebeurt er met de chromosomen? Voordat +regel

A

Doordat chromosomen DNA bevatten en bij celdeling de cellen identiek zijn, wordt het DNA gekopieerd, voordat het cel deelt.

Elke nieuwe cel ontvangt bij de deling precies hetzelfde aantal chromosomen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is de celcyclus?

A

de levenscyclus van een cel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat zijn de fasen/stadia bij de celcyclus en leg ze kort uit.

A

De fasen zijn:
1. de M-fase
2. Interfase

M-fase = de periode waarin de mitose (kerndeling) en de celdeling plaatsvindt. Of de meiose en de celdeling.
Interfase = de periode tussen 2 delingen - verdeeld in G1 fase, S fase en de G2 fase. (in sommige gevallen G0 fase, voor de G1)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Welke 2 fasen van een celcylus duurt het langst?

A

De interfase.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Celcyclus

Leg de volgorde van de fasen neer:

A
  1. G1 fase
  2. S fase
  3. G2 fase
  4. M-fase
  5. eventueel de G0 fase
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Celcyclus

Wat gebeurt er bij de G1 fase?

A

= 1. Als een cel gaat delen, neemt de cel in grootte toe (plasmagroei). 2. De cel maakt eiwitten die nodig zijn om de DNA te kopieren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Celcyclus

Wat gebeurt er bij de S fase?

+ begrippen

A

= 1. Het DNA wordt gekopieerd (DNA-replicatie). 2. Het oorspronkelijke DNA en de gekopieerde DNA blijven op 1 punt aan elkaar vast (centromeer). 3. Zolang het chromosoom uit 2 identieke delen DNA bestaat, heten deze delen DNA, chromatiden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Celcyclus

Wat gebeurt er bij de G2 fase?

A

= 1. De cel neemt in grootte toe (plasmagroei)
2. Maakt de eiwitten die nodig zijn voor de mitose of meiose.
3. Organellen worden gekopieerd + celmembraan vorming
4. De trekdraden worden geproduceerd voor de mitose.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Wat zijn trekdraden en hun functie?

A

Filamenten

Functie = trekt chromosomen of homologe chromosomen uit elkaar, zodat de cellen evenveel chromosomen hebben.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Celcyclus

Wat gebeurt er bij de M fase?

A

De mitose/meiose en de celdeling vindt plaats.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Wat is mitose eigenlijk?

A

Een onderdeel van de celdeling, waarbij de chromosomen gedupliceerd worden en verdeeld door trekdraden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Celcyclus

Wat is de (eventuele) G0 fase?

A

= 1. Fase waarin een cel een nieuwe celcyclus kan aangaan, HOEFT niet.
2. De cel kan ook in tijdelijke/blijvende rust gaan
3. specialiseren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Wat is specialiseren?

A

Het proces waarbij cellen zich ontwikkelen tot een specifieke vorm of functie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
# Mitose De mitose bestaat ook uit fasen/stadia, noem ze op:
1. Profase 2. Prometafase 3. Metafase 4. Anafase 5. Telofase
26
# Mitose Wat gebeurt er bij de profase?
1. De **centrosoom** verdubbelt en bewegen zich aan tegenovergestelde kanten van de cel. 2. Deze centrosomen vormen trekdraden 3. Deze trekdraden vormen kernspoel (soort web) die de kern omvatten 4. De chromosomen rollen op, want ze zijn super lang, en worden sterker. (**spiraliseren**.) -> je kan dit zien in de lichtmicroscoop
27
Wat is een centrosoom en zijn functie?
= organel dat eruit ziet als 2 kleine cilinders (**centriolen**) Functie = speelt een belangrijke rol in de kerndeling.
28
Leg uit de relatie tussen centriolen en centrosomen en chromosomen en chromatiden in de G1 fase en de S fase + uitleg
Centriool = 1 Centrosoom = 2 G1 fase Chromosomen = 2 Chromatiden = 0 S fase Chromosomen = 2 Chromatiden = 4 Bij de interfase zijn er ALTIJD hetzelfde aantal chromosomen, maar de chromatiden worden gedupliceerd tijden de S fase.
29
# Mitose Wat gebeurt er bij de prometafase?
1. De kernmembraan verdwijnt 2. De kernspoel houdt de chromosomen op hun plaats in het midden van de cel 3. de trekdraden kunnen nu aan de chromosomen komen 4. de trekdraden hechten zich aan de **centromeer**. CENTROSOMEN ONTSTAAN BIJ DE INTERFASE BIJ MEIOSE 1 EN MITOSE
30
# Mitose Wat gebeurt er bij de metafase?
1. De chromosomen bevinden zich in een vlak tussen beide centrosomen 2. De trekdraden verbinden elk centromeer met een centrosoom
31
# Mitose Wat gebeurt er bij de anafase?
1. De chromatiden laten elkaar los. 2. Elk van de trekdraden wordt naar hun eigen centrosoom getrokken 3. chromatiden heten nu chromosomen.
32
# Mitose Wat gebeurt er bij de telofase?
1. Er vormt zich rondom elk groep chromsomen een nieuw kernmembraan. 2. Doordat de chromosomen zijn verdubbeld en gesplitst, bevat elke kern 1 kopie van de chromosomen in de moedercel.
33
Na de mitose - telofase heb je de celdeling, wat gebeurt bij de celdeling?
1. Het insnoeren tussen 2 kernen, waardoor 2 cellen ontstaan.
34
Wat is cytokinese en karyokinese?
De deling van het cytoplasma, de karyokinese is de celkerndeling die plaatsvindt VOOR de cytokinese.
35
In het lichaam zijn er 2 soorten cellen: noem ze op en leg ze uit.
1. gameten = geslachtscellen. Deze worden gevormd in de voortplantingsorganen van een mens. 2. lichaaamscellen. Bevat genetische informatie, gameten NIET, zij hebben alleen de helft.
36
Hoeveel sets chromosomen hebben lichaamscellen (somatische cellen) vergeleken met gameten?
Lichaamscellen = 2 sets chromosomen gameten = 1 set chromosomen
37
Wat is het grootste verschil tussen gameten en lichaamscellen?
Lichaamscellen zijn ontstaan door ongeslachtelijke voortplanting - mitose, gameten door geslachtelijke voortplanting - meiose.
38
Hoeveel chromosomen en chromatiden hebben mensen tijdens de S fase?
Men heeft 46 chromosomen, die verdeeld zijn in 23 paren. Dat zijn dus 92 chromatiden tijdens de S fase, de DNA replicatie.
39
Wat is en hoe noem je het proces dat gebeurd bij de geslachtelijke voortplanting?
= het genetische info van 2 vruchtbare individuen komen samen. De kern van 1 gameet van het ene individu smelt samen met de kern van de ander gameet van een ander individu. **Bevruchting**.
40
Wat is in het kort de cyclus bij geslachtelijke voortplanting.
1. Geslachtelijke voortplanting 2. Er wordt een individu geboren met lichaamscellen, dus 2 sets chromosomen van de moeder en de vader. 3. In de pubertijd krijgt dit individu zelf gameten 4. De cyclus loopt door.
41
Wat is genetische variatie en waardoor komt dit voor bij geslachtelijke voortplanting en niet ongeslachtelijke?
Bij geslachtelijke voortplanting krijg je de genetische informatie van beide ouders. Hierdoor is elk nakomeling uniek, genetisch gezien = **genetische variatie.** Bij ongeslachtelijke voortplanting heb je slechts 1 oudercel die identiek is aan zijn replica. Hier is dus geen genetische variatie.
42
Wat is een zygote en wanneer ontstaan deze?
Een bevruchte eicel. Dit ontstaat na de geslachtelijke voortplanting, dit eicel heeft 2 sets chromosomen.
43
Gameten, ontstaan bij geslachtsorganen. Welke organen zijn dit voor een vrouw en een man voor de mens?
Vrouw = eierstokken (ovaria) Man = teelballen
44
Als je kijkt naar de termen haploid en diploid, welke cellen ontstaan in de voortplantingsorganen van de mens?
Stel we nemen een vrouw als voorbeeld: Uit diploide moedercellen (want ze is een kind van 1 vader en 1 moeder, dus 2 sets chromosomen.) ontstaan haploide dochtercellen. (namelijk alleen van die vrouw, voor de voortplanting.) Gameten zijn haploid en dus moeten er in voortplangtingsorganen, haploide cellen ontstaan. Dus bijv. in de eierstokken (zou ook in de teelballen kunnen.) **)(** *)(* moedercel, geeft een stukje van de chromosoom, elk een chromatide. = **)***(*. ## Footnote Oftewel, dit is de meiose.
45
We weten nu dat in voortplantingsorganen haploide dochtercellen ontstaan, waarom is dit handig voor de voortplanting?
Na dew voortplanting zul je dan **)(** van je moeder en *)(* van je vader. Beide geven je een stukje, een chromatide. -> **)***(*. unieke nakomeling.
46
Wat is meiose en in welke voortplanting komt dit voor? ## Footnote Waarom is halveren van belang?
Meiose = het proces waarbij het aantal chromosomen van een cel wordt gehalveerd. Dit gebeurt voor de bevruchting in de voortplantingsorganen. geslachtelijke voortplanting. ## Footnote Het halveert, want jijzelf bent een kind van 1 moeder en 1 vader en je maakt gameten, zodat je later als je voortplant, 1 soort chromosomen van de vrouw hebt en 1 soort chromosomen van de vader. Dit is belangrijk omdat bij de bevruchting één gamet van de moeder en één gamet van de vader samenkomen en dus moet je gameten maken voor maar 1 geslacht en daarvoor moet je je originele cellen die je kreeg van je moeder en vader, halveren.
47
Wat is polyploid?
Polyploid = een cel die meerdere sets van chromosomen heeft. Ze hebben meerdere kopieen van chromosomen. (bijv. enkele diersoorten of plantensoorten, lichaamscellen.)
48
Wat is haploid?
Haploid = een cel die slechts 1 set chromosomen heeft. Ze hebben 1 kopie van elke chromosoom. (bijv. gameten) ## Footnote bijv. bij de mens heb je dan 23 chromosomen en GEEN paren. (23 chromosomen van 1 ouder. = 23.)
49
Wat is diploid?
Diploid = een cel die 2 sets chromosomen heeft. Ze hebben 2 kopieen van elk chromosoom. (bijv. lichaamscellen van een mens.) | 46 chromosomen. (23 van de vader en 23 van de moeder = 46.) ## Footnote mens bijv. 2n, n=23 en dus 46 chromatiden. (keer 2, 2 kopieen)
50
Wat is het hele *n* verhaal? + uitleg met haploid, diploid en polyploid.
n = het aantal verschillende soorten chromosomen die een organisme heeft, zonder dubbele kopieen van chromosomen. haploid = 1n = n Want ze hebben namelijk maar 1 soort chromosoom, van hun moeder. Diploid = 2n Want ze hebben namelijk 2 soorten chromosomen, van hun vader **en** moeder. Polyploid = 3n , 4n , etc. Want ze hebben namelijk meerdere soorten chromosomen, van allemaal ouders.
51
Wat gebeurt er met de chromosomen in de mitose en in de meiose? +verklaring
Mitose = twee identieke diploïde cellen. Want de moeder heeft maar 1 soort chromosoom, dus identiek. Diploid, want dat is essentieel voor celdeling. meiose = produceert vier verschillende haploïde gameten. Want genetische variate van je moeder en je vader. Haploid, want het moet bevrucht worden en zo krijg je diploid. -> mitose -> lichaamscellen.
52
Leg het verschil uit tussen 1 paar chromosomen en 1 set chromosomen.
1 paar chromosomen = homologe chromosomen die samen een stel vormen. 1 set chromosomen = 1 exemplaar (kopie) van elk chromosoom. (dus de mens heeft bijv. 2 sets van moeder en vader.)
53
Waarom is er bij haploid geen sprake van 'paar chromosomen' maar wel set chromosomen?
voor paar chromosomen moet je homologe chromsomen hebben die samen een stel vormen, bij haploid heb je maar 1 kopie en dus niet een homologe stel. Er is wel sprake van set chromosomen, want er is maar daadwerkelijk 1 set chromosomen, de 1 exemplaren, kopieen. ## Footnote Dus bij mensen: haploid = 23 chromosomen en GEEN paren!
54
Een gameet ontstaat alleen **NA** de meiose, dus als je 40 chromosomen hebt in de celkern, hoeveel chromosomen hebben gameten?
Bij de meiose deel je de chromosomen, je zult er dus maar 20 hebben. Gameten zijn haploid.
55
Waarom is er bij diploid sprake van een paar en een set chromosomen?
1. omdat ze twee homologe exemplaren van elk chromosoom bevatten (één van de moeder en één van de vader), 2. terwijl "set" verwijst naar de volledige verzameling chromosomen, die in dit geval uit twee paren bestaat. ## Footnote Dus bijv. 46 chromosomen = 2 sets (moeder en vader). 23 paren, want 2 homologe exemplaren.
56
Meiose bestaat uit 2 delen, leg de **eerste** deel uit. +namen
Meiose 1 = 1. **Profase** = start met 1 diploide cel waarvan elk chromosoom is gekopieerd. (dus bestaat elk chromosoom nu uit 2 chromatiden.) crossing over kan plaatsvinden. + 2 centrosomen 2. **Metafase** = De centrosomen staan tegenovergesteld en er zijn soort trekdraden, kernspoel waar de homologe chromosomen paren vanuit hun centromeer aan hechten. 3. **Anafase** = Door trekdraden worden de chromosomenparen uit elkaar weggetrokken. 4. **Telofase** = dit diploide cel deelt zich in 2 haploide cellen (cytokinese)
57
Meiose bestaat uit 2 delen, leg de **tweede** deel uit. + hoe kunnen ze zich nu ontwikkelen?
Meiose 2 = (lijkt op mitose) 1. **Profase** 2 = Centrosoom kopieert zich en staan tegenover elkaar. **Metafase** 2 = de chromosomen zijn gehecht aan hun centromeer, staan in het midden. **Anafase** 2 = De chromatiden uit die 2 haploide cellen worden uit elkaar getrokken. **Telofase** 2= uit deze haploide cellen ontstaan 4 haploide cellen met nu 2 chromosomen in plaats van 4. Ze zijn gehalveerd. + cytokinese (Deze cellen kunnen zich nu ontwikkelen tot gameten.)
58
Bij diploide cellen zijn de chromosomen aan het begin altijd in ...
... paren. Ze zijn namelijk homoloog (1 van moeder en 1 van vader.)
59
Wat is de formule die geldt bij bevruchting?
n + n = 2n Gameten die haploid zijn + elkaar = embryo die diploid is 2n
60
Wat zijn homologe chromosomen en waarom komen ze voor bij meiose?
Chromosomen die hetzelfde genen bevatten, elk paar bestaat uit 1 chromosom van de moeder en 1 chromosoom van de vader. Dit komt voor bij meiose, omdat ze essentieel zijn voor genetische variatie.
61
Wat is 'crossing-over' en waar vindt dit plaats? +functie
= uitwisseling van stukjes chromosomen tussen homologe chromosomen. Dit vindt plaats bij de PROFASE van de meiose I. Functie = extra genetische variatie
62
63
Wat is een verschil in de metafase bij de meiose en de mitose?
Bij de meiose I gaan de chromosomen in paren liggen, na crossing over. Bij mitose liggen ze niet in paren, maar individueel.
64
Wat zijn de verschillen in de anafase van meiose I en mitose?
1. In meiose I kan de informatie bij de haploide cellen verschillen, door crossing over. Bij mitose zijn ze identiek en is dit dus niet de geval. 2. Je hebt bij meiose I de chromosomenparen verdeeld en **niet** de chromatiden. Van 46 chromosomen per nieuwe cel -> 23. Je HALVEERT de chromosomen.
65
Bij de anafase van de mitose kun je de gescheiden chromatiden als chromosomen beschouwen. Dus hoeveel chromatiden en chromosomen heb je bij een cel die 4 chromosomen heeft in de anafase?
Er zijn 8 chromasomen en 0 chromatiden, want er zijn geen kopieen.
66
Je kan bij anafase II van meiose II de gescheiden chromatiden beschouwen als chromosomen. Hoeveel chromosomen en chromatiden zijn er bij anafase II van meiose II bij een cel die origineel 4 chromosomen had.
Er zal per cel 2 chromosomen zijn met 0 chromatiden, want ze zijn gescheiden en je beschouwt ze als chromosomen.
67
Wat zijn de primaire geslachtskenmerken? + vrouw en man
= kenmerken die vanaf de geboorte aanwezig zijn. Meisje = 1. buitenste en binnenste schaamlippen 2. een deel van de clitoris 3. vagina Jongen = 1. penis 2. teelballen
68
Wat gebeurt er bij een vrouw als ze seksueel opgewonden voelt en in welke stip voelt ze dat het meest?
Een vrouw voelt het het meest bij de clitoriseikel. 1. de zwellichamen kunnen zich vullen met bloed 2. de clitoris kan een erectie krijgen 3. de wand van de binnenste schaamlippen maakt vaginaal vocht
69
Wat is de functie van vaginaal vocht?
1. het maakt de toegang tot de vagina gladder, zodat geslachtsgemeenschap gemakkelijker, zonder pijn gebeurt.
70
Wat is een orgasme en wat gebeurt bij een orgasme? (vrouw)
= stimulatie van de clitoriseikel De spieren aan de ingang van de vagina, bij de anus en de baarmoeder trekken zich samen.
71
Hoe noem je de gameten van de vrouw, waar bevinden deze gameten en hoe heet de vorming van eicellen
1. de eicellen (oocyten) 2. de eierstokken 3. oogenese
72
Wanneer zijn de primaire eicellen gemaakt en hoe is elke eicel omgeven?
1. tijdens de meiose I 2. het is omgeven door een laag diploide folikkelcellen die samen = follikel heten.
73
Wat veranderd als een meisje begint te menstrueren?
Ze wordt vruchtbaar, tijdens elke menstruatiecyclus zal: 1. een aantal follikels zullen verder ontwikkelen 2. deze follikels groeien en nemen vocht op. 3. de eicellen in deze follikels vervolgen de meiose.
74
Wat is de functie van follikels en waar zijn ze te vinden?
Functie = eiercellen omringen en ondersteunen. Zijn uitsluitend in de eierstokken te vinden.
75
Poollichaampjes betekenis + functie
= cellen die ontstaan tijdens de meiose van eicellen in de eierstokken. ze zijn een bijproduct. Functie = helpen met het verdelen van genetisch materiaal, maar kunnen zelf niet bevrucht worden.
76
Wat gebeurt bij de meiose I met eicellen + poollichaampjes?
De eicel deelt ongelijk. Je krijgt -> een eicel met veel cytoplasma en een veel kleiner eicel = ***poollichaampje***.
77
Een van de follikels ontwikkelt zich het verst en barst open, hoe noem je dat? + in welke stage bevindt de eicel nu + hoe noem je het.
1. Ovulatie (eisprong) 2. Het bevindt zich nu halverwege meiose II 3. het heet nu secundaire oocyt (eicel)
78
Waar en hoe komt de eicel terecht na de eisprong?
Het komt in de trechtervormige uiteinde van de **eileider**. Door bewegingen van trilharen en spierbewegingen van de eileider wordt de eicel naar de **baarmoeder** vervoert.
79
Hoe noem je de resten van de follikel na de eisprong? + functie
De gele lichaam. functie = produceren van hormonen
80
Hoe lang blijven eicellen leven en wat gebeurt er?
Ze leven 12-24 uur. Geen bevruchting? = dood. Wel bevruchting? = meiose II wordt afgerond, waarbij opnieuw een poollichaampje ontstaat en al het bevruchte cytoplasma in de bevruchte eicel blijft.
81
Wat zijn de gameten van een man en wanneer wordt een jongen vruchtbaar verklaart?
1. Spermacellen 2. Als hij sperma begint te maken.
82
Waar ontstaan zaadcellen/spermacellen?
In de teelballen.
83
Wat zitten in de teelballen?
Gekronkelde zaadbuisjes met daarin 'spermacel-moedercellen'.
84
Hoe delen deze zaadcellen? En wat gebeurt er met de ontstane cellen?
Deze diploide cellen delen zich via mitose, waarna een deel meiose ondergaat. Met deze haploide cellen worden spermacellen gevormd = **spermatogenese**.
85
Wat is de functie van de bijbal?
Het tijdelijk opslaan van zaadcellen.
86
Teelballen + bijballen =
Balzak
87
Wat is de ideal temperatuur voor spermatogenese en hoe wordt het gerugeleerd?
35 graden Celsius, dit wordt gerugeleerd door de spieren in de balzak. Ze kunnen de teelballen en/of bijballen dichtbij het lichaam zetten of ze laten zakken.
88
Wat gebeurt er als een man seksueel opgewonden wordt?
1. De zwellichamen vullen met bloed 2. De penis wordt stijf (erectie) 3. Een orgasme + eventueel **zaadlozing**.
89
Wat is zaadlozing en wat gebeurt er?
= het proces waar zaadcellen de lichaam verlaten. 1. De spermacellen worden vanuit de bijballen via de zaadleider vervoerd langs de zaadblaasjes en de prostaat. 2. Zij voegen vocht toe dat spermacellen activeert en energie geeft. 3. Dit combinatie van vocht en zaadcellen heet sperma en 4. het verlaat de lichaam via de urineleider.
90
Wat is de stappenplan van bevruchting?
1. Zaadlozing van de man, zaadcellen komen in de vagina terecht. 2. Veel spermacellen gaan dood door zure omgeving, maar sommige overleven en gaan naar de eileider, waar de eicel zich bevindt. 3. De spermacel dringt door de lagen van de eicel en hecht zich aan de celmembraan, de kern van de spermacel is in het cytoplasma van de eicel. 4. Vervolgens ontstaat er een ondoordringbaar laag, zodat er geen meer zaadcellen binnen kunnen komen.
91
Wat zijn hormonen?
stoffen die door de **hormoonklieren** zijn gemaakt en via het bloed verdeeld worden die 'opdrachten' geven aan lichaamscellen.
92
Hoe werken hormonen?
**Hormoonklieren** maken veel hormonen, zodat organen die daaraan gevoelig zijn iets doen en de organen die niet gevoelig zijn, niks doen!
93
Wat zijn geslachtshormonen? ## Footnote Geef een voorbeeld van wat ze doen.
Hormonen die specifiek bedoeld zijn voor de voortplanting. ## Footnote Ze maken secundaire geslachtskenmerken.
94
Wat zijn secundaire geslachtskenmerken? +voorbeeld man en vrouw
Kenmerken die pas later, tijdens de puberteit komen per geslacht. man: gezichtsbeharing, lage stem, schaamhaar, grotere spieren, **productie** **zaadcellen** vrouen: borsten, bredere heupen, schaamhaar, onderhuids vetweefsel, **menstruatiecyclus**
95
Kunnen geslachtshormonen ook je mood/gevoelens beinvloeden?
Ja. (wat een saaie vraag.)
96
Hoe ziet de hormoonconcentraties eruit voor vrouwen en mannen?
Voor mannen blijft het vanaf de puberteit vrij constant, het neemt gewoon langzaam af. Voor vrouwen verschilt het tijdens de menstruatiecyclus, zwangerschap en bevalling; allemaal door elkaar!
97
Wat is PMS en voor welk gender geldt dit?
Vrouwen. Premenstrueel syndroom, waarbij vrouwen door geslachtshormonen tijdens de menstruatie prikkelbaar, depressief, verdrietig worden of pijn krijgen.
98
Wat is de functie van de hypothalamus?
Hypothalamus = onder meer, verantwoordelijk voor de hormonale regeling van de mens.
99
Wat is de functie van de hypofyse en in welke 2 delen kun je het delen en wat is elke functie?
Algemeen hypofyse = belangrijkste hormoonklier die verschillende hormonen afgeeft. -> achterkwab = opslaan en vrijgeven van hormonen die door de hypothalamus zijn gemaakt. MAAKT GEEN HORMONEN ZELF! ->voorkwab = het voorkwab produceert veel belangrijker hormonen.
100
Hoe werken de hypothalamus en de hypofyse samen tijdens de puberteit + namen van hormonen.
De hypothalamus activeert de hypofyse om bepaalde hormonen te produceren door zelf **releasing hormonen** (RH) af te geven. In de puberteit worden meisjes en jongens vruchtbaar, de hypothalamus geeft het hormoon **GnRH** af. -> de hypofyse reageert door dor **FSH** en **LH** af te geven.
101
Welke 2 hormonen zijn eigenlijk hetzelfde?
LH en ICSh
102
Welke rol spelen LH en FSH?
Ze spelen een grote rol bij de puberteit en dus ook de voortplanting. Het stimuleert de teelballen en de eierstokken.
103
Welke hormonen hebben beide geslachten en welke is meer passend voor die geslacht? (algemeen)
Algemeen voor man en vrouw = LH en FSH algemeen man = testosteron Algemeen vrouw = oestrogeen, progesteron. BEIDE GESLACHTEN HEBBEN WEL AL DE GENOEMDE HORMONEN, MAAR SOMMIGE MEER.
104
Wat stimuleren de hormonen bij een man? ## Footnote Hoeft niet perfect te onthouden worden, is te vinden in Binas tabel 89C
testosteron = direct helpen met het ontstaan van secundaire geslachtskenmerken. LH = stimuleren van de cellen van Leydig **in de teelballen** om testosteron te maken. FSH = FSH en testosteron stimuleren de sertolicellen **in de wand van de zaadbuisjes.** Sertolicellen stimuleren de vorming van spermacellen. ## Footnote Hoeft niet perfect te onthouden worden, is te vinden in Binas tabel 89C
105
Wat is negatieve terugkoppeling en noem een voorbeeld. BINAS 89C Waarom is dit handig?
= toename van een resultaat resulteert in de afname van proces. Als er bijv. te veel testosteron is, zal testosteron weinig GnRH maken en hierdoor is er minder FSH en LH. Dit is handig, want zo reguleer je je testosteronlevels in je bloed!
106
Hormonen zijn in het...
bloed!
107
Wat is de functie van progesteron?
Het bereidt het slijmvlies van de baarmoeder voor op de innesteling van een bevruchte eicel en zorgt dat de zwangerschap goed verloopt. Hierdoor is er een piek na de ovulatie, want innestelen!
108
Waar bestaat het baarmoeder uit?
baarmoederslijmvlies en spierweefsel
109
Wat gebeurt er tijdens de menstruatie?
In de baarmoederslijmvlies zijn bloedvaten, tijdens de menstruatie wordt een deel afgestoten en gaan een aantal stuk -> bloedverlies.
110
Wat is het gemiddelde dag van de menstruatiecyclus, waar begint het mee (voor de puberteit +)?
28 dagen. Voor een gemiddelde meisje begint de ovulatie eerste en dan 2 weken later komt de eerste menstruatie. Het menstruatiecyclus begint, wanneer de menstruatie (bloedverlies) begint.
111
Wat stimuleren de hormonen (hun functie) bij een vrouw?
oestrogenen = direct helpen met het ontstaan van secundaire geslachtskenmerken. + zorgen ervoor dat baarmoederslijmvlies dikker en gerepareerd wordt. + helpen met verdere ontwikkeling van follikels naast de FSH. FSH = stimuleert de rijping van de follikels in de eierstokken. LH = stimuleert de aanmaak van meer cellen in de wand van de rijpende follikels. -> de cellen in de wand van de rijpende follikels produceren oestrogenen.
112
Zijn de primaire eicel diploid of haploid? en de secundaire?
primaire = diploid, want het heeft nog geen meiose ondergaan. secundaire = haploid, want het heeft wel meiose I ondergaan, meiose II is past voltooid na de bevruchting.
113
Waardoor stijgt de oestrogeenlevels vlak voor de eisprong?
doordat er steeds meer cellen in de dominante follikel is die oestrogeen produceert.
114
Hoe werkt de negatieve terugkoppeling bij een vrouw? +gevolg
De stijgende oestrogeenconcentratie heeft een remmend effect op de aanmaak van GnRH. -> hierdoor wordt FSH lager (alleen follikels die het meest gevoelig voor FSH groeien door, de rest niet, de **dominante follikels**.) Als gevolg blijft er maar 1 follikel die veel oestrogeen produceert. **DE** dominante follikel.
115
Wat is het proces dat oestrogeen stimuleert?
FSH stimuleert de rijping van de follikels -> LH stimuleert die follikels om cellen te maken -> die cellen maken oestrogeen.
116
Wat is essentieel voor ovulatie?
Grote levels van LH.
117
Wat is de stappenplan van menstruatie? + namen
Stappenplan: 1. **MENSTRUATIEFASE**: 2. **FOLLICULAIRE FASE**: 3. **Ovulatiefase** 4. **LUTEALE FASE:**
118
Wat is de menstruatiefase?
1. **MENSTRUATIEFASE**: De menstruatie begint met het bloedverlies door laag progesteron. Ook heb je laag levels oestrogeen hierdoor heb je afbraak van baarmoederslijmvlies.
119
Wat is de folliculaire fase?
1. **FOLLICULAIRE FASE**: De hypothalamus begint met de producte van GnRH 2. GnRH stimuleert de hypofyse om LH en FSH te maken. 3. FSH stimuleert de groei van de follikels en de LH stimuleert de maak van de cellen. 4. Deze cellen maken oestrogeen en oestrogeen stimuleert de groei van de follikels naast FSH 5. Hierdoor krijg je een milde negatieve terugkoppeling, zodat er niet te veel follikels zijn, maar 1 dominante. (FSH en LH wordt verminderd.) 6. Die dominante follikel maakt best wel veel oestrogeen, de levels stijgen sterk. 7. Je krijgt hier een positieve terugkoppeling en een piek van LH bij de eisprong. (Ook FSH, maar minder.)
120
Wat is de ovulatiefase?
**OVULATIEFASE**: Door de grote levels van LH, neemt de follikel veel vocht op en barst het en komt eicel vrij- > ovulatie.
121
Wat is de luteale fase?
1. **LUTEALE FASE:** De LH in de gele lichaam maakt progesteron en een beetje oesterogeen. Door progesteron wordt de baarmoederslijmvlies nog dikker. 1. Hierdoor is er een sterke negatieve koppeling en FSH en LH verminderen. 1. LH wordt zo laag dat gele lichaam verdwijnt -> progesteron en oestergoeen daalt -> cyclus begint alweer.
122
Wat is een embryo?
Een klompje cellen -dit is hoe je het baby noemt de eerste 8 weken na de bevruchting.
123
Uit elke fasen bestaat de embryonale ontwikkeling?
1. zygote 2. morula 3. blastula 4. gastrula 5. neurula
124
De zygote deelt zich door ... + definitie.
klievingsdelingen = celdelingen (na bevruching van eicel) die door de zaadcel wordt gedaan. Hier is **GEEN** groei van de eicel en blijft de volume dus HETZELFDE.
125
Bij elke celdeling (klievingsdeling) ....
...zijn de ontstane cellen elke deling kleiner.
126
Wat is het proces waarbij een zygote een morula wordt?
1. Bevruchte eicel doet mitose/klievingsdelingen 2. De eicel die allemaal delingen ondergaat gaat via de eileider naar de baarmoeder 3. Na ongeveer 3/4 dagen na bevruching bereiken deze cellen een dichte massa = morula.
127
Wat is de morula precies?
Een vroege fase waarin het klompje cellen nu uit 16-32 stamcellen bestaat, in plaats van een bevrucht eicel zoals de zygote.
128
Wat betekent stamcellen in embryonale ontwikkeling?
Cellen die nog niet gespecialiseerd zijn en allemaal cellen kunnen worden.
129
Wanneer wordt de morula een blastula?
Als het een blaasje met vocht begint te vormen.
130
Wat is de embryoblast/embryonaalknop?
Doordat het blastula een blaasje met vocht heeft, zijn er een klomp cellen aan de kant geduwd, dit wordt de daadwerkelijke embryo.
131
Wat is de trofoblast + functie?
De trofoblast bij de blastula, is het buitenste laag van cellen die dient als beschermer voor de embryoblast. Functie= 1. beschermen embryoblast 2. innestelen aan de baarmoederslijmvlies 3. vormt later de placenta.
132
Welk hormoon zal de trofoblast vormen?
Als de trofoblast gaat wanneer het de placenta wordt, HCG vormen.
133
Wat ontstaat allemaal bij de innesteling?
1. Holten waar het bloed van de moeder doorheen stroomt 2. Het trofoblast vormt de chorion (buitenste vruchtvlies) 3. Het chorion vormt uitstulpingen die tussen de holten in het baarmoederslijmvlies doorlopen.
134
Diffusie treedt op bij de chorionvlokken om ..
zuurstof en voedingsstoffen op te nemen.
135
Hoe ontstaat de placenta en wat is de functie?
Het trofoblast wordt de placenta door eerst de chorion te vormen met uitstulpingen en holten. Functie = 1. uitwisseling van stoffen tussen het bloed van de moeder en het bloed van de embryo.
136
Terwijl de trofoblast het placenta wordt, ontstaan 2 dingen bij de embryoplast, namelijk: ## Footnote Waar ligt de embryo nu?
1. amnionholte 2. dooierzak Tussen de amnionholte en de dooierzak in.
137
Wat is vruchtwater, waaruit bestaat het en wat is de functie?
= het vocht waar het embryo zich in bevindt. Het vruchtwater ontstaat vanuit de amnionholte en vormt vliezen die de embryo en vruchwater omsluiten. Functie = 1. embryo beschermen tegen schokken 2. beschermen tegen uitdroging.
138
Wat is de overgang van de blastula naar de gastrula?
Als de blastula allemaal lagen heeft ontwikkelt, dooierzak,amniomholte,placenta, wordt het een gastrula.
139
Wat is de overgang van de gastrula naar de neurula?
Als het embryo de neurale plaat en buis gaat krijgen, die uiteindelijk het zenuwstelsel worden.
140
Wat is foetus en wanneer wordt een menselijk kind een foetus?
= als de aanleg voor de meeste organen voltooid is, dan wordt de embryo een foetus genoemd. Ongeveer 8 weken na bevruchting.
141
Na hoeveel weken mag je geen abortus meer in Nederland + waarom is dat zo.
Na 24 weken. Dat is zo, want dan is foetus zonder de baarmoeder levensvatbaar.
142
Welke orgaanstelsels voltooid de placenta? ## Footnote Met welke transportmogelijkheden is dit mogelijk?
De ademhalingsstelsel door diffusie met O2, de uitscheidingsstelsel door deze te wisselen met de moeder, de verteringsstelsel met de moeder. Difussie en actief transport
143
Wat is de navelstreng? + de proces.
Een bloedvat van de moeder die verbonden is met de placenta. in de placenta vertakken deze bloedvaten tot haarvaten, die het uitwisseling van de moeder en de foetus mogelijk maken.
144
We weten dat embryo's stamcellen hebben, maar volwassen hebben dat ook. Geef de naam + voorbeeld.
Adulte stamcellen. Bijv. de beenmerg heeft stamcellen die kan uitgroeien tot verschillende bloedcellen.
144
Waarom moet je niet alcohol drinken, drugs doen of roken wanneer je zwanger hebt?
Deze ziekteverwekkers die in je bloed zitten kunnen worden uitgewisseld met de foetus.
145
Wat hebben de stamcellen van embryo's dat adulte stamcellen niet hebben en waardoor ze vaak worden gebruikt voor onderzoek?
Ze kunnen in meer celtypen specialiseren. Hierdoor gebruiken sommige onderzoekers dit, ze halen stamcellen uit embryo's om ziektes van volwassenen te genezen, herstellen of vervangen!
146
# Zwangerschap Wat is celdifferentatie en hoe treedt dit op?
= cellen tonen steeds meer verschillen om bijv. cellen voor de darm of de huid te worden. Cellen beinvloeden elkaar door afgeven van stoffen.
147
Hoe treedt specialisatie op?
Alle cellen hebben hetzelfde DNA, maar niet alles is geactiveerd, slechts 1 deel is actief voor dat specifieke functie.
148
Wat is apoptose en wat is het functie hiervan? ## Footnote Geef een voorbeeld bij de embryonale ontwikkeling.
= geprogrameerde dood van cellen in meercellige organismen Functie = het laten verdwijnen van ongewenst of overbodig weefsel. ## Footnote De vingers en tenen zijn aan elkaar vast in vroege stages van zwangerschap, die vliezen gaan dood door apoptose.
149
Wat is anders aan de mesntruatiecyclus als je zwanger wordt?
1. Hormoonconcentraties 2. Geen ovulatie 3. Baarmoederslijmvlies (bloedverlies) wordt niet afgestoten 4. De eerste 3 maanden blijft de gele lichaam, waardoor er progesteron en oestrogeen ontstaat die de baarmoederslijmvlies in stand houdt.
150
Welke rol speelt de hormoon HCG?
WE weten dat de trofoblast de placenta wordt en de placenta HCG maakt. Functie van HCG = dezelfde werking als LH, progesteron en oestrogeen te stimuleren. Hierdoor heb je na 3 maanden de gele lichaam niet nodig, want de placenta maakt de 2 hormonen die de zwangerschap in stand houden.
151
Na hoeveel tijd is de baby klaar?
9 maanden.
152
Wat gebeurt met de (hoofd) vn het foetus vlak voor de geboorte?
Het wordt ingedaald. Het hoofd van de foetus is dan in het bekken van de moeder gezakt. -> als dit niet voor de bevalling gebeurt, dan tijdens.
153
Wat zijn weeen? Hoe kan je weten als je bevalt met weeen?
Als de baarmoeder tijdens de zwangerschap samentrekt, ontstaan weeen die super pijnlijk zijn. Als tussen de weeen enkele minueten afstand staat, begint de bevalling.
154
Wat is de ontsluiting? Hoeveel .. is genoeg voor bevalling?
Het baarmoedermond die korteer en wijder moet worden. 10 cm is genoeg.
155
Wat is de uitdrijving en wat gebeurt er tijdens de uitdrijving?
= De stap na de ontsluiting 1. Weeen -> persweeen 2. Door de persweeen wordt de moeder gedwongen om te duwen 3. Het hoofd van de baby wordt door de baarmoederhals geduwd.
156
Wat doet de baby tijdens de bevalling?
Het draait zijn hoofd en zijn romp, zodat het onder de schaambeen doorkan.
157
Gewicht en lengte van een baby gemiddeld:
50 cm lang 3500 gram zwaar
158
Wat is de nageboorte en wat doet de baarmoeder na de nageboorte?
Na de baby, moet de placenta, vruchtvliezen en de navelstreng naar buiten. (Navelsteng wordt geklemt en doorgesneden.) Nadat de placenta eruit is, trekt de baarmoeder samen. Dit helpt om de wond (dat er geen placenta meer is) te sluiten.
159
Wat is de stappenplan van de hormoon HCG? van ovulatie +gele lichaam tot placenta
1. Het gele lichaam produceert in de vroege zwangerschap LH en die maakt progesteron en oestrogeen. 2. Het embryo (trofoblast) produceert hCG om het gele lichaam te ondersteunen, zodat dit hormonale proces kan doorgaan. 3.Na ongeveer 3 maanden neemt de placenta de productie van progesteron en oestrogeen over en blijft hCG produceren, maar de rol van hCG verandert op dat punt (het is niet meer nodig om het gele lichaam in stand te houden), het stimuleert de productie van oestrogeen en progesteron. | Oestrogeen = baarmoederslijjmvlies dik. Progesteron = innesteling ## Footnote In zwangerschapstesten, wordt de aanwezigheid van HCG gedecteert, want ze zijn essentieel voor zwangerschap en innesteling van kind!