Capítulo 2 S-N Flashcards
(92 cards)
1
Q
El encuentro
A
De ontmoeting
2
Q
La cita
A
De afspraak
3
Q
El lugar
A
De plek
4
Q
El mensaje
A
Het berichtje
5
Q
La entrada
A
De ingang
6
Q
El billete de entrada
A
Het toegangsbewijs
7
Q
La salida
A
De uitgang
8
Q
Quedar
A
Afspreken
9
Q
Esperar
A
Wachten
10
Q
Tardar
A
Lang duren
11
Q
Tomar
A
Nemen
12
Q
Sentir
A
Voelen
13
Q
Chocar
A
Botsen
14
Q
Parar
A
Stoppen
15
Q
A través de
A
Door
16
Q
Desde hace
A
Sinds
17
Q
Después
A
Daarna
18
Q
Inmediatamente
A
Onmiddellijk
19
Q
Seguramente
A
Vast en zeker
20
Q
Para nada
A
Helemaal niet
21
Q
En compañía de
A
In gezelschap van
22
Q
La dirección
A
De richting
23
Q
El sentido del humor
A
Het gevoel voor humor
24
Q
El miedo
A
De angst
25
El paseo
De wandeling
26
El espectáculo
De voorstelling
27
Aparecer
Verschijnen
28
Cumplir
Vieren
29
Preocuparse
Zich zorgen maken over
30
Mareado/-a
Duizelig
31
Infantil
Kinderachtig
32
Aburrido/-a
Saai
33
Espontáneo/-a
Spontaan
34
Aventurero/-a
Avontuurlijk
35
Cariñoso/-a
Lief
36
Apasionado/-a
Hartstochtelijk
37
Sincero/-a
Eerlijk
38
Celoso/-a
Jaloers
39
Egoísta
Egoïstisch
40
El aspecto
Het uiterlijk
41
El defecto
Het gebrek
42
El físico
Het uiterlijk
43
El sueño
De droom
44
El/la fan
De fan
45
El gusto
De smaak
46
La discusión
Het gesprek
47
Superficial
Oppervlakkig
48
Entusiasta
Enthousiast
49
Exigente
Veeleisend
50
Fiel
Trouw
51
Sensible
Gevoelig
52
Sociable
Sociaal
53
Fuerte
Sterk
54
Creer
Van mening zijn
55
Preferir (ie)
Liever hebben
56
Encontrar (ue)
Tegenkomen
57
llevar
Dragen
58
Ser capaz de
In staat zijn om
59
Casi
Bijna
60
En cuanto a
Wat … betreft
61
Incluso
Zelfs
62
Sin embargo
Echter
63
El acceso
De toegang
64
El espacio
De ruimte
65
El secreto
Het geheim
66
El vestido
De jurk
67
El sombrero
De hoed
68
El resultado
Het resultaat
69
El/la visitante
De bezoeker
70
Mandar
Sturen
71
Elegir (i)
Kiezen
72
Pelearse
Ruzie maken
73
Ocurrir
Gebeuren
74
Descansar
Uitrusten
75
Acordar (ue)
Afspreken
76
Compartir
Delen
77
La base
De basis
78
La decisión
Het besluit
79
La solución
De oplossing
80
La invitación
De uitnodiging
81
La libertad
De vrijheid
82
La relación
De relatie
83
La decoración
De versiering
84
La alegría
De vreugde
85
La confianza
Het vertrouwen
86
La gripe
De griep
87
A menudo
Vaak
88
A veces
Soms
89
Ancho/-a
Breed
90
Como
Als
91
Mejor
Beter
92
Peor
Slechter
