Capítulo 3 S-N Flashcards
(89 cards)
1
Q
Casarse
A
Trouwen
2
Q
Introducir
A
Voorstellen
3
Q
Olvidar
A
Vergeten
4
Q
Preferir (ie)
A
Liever willen
5
Q
Perder (ie)
A
Verliezen
6
Q
Separarse
A
Scheiden
7
Q
Dejar
A
Verlaten
8
Q
El candidato
A
De kandidaat
9
Q
El ganador
A
De winnaar
10
Q
El novio
A
De vriend
11
Q
La mentira
A
De leugen
12
Q
La realidad
A
De realiteit
13
Q
La historia
A
Het verhaal
14
Q
El rumor
A
De roddel
15
Q
Amable
A
Vriendelijk
16
Q
Humilde
A
Bescheiden
17
Q
Enamorado/-a
A
Verliefd
18
Q
Decepcionado/-a
A
Teleurgesteld
19
Q
Alegre
A
Vrolijk
20
Q
Importante
A
Belangrijk
21
Q
Simpático/-a
A
Aardig
22
Q
De nuevo
A
Opnieuw
23
Q
A partir de
A
Vanaf
24
Q
Es una pena
A
Het is jammer
25
El principio
Het begin
26
Participar
Meedoen
27
El fin de semana
Het weekend
28
La vida
Het leven
29
Prometido/-a
Verloofd
30
Católico/-a
Katholiek
31
Discutido/-a
Besproken
32
Poderoso/-a
Machtig
33
Famoso/-a, célebre
Beroemd
34
Miserable
Ellendig
35
Cariñoso/-a
Lief
36
Dedicarse
Zich wijden aan
37
Descrubrir
Ontdekken
38
Convertirse (ie)
Veranderen
39
Proponer
Voorstellen
40
Morir (ue)
Sterven
41
Resultar
Blijken
42
Adorar
Aanbidden
43
Decidir
Beslissen
44
Últimamente
De laatste tijd
45
Sin embargo
Toch
46
De todos modos
Hoe dan ook
47
El/la abogado/-a
De advocaat
48
El/la dependiente/-a
De verkoper
49
El/la enfermero/-a
De zusters/ broeder
50
El obrero
De bouwvakker
51
El/la peluquero/-a
De kapper
52
El/la policía
De politieagent
53
El/la entrenador/-a
De trainer
54
El contratiempo
De tegenslag
55
La duda
De twijfel
56
La pobreza
De armoede
57
La profesión
Het beroep
58
La lucha
De strijd
59
El problema
Het probleem
60
Despejado/-a
Onbewolkt
61
Nublado/-a
Bewolkt
62
La lluvia
De regen
63
La nube
De wolk
64
El chubasco
De stortregen
65
El viento
De wind
66
El paraguas
De paraplu
67
La emisora
De zender
68
El éxito
Het succes
69
El director
De regisseur
70
El género
Het genre
71
La estrella
De ster
72
La fama
De roem
73
La niñez
De jeugd
74
Invitar
Uitnodigen
75
Transcurrir
Zich afspelen
76
Consultar
Raadplegen
77
Crear
Creëren
78
Desear
Wensen
79
Representar
Vertegenwoordigen
80
Resumir
Samenvatten
81
Pesado/-a
Vervelend
82
Adulto/-a
Volwassen
83
Separado/-a
Gescheiden
84
Sí mismo
Zichzelf
85
Por lo tanto
Daarom
86
Raramente
Zelden
87
Rápidamente
Snel
88
Lamentablemente
Jammer genoeg
89
Afortunadamente
Gelukkig
