casus 2 Flashcards

(21 cards)

1
Q

Wat zijn de functies en testmethodes van de neus olfactorius?

A

Type: Sensorisch.

Origine: Telencephalon (olfactorisch epitheel → bulbus olfactorius).

Functie: Reuk.

Test: Identificeren van geuren (bijv. ammoniak) per neusgat.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Waar is de nervus opticus verantwoordelijk voor?

A

Type: Sensorisch.

Origine: Diencephalon (retina → chiasma opticum → thalamus).

Functie: Gezichtsvermogen.

Test: Visuskaart lezen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Welke spieren en functies controleert de nervus oculomotorius?

A

Type: Motorisch (somatisch + parasympatisch).

Origine: Mesencephalon.

Functie:
Oogbeweging (boven, beneden, mediaal).
Pupilvernauwing (parasympatisch).

Test: Volgen van een bewegend voorwerp; pupilreactie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Waarom is de nervus trochelaris uniek?

A

type: motorisch

origine: Dorsale mesencephalon

Functie: oog volgt een voorwerp naar beneden en naar buiten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hoe test je de nervus trigeminus?

A

Type: gemengd
Divisies:
V1 (Ophthalmisch): Fissura orbitalis superior.

V2 (Maxillair): Foramen rotundum.

V3 (Mandibulair): Foramen ovale.

Functie: gevoel gezicht, kauwen

Test: Gevoeltest met watjes/speld; kauwspierkracht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Welke spier innoveert de nervus abducens?

A

Type: Motorisch.

Origine: Pons.

Functie: Laterale oogbeweging (m. rectus lateralis).

Test: Oog naar buiten bewegen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

nervus facialis

A

Type: Gemengd

Functie:
Motorisch: Gezichtsuitdrukkingen.

Sensorisch: Smaak (anterieure 2/3 tong).

Parasympatisch: Traan- en speekselklieren.

Test: Lachen, ogen sluiten; smaaktest (zoet, zuur).

origineel: achterkant van de pons

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

nervus vestibulocochlearis

A

Type: Sensorisch.

Divisies:
Cochleair: Gehoor (slakkenhuis).

Vestibulair: Evenwicht (semicirculaire kanalen).

Test: Stemvork (Rinne/Weber); evenwichtstest (recht lopen).

orgie: medulla oblongata

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

nervus glossopharyngeus

A

Type: Gemengd.

Functie:
Motorisch: Slikken (m. stylopharyngeus).

Sensorisch: Smaak (posterieure 1/3 tong).

Test: “Aaa” zeggen; kokhalsreflex testen.

origine: foramen jugulare

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

nervus vagus

A

Type: Gemengd.

Functie:
Parasympatisch: Hart, longen, spijsvertering.

Motorisch: Larynx/spraak.

Test: Slikken, stemgeluid (heesheid bij schade).

origine: medulla oblongata

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

nervus accessorius

A

Type: Motorisch.

Functie: Schouderophalen (m. trapezius), nek draaien (m. sternocleidomastoideus).

Test: Schouders ophalen tegen weerstand.

origine: foramen jugularis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

nervus hypoglossus

A

Type: Motorisch.

Functie: Tongbewegingen (slikken, spreken).

Test: Tong uitsteken (afwijking naar aangedane zijde).

origine: hypoglossuskanaal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wa is het verschil tussen radix dorsalis en ventralis?

A
  • radix dorsalis: Sensorische input (dorsale hoorn)
  • Radix ventralis: Motorische output (ventrale hoorn)

“Dorsaal = Data, Ventraal = Vuur” (data = sensatie, vuur = actie).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Welke structuren en veerbindingen horen bij het os frontale?

A
  • sutura coronalis: verbindt met os parietale
  • Foramen supraorbitalis: bloedvaten / zenuwen (n. supraorbitalis)

Functie: Beschermen frontale kwabben

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Hoe verbinden de wandbeenderen met elkaar en andere structuren?

A
  • Sutura sagittalis: tussen beide ossa parietalia.
  • Sutura lambdoidea: verbindt met os occipitale
  • Sutura squamosa: verbindt met os temporale
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Welke cruciale opening bevindt zich in het achterhoofdsbeen?

A

Foramen magnum: doorgang voor hersenstam (medulla oblongata)

Sutura lambdoidea: verbindt met os parietale

17
Q

Noem de belangrijkste foramina in het slaapbeen en hun inhoud

A
  • Foramen jugular: n. glossopharyngeus (IX), n. vagus (X), n, accessorius (XII)
  • Foramen stylomastoideum: n. facials (VII)
  • Hypoglossaal kanaal: n. hypoglossus (XII)
  • Fissura orbitalis superior: n. oculomotorius (III), trochlearis (IV), trigeminus (V1)
18
Q

welke zenuwel lopen door het os ethmoidale en sphenoidale?

A

Os ethmoidale: n. olfactorius (I) → cribriforme plaat.

Os sphenoidale:
- Sella turcica: hypofyse.
- Foramen ovale: n. trigeminus (V3).
- Foramen rotundum: n. trigeminus (V2).
- Canalis opticus: n. opticus (II).

19
Q

Wat zijn de kenmerken en oorzaken van perifere facialisparese?

A

Kenmerken:
Volledige verlamming één zijde (geen voorhoofdrimpeling, oog niet sluiten, mondhoek hangt).

Symptomen: droog oog, smaakverlies, hyperacusis.

Oorzaken:
Bellse parese (virale infectie), trauma, otitis media.

Behandeling: Prednison binnen 72 uur.

20
Q

Waarom blijft bij een een centrale partes het voorhoofd gespaard?

A

Reden: Bilaterale innervatie van voorhoofdspieren vanuit de motorische cortex.
Kenmerken:
Mondhoekverlamming zonder voorhoofdsdefect.
Oorzaken: CVA, hersentumor, herseninfarct.

21
Q

Een patiënt kan zijn rechteroog niet sluiten en de rechtermondhoek hangt. Zijn voorhoofdspieren werken normaal. Is dit centraal of perifeer?

A

Centrale parese (voorhoofd gespaard).
Oorzaak: Meestal CVA in linker motorische cortex → rechtszijdige mondverlamming.