Casus 6 Flashcards

(48 cards)

1
Q

Waar staat COPD voor?

A

Chronic Obstructive Pulmonary Disease.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welke twee aandoeningen vallen onder COPD?

A

Emfyseem (pink puffer) en chronische bronchitis (blue bloater).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is de belangrijkste oorzaak van COPD?

A

Langdurige blootstelling aan schadelijke stoffen, vooral roken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is het gevolg van chronische ontsteking bij COPD?

A

Luchtwegobstructie en verlies van alveolair oppervlak.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is de prevalentie van COPD in Nederland?

A

Ongeveer 35 per 1.000 patiënten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat zijn risicofactoren voor COPD?

A

Roken, luchtvervuiling, oudere leeftijd, lage sociaaleconomische status.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat zijn symptomen van COPD?

A

Kortademigheid, chronische hoest, sputumproductie, verlengd piepend expirium, afvallen, krachtverlies.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat zijn klinische tekenen van ernstige COPD?

A

Hyperinflatiestand van de thorax (tonthorax), hyper sonore percussie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Hoe wordt de diagnose COPD gesteld?

A

Op basis van spirometrie: irreversibele obstructieve longfunctie-stoornis.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is de Tiffeneau-index?

A

De verhouding FEV1/VC, gebruikt om obstructie aan te tonen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is de drempelwaarde voor obstructie bij COPD?

A

FEV1/VC < -1,64 SD of <70%.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Welke spirometrie-waarden wijzen op COPD?

A

Verlaagd FEV1, verlaagd FEV1/FVC, normaal of verhoogd TLC, verhoogde compliantie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is de GOLD-classificatie voor COPD?

A

Indeling op basis van FEV1 als percentage van predicted waarde.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is GOLD 1 bij COPD?

A

FEV1 ≥80% voorspeld.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is GOLD 2 bij COPD?

A

FEV1 50-80% voorspeld.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is GOLD 3 bij COPD?

A

FEV1 30-50% voorspeld.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Wat is GOLD 4 bij COPD?

A

FEV1 <30% voorspeld.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Wat is de eerste stap in de behandeling van COPD?

A

Leefstijladviezen en medicatie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Welke medicatie kan als eerste worden gegeven bij COPD?

A

Kortwerkende β2-agonist (salbutamol, terbutaline).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Wat zijn voorbeelden van langwerkende β2-agonisten?

A

Salmeterol, formoterol.

21
Q

Wat zijn voorbeelden van M-receptor antagonisten (anticholinergica)?

A

Ipratropium, tiotropium.

22
Q

Wanneer worden inhalatiecorticosteroïden toegevoegd bij COPD?

A

Bij FEV1 <60% of ≥2 exacerbaties per jaar.

23
Q

Wat zijn voorbeelden van inhalatiecorticosteroïden?

A

Budesonide, fluticason.

24
Q

Wat is belangrijk naast medicatie bij COPD?

A

Stoppen met roken en spierkracht behouden.

25
Wat zijn mogelijke complicaties van COPD?
Herhaalde luchtweginfecties, pneumothorax, exacerbaties.
26
Wat is een acute exacerbatie van COPD?
Acute verslechtering met toename van dyspnoe, hoest en sputum/purulentie.
27
Wat zijn uitlokkende factoren voor een exacerbatie?
Virale/bacteriële infecties (50-70%), omgevingsfactoren (fijnstof, 10%).
28
Wat is het beleid bij een acute exacerbatie COPD?
ABCDE-stabilisatie, zuurstof, luchtwegverwijders, prednisolonkuur, eventueel antibiotica.
29
Wat is de eerste keus antibioticum bij ernstige exacerbatie met infectieverschijnselen?
Amoxicilline.
30
Wat is het effect van frequente exacerbaties bij COPD?
Verhoogde mortaliteit en achteruitgang van de longfunctie.
31
Wat is het beleid bij ernstige COPD met hypoxemie?
Zuurstofsuppletie of longtransplantatie overwegen.
32
Wat is het doel van behandeling bij COPD?
Voorkomen van exacerbaties, behoud van longfunctie en kwaliteit van leven.
33
Wat zijn indicaties voor prednisolon bij exacerbatie?
Ernstige exacerbatie, minimaal 5 dagen.
34
Wat zijn indicaties voor antibiotica bij exacerbatie?
Ernstige exacerbatie met infectieverschijnselen of kwetsbare patiënt.
35
Wat zijn de belangrijkste onderzoeken bij een exacerbatie?
Bloedgasonderzoek, ontstekingswaarden, spirometrie.
36
Wat is een typische bevinding bij lichamelijk onderzoek bij exacerbatie COPD?
Verlengd expirium.
37
Wat zijn de belangrijkste oorzaken van verhoogde mortaliteit bij COPD?
Exacerbaties en progressief longfunctieverlies.
38
Wat is het effect van inhalatiecorticosteroïden bij COPD?
Verminderen van ontsteking en frequentie van exacerbaties.
39
Wat is het effect van β2-agonisten bij COPD?
Bronchodilatatie en vermindering van benauwdheid.
40
Wat is het effect van anticholinergica bij COPD?
Bronchodilatatie door remming van parasympathische tonus.
41
Wat is het effect van stoppen met roken bij COPD?
Vertraagt de achteruitgang van de longfunctie.
42
Wat is het beleid bij een patiënt met COPD en decompensatio cordis?
Behandelen van beide aandoeningen, let op vochtbalans en medicatie-interacties.
43
Wat is het beleid bij een patiënt met COPD en acute kortademigheid?
Onderscheid maken tussen exacerbatie COPD en hartfalen.
44
Wat is het beleid bij een patiënt met COPD en pitting oedeem?
Overweeg hartfalen als oorzaak.
45
Wat is het beleid bij een patiënt met COPD en piepend expirium?
Waarschijnlijk exacerbatie COPD, start luchtwegverwijders.
46
Wat is het beleid bij een patiënt met COPD en verhoogde ontstekingswaarden?
Overweeg infectie, start antibiotica indien geïndiceerd.
47
Wat is het beleid bij een patiënt met COPD en zuurstofsaturatie <88%?
Overweeg langdurige zuurstoftherapie.
48
Wat is het beleid bij een patiënt met COPD en frequente exacerbaties?
Optimaliseer medicatie, overweeg inhalatiecorticosteroïden.